PRODEM bundelt milieu- en energie-expertise

15/10/2009 OM 00:00 - Luc Willemijns
Placeholder

In zijn beheersovereenkomst 2008-2013 stelt kennisinstelling VITO (Mol) zich tot doel de vergaarde expertise inzake milieu en energie gebundeld bij de KMO te brengen. Voor PRODEM, het PROmotie- en DEMonstratiecentrum voor milieu- en energievriendelijke technologie, de KMO-halte van VITO zeg maar, is die gezamenlijke energie- en milieufocus nieuw. Het PRODEM-project, dat al tien jaar loopt en intussen 300 KMO’s bereikte, focuste eerder vooral op milieu-aspecten. Het nieuwe programma, dat onder EFRO-paraplu eind 2008 werd opgestart, spitst zich toe op een geïntegreerde aanpak van milieu- en energietechnologie. Doorgaans gaat het om haalbaarheidsstudies of technologiedemonstraties in de processen van de KMO. VITO zelf is bedrijvig rond drie actiepijlers, met name Energie, Industriële Innovatie en Kwaliteit Leefomgeving. De KMO-werking is de resultante van een constante kruisbestuiving tussen de know-how en kennis van VITO enerzijds, PRODEM anderzijds. Sinds zowat anderhalf jaar schakelt PRODEM een team business development managers in die heel specifiek het KMO-segment bewerken.

Niet onbelangrijk is dat KMO’s slechts 34% van de kostprijs dienen te dragen van de bedrijfsspecifieke projecten die VITO voor hun rekening verzorgt. De resterende 66% wordt gefinancierd door de Vlaamse overheid en het Europees Fonds voor Regionale Ontwikkeling. “Handig is dat, eens een KMO en VITO overeenstemming bereiken over het uit te voeren project, het factuurbedrag onmiddellijk met het subsidiegedeelte wordt verminderd. VITO zorgt zelf voor de administratieve afwikkeling,” verduidelijkt Carine Van Hove, coördinator KMO-werking bij VITO.

De nieuwe energie-milieufocus kan moeilijk los worden gezien van de brede kennis-cluster binnen VITO. Zo vormen duurzame materialen een bijzonder aspect in de KMO-werking van VITO. “Op vlak van industriële innovatie kan men weinig rol van betekenis spelen zonder aandacht voor duurzame materialen. De end-of-pipe aanpak biedt wel even soelaas. Maar enkel een procesgeïntegreerde insteek biedt uitzicht op betere milieu- en energieprestaties.

Zo kan een procesgeïntegreerde aanpak zich bijvoorbeeld vertalen in een vermindering van de CO2-uitstoot. Binnen die optiek eisen duurzame materialen een heel belangrijke rol op in het totaalplaatje van milieu en energie,” benadrukt Karl Vrancken, projectmanager Duurzaamheidsevaluaties. VITO speelt overigens een belangrijke rol binnen het domein van de eco-innovatie. Binnen MIP2 (Milieu- en energietechnologie Innovatie Platform) stelt de Vlaamse overheid 5 miljoen euro ter beschikking van onderzoeksinstellingen én bedrijven die duurzame technologieën en producten ontwikkelen en aldus het voortouw nemen in de “groene” economie. MIP2 mikt op het stimuleren van gesloten materiaal- en proceskringen volgens de “Cradle-to-Cradle”-filosofie en van technologieën voor slimme energie-opwekking.

Sterke innovatiefocus

VITO hoedt er zich voor marktverstorend op te treden (lees: private aanbieders voor de voeten te lopen, nvdr.). De tussenkomst van VITO situeert zich derhalve enkel in innovatiegerichte trajecten. De kennisinstelling wordt voorts ingeschakeld om nieuwe technologie op zijn praktische haalbaarheid te toetsen. In samenwerking met zowel nationale als internationale onderzoeksorganisaties is VITO op milieu- en energievlak ook bedrijvig in zogenaamd Georganiseerd Wetenschappelijk Onderzoek (GWO) rond “topics” als luchtkwaliteit, emissies, procesgeïntegreerde projecten en dies meer. Een paar jaar terug zette de organisatie ook een onderzoekspiste rond duurzame chemie op.

“Binnen het energieluik is in VITO een onderzoeksgroep bedrijvig die zich toespitst op de correlatie tussen energie en milieu. De aandacht gaat uit naar de wetenschappelijke ondersteuning van de transitie naar een duurzame maatschappij. Daarbij wordt gewerkt rond duurzame mobiliteit, energie & emissies en duurzaamheidsevaluaties. Ook ligt het accent op de duurzaamheid van producten en processen. In welke mate voldoen ze aan de duurzaamheidscriteria en zijn ze vatbaar voor verbetering? Hun hele levenscyclus wordt daarvoor geanalyseerd. Ook rond eco-design en carbon footprint wordt gewerkt,” zo nog Vrancken. Intern kan VITO ook terugvallen op het kenniscentrum voor Beste Beschikbare Technieken (BBT). De expertise van de instelling ligt aan de basis van het Vlaamse vergunningsbeleid.

Recent is ook de uitbouw van de bedrijvigheden rond duurzaam wonen en bouwen. De voorheen vrij gefragmenteerde kennis onder de VITO-koepel wordt voortaan op geïntegreerde wijze vermarkt (energietechnologie, bouwmaterialen, waterbeheer, binnenhuis-luchtkwaliteit, …). De organisatie wordt dan ook steeds meer betrokken bij gemeenschappelijke projecten rond duurzaam bouwen.

Kloof met bedrijfsleven overbruggen

In het verleden had VITO al eens moeite om de brug naar het bedrijfsleven, inzonderheid het KMO-weefsel te slaan. Sinds anderhalf jaar schakelt de instelling met succes business development managers in die als interface fungeren. De uitbreiding met de dimensie Energie binnen de KMO-werking zal in de toekomst ongetwijfeld de wisselwerking met het lokale bedrijfsweefsel intensiveren. In de voorbije tien jaar bediende PRODEM 300 KMO’s.

“Binnen het vernieuwde KMO-programma worden de doelstellingen fors opwaarts herzien. Ambitie is tegen 2011 honderd KMO-projecten op jaarbasis te verzorgen. Voor 2009 zijn dat er 75, volgend jaar worden dat er wellicht 90, zodat we mooi op schema zitten,” besluit Carine Van Hove. In 2008 bedroeg het totaalbudget van VITO 73 miljoen euro. De eigen opbrengsten (lees: het contractonderzoek, nvdr.) vertegenwoordigen daarvan 57% (+ 9%).

Nagenoeg één derde van het contractonderzoek werd verricht in opdracht van de Vlaamse overheid. Het saldo had te maken met interventies ten gunste van de bedrijven.

Voor u geselecteerd

Kort de voordelen van een abonnement...

Belangrijk nieuws te delen?

Cookie voorkeuren

Deze website gebruikt cookies om je een betere bezoekerservaring te bieden. Bepaal hier welke soort cookies je toestaat.