Meer dan dertig jaar geleden ontwikkelde ingenieur Daniël De Glas (DDG) een innoverend verwarmingsconcept met drie belangrijke troeven: een hoog rendement, compact en esthetisch. De kachels zijn geschikt voor vaste brandstoffen (steenkool, hout, futurex en cokes) en kunnen een hele woning verwarmen. Via een ingenieus systeem wordt de warmte van de kachel gekoppeld aan het bestaande netwerk van radiatoren, zonnepanelen, boiler ... DDG produceert zo’n 1.000 kachels per jaar, waarvan momenteel 20% bestemd is voor de snel groeiende Franse markt. Stichter en afgevaardigd bestuurder Daniël De Glas kijkt echter nog verder: “In Duitsland komen er strenge normen voor het fijn stofgehalte van rookgassen van kachels. Dat zal ongetwijfeld leiden naar Europese normen. Vandaar dat we nu al op zoek zijn om de uitstoot van onze kachels te minimaliseren.”

Het principe van DDG is om op ieder moment die hoeveelheid warmte te produceren die een woning nodig heeft door die warmte exact te regelen zodat er zo weinig mogelijk door de schoorsteen verdwijnt.

Het resultaat is een kachel met onderaan een platte ovalen spiraal, die ook fungeert als rooster. Bovenaan bevinden er zich meerdere spiralen, afhankelijk van het vermogen dat de klant nodig heeft. De warmte gaat zigzag tussen de spiralen naar de schoorsteen. De kachel is verbonden met de verschillende radiatoren doorheen het huis of wordt verbonden met de bestaande CV-installatie.

Het systeem meet continu de watertemperatuur en warmt die op tot de vereiste temperatuur. Het toestel regelt zichzelf automatisch: afhankelijk van de installatie (vloerverwarming, radiatoren, convectoren) wordt op ieder moment de juiste hoeveelheid warmte geproduceerd. Er wordt enkel datgene verbrand wat er nodig is.

Daniël De Glas was in 1979 regionaal directeur van AIB (nu AIB-Vinçotte) en keurde alle “gevaarlijke” installaties in de industrie, onder meer stoomketels. Die werken op basis van dezelfde technologie als het DDG-principe, maar op een grotere schaal. De energiecrisis was toen overal voelbaar en de eerste zogenaamde zuinige huishoudverwarmingstoestellen zagen het licht.

“Ik zag in één oogopslag dat ze onvoldoende veilig waren en een veel te laag rendement hadden. Dat was de drijfveer om op zelfstandige basis met een beter alternatief op de proppen te komen.”

De Glas werkte zijn ideeën verder uit, nam een handvol arbeiders en een meestergast in dienst en kocht een bedrijf over dat actief was in het produceren van metaalconstructies.

Nadat het eerste prototype op punt stond, werd het DDG-systeem toegepast op bestaande open haarden.

“Daar zijn we vrij snel van afgestapt omdat we de warmte van een open haard onvoldoende konden regelen. We hebben ons dan toegelegd op het produceren van een kachel waar we de warmteregeling perfect konden afstemmen.“

1.000 kachels op jaarbasis

DDG ontwikkelt, ontwerpt, produceert, commercialiseert de kachels en levert ook de service na-verkoop. Bij het ontwerp wordt steeds rekening gehouden met de warmtenoden van de klant, zijn persoonlijke smaak en de inrichting van het interieur.

“Wij produceren toestellen van 7 à 8 kilowatt tot zelfs 100 kW. Dat houdt in dat we met één kachel zowel de kleine supergeïsoleerde woning kunnen verwarmen als het groot kasteel met enkele beglazing.”

De afgelopen dertig jaar heeft het familiebedrijf (vader De Glas en zijn twee zonen) zich verder gespecialiseerd in het bouwen van machines voor het produceren van de spiralen en in het verder fijnstellen van de kachels.

Niet zonder succes: DDG produceert zo’n 1.000 kachels per jaar en besteedt het produceren van sommige onderdelen uit aan derden om aan de vraag te kunnen voldoen. Het handvol medewerkers van dertig jaar geleden is ondertussen uitgegroeid tot 40.

Sinds deze zomer heeft DDG zijn intrek genomen in een vernieuwd gebouw, waarvan de ateliers volgend jaar worden gemoderniseerd.

Momenteel is er al een nieuwe lakstraat met railsysteem geïnstalleerd, voor het verven van de kachels. De lakstraat is toegerust met een ecologische spuitcabine met koolstoffilters die geen solventen meer in de lucht stoten en er werden speciale branders aangekocht waardoor de kachels sneller kunnen drogen. Ook staat er een nieuwe knip- en plooi-eenheid zodat nieuwe apparaten sneller en efficiënter kunnen geproduceerd worden.

Het uitgebreide gebouw heeft nu een oppervlakte van 5.000 m² en is hiermee afgestemd op de groei die het bedrijf voor de volgende jaren in het vooruitzicht stelt.

“Onze uitbreiding is organisch gegroeid. Ze is ook een beetje afhankelijk van de energieprijzen. De laatste jaren is er het besef dat de klassieke brandstofwinning een einde kent, dat we er zuinig moeten mee omspringen. Ook de internationalisering is organisch gegroeid. We hebben sinds een drietal jaar een stand op de beurs van Lons-le-Saunier en hebben daar geïnteresseerde afnemers ontmoet. Frankrijk heeft een groot potentieel, dus dat is veelbelovend.”, aldus De Glas.

Nieuwe R&D-unit

Ook op technologisch gebied evolueert DDG verder. In de nieuwe R&D-unit worden voortdurend metingen uitgevoerd en parameters bestudeerd om het stof in de rookgassen nog te verminderen.

“Ons systeem produceert nu al veel minder stof dan een gewone houtkachel omdat we het overgrote deel van de warmte recupereren, maar het kan nog beter, zeker met de nieuwe Duitse normen in het achterhoofd. We kunnen nu de primaire, secundaire en tertiaire lucht afzonderlijk regelen zodat dit allemaal gedoseerd is en de juiste hoeveelheid lucht bij de juiste hoeveelheid brandstof wordt gebracht waardoor je de verbranding echt helemaal onder controle hebt. Dit principe willen we voortdurend verfijnen: zo weinig mogelijk uitstoot, zo weinig mogelijk verbruik, zo weinig mogelijk fijn stof”, beschrijft De Glas de uitdagingen van de toekomst.