Stevin-project cruciaal voor Vlaams energiebeleid

01/12/2010 OM 00:00 - Luc Willemijns
Placeholder

Langzaam maar zeker trekken de eerste windmolen-offshore-parken voor de Belgische kust zich op gang. In totaal gaat het om zeven verschillende projecten. Om al die groene energie aan land te krijgen en te evacueren is een grootscheepse opwaardering (lees: van 150 kV naar 380 kV, nvdr.) van het hoogspanningsnet onontbeerlijk. Het zogenaamde Stevin-project, dat ook in de uitbouw van een elektriciteits-hub in Zeebrugge voorziet, vergt een totaalinvestering van 140 miljoen euro. Die hub moet niet enkel de bevoorradingszekerheid van de snel groeiende kusthaven waarborgen, maar tevens instaan voor de onderzeese verbinding van het Belgische met het Britse elektriciteitsnetwerk. Voorts is de opwaardering van het net noodzakelijk om de talrijke initiatieven van decentrale elektriciteitsproductie in West-Vlaanderen mogelijk te maken en aldus Vlaanderen te ondersteunen in zijn 2020-doelstellingen rond duurzame energie. “De uitdagingen zijn legio en de tijd dringt,” geven Jeroen Maes en Ilse Tant, respectievelijk project portfolio team manager Grid Development en manager Permits, Property & Environment bij Elia te kennen.

Elia’s Stevin-project voorziet in de uitbreiding van het 380 kV-net tussen Zomergem en Zeebrugge. De procedure voor de opname in een Gewestelijk Uitvoeringsplan (GRUP) van deze nieuwe verbinding en hoogspanningsstation is gestart.

In eerste instantie omvat deze het uitvoeren van een Plan-mer (Plan-Milieu-effectrapportage), waarin de milieu-effecten van de verschillende naar voor geschoven varianten tijdens de publieke consultatie worden onderzocht.

Het Plan-mer wordt geïntegreerd in een ruimtelijk uitvoeringsplan waarmee de Vlaamse overheid het tracé voor de verbinding vastlegt. Op dat ogenblik kan Elia zijn vergunningsaanvragen indienen.

Bekend is evenwel dat de procedurele molen in dit land traagt draait. Zonder dat onze gesprekspartners het met zoveel woorden stellen, is duidelijk dat men zich bij de transmissienetbeheerder zorgen maakt omtrent de timing. De tijd dringt, zoveel is duidelijk.

“De eerste drie windmolenparken op de Noordzee zijn in volle ontwikkeling. C-Power is sinds 2009 al met 30 MW on-line. De eerste fase van het Belwind-project verkeert in een eindstadium. Het Eldepasco-initiatief staat in de steigers. Voor nog eens ruim 1.000 MW-windturbines zitten in de pijplijn. Voor de eerste drie parken kan Elia nog een oplossing voor de aansluiting bieden op het bestaande 150 kV-net, mits het doorvoeren van een aantal versterking. Zelfs met de in uitvoering zijnde versterkingen op het 150 kV-net is echter niet genoeg capaciteit voorhanden om de vele geplande decentrale productie-eenheden in West-Vlaanderen aan te sluiten. Bovendien is voorzien dat de drie bijkomende offshore-windmolenprojecten, waarvoor concessies werden verleend, eind 2014 op het net worden aangesloten. Die capaciteit kunnen we onmogelijk met het huidige net aan,” verduidelijkt Jeroen Maes.

Elia rekent op een definitief GRUP (lees: na het openbaar onderzoek, nvdr.) tegen medio 2012.

“Willen we tijdig met het Stevin-project klaar zijn, moeten we uiterlijk tegen 2013 met de werkzaamheden van start kunnen gaan. Dan nog is de marge heel krap,” waarschuwt Ilse Tant.

Strategische ontwikkeling

Aan de basis van het Stevin-project liggen in wezen drie beweegredenen, die alle als van strategisch belang kunnen worden omschreven.

Met de windmolenparken die men voor de Belgische kust wil ontwikkelen, is een totaal vermogen van minimaal 2.000 MW gemoeid.

Dat stemt overeen met de capaciteit van twee kerncentrales, verduidelijkt Maes. Nog eens ruim 1.000 MW verkeert momenteel in de studiefase.

Inmiddels werden zes offshore-windmolenparkenconcessies toegekend, met name C-Power, Belwind, Eldepasco, Rentel (Electrawinds + Rent-A-Port (CFE en Ackermans & van Haaren), Norther (Air Energy, met Eneco als referentie-aandeelhouder) en Seastar (Electrawinds + Power@Sea (DEME)). Een zevende concessie werd nog niet toegekend.

Voornaamste bekommernis van transmissienetbeheer Elia is al die groene stroom aan land te krijgen.

Jeroen Maes: “Nu al staat vast dat het bestaande netwerk ontoereikend is om de hoeveelheid opgewekte groene stroom van de eerste vier offshore-windmolenparken op te vangen. Vandaar dat de idee ontstond om in de koppeling van een 380 kV-hoogspanningslijn met de kust te voorzien”.

De lokale 36- en 70 kV-netten in West-Vlaanderen bevoorraden de lokale bedrijven en distributienetbeheerders.

Het 150 kV-net is eerder geschikt voor stroomuitwisseling op bovenlokaal (lees: provinciaal, nvdr.) vlak.

De 380 kV-netwerkinfrastructuur heeft een voornamelijk internationale roeping en ontpopt zich steeds meer als backbone voor de uitwisseling van grote stroomvolumes op Europees vlak, aldus de project portfolio team manager Grid Development.

Het 380 kV-netwerk is als het ware de superstructuur van het Europese elektriciteitsnetwerk.

Eveneens onderdeel van het Stevin-project is de uitbouw van de gelijknamige “hub” in Zeebrugge.

Die zal voor bevoorradingszekerheid met redundante voeding zorgen voor de sterk groeiende kusthaven.

Maar op zijn minst even belangrijk is dat via die “hub” het Belgische elektriciteitsnet, naar analogie met het Franse en het Nederlandse, met dat van Groot-Brittannië kan worden verbonden.

Het zogenaamde “Nemo”-project, dat ter studie ligt, voorziet in de aanleg van een onderzeese gelijkstroomverbinding tussen België en het Verenigd Koninkrijk met een capaciteit die tussen de 700 en 1.300 MW komt te liggen.

Aan beide uiteinden komt een hoogspanningsstation (conversiestation) dat voor de AC/DC-omzetting en de aansluiting op het 380 kV-net zorgt.

Ilse Tant: “De verbinding met Groot-Brittannië is niet enkel van belang voor de West-Vlaamse ondernemers, maar voor alle ondernemers in het land. Hoe groter de keuze in bevoorradingsmogelijkheden, hoe gunstiger de prijzen waartegen energie kan worden aangekocht”.

Onlangs brachten transmissiebeheerders Elia en zijn Nederlandse tegenhanger TenneT hun belang in de Belgische energiebeurs Belpex onder in APX-ENDEX, dat de korte termijnmarkt voor elektriciteit in Nederland en Groot-Brittannië regelt.

Een en ander kadert in een stroomlijning van de Europese energiemarkt.

Ook recent is de uitbreiding van de marktkoppeling van België, Nederland en Frankrijk naar de CWE-regio (Benelux, Duitsland en Frankrijk) en naar de Scandinavische landen.

In de komende jaren wordt de marktintegratie verder gezet, onder meer naar het Verenigd Koninkijk.

Derde eveneens vitale “driver” voor het Stevin-project is de problematiek van de decentrale elektriciteitsproductie in West-Vlaanderen.

Zowel de bevoorradingszekerheid van de regio als het huldigen van een duurzaam energiebeleid zijn hierbij betrokken.

“De decentrale energieproductie in West-Vlaanderen is in steile opgang. Probleem evenwel is dat de bestaande netwerkinfrastructuur ontoereikend is om de geproduceerde groene stroom op te vangen zodat een infarct van het stroomnet dreigt. Diverse groene stroominitiatieven (lees: windmolens, biomassacentrales, …) worden thans geblokkeerd omwille van het capaciteitsprobleem. Eens het Stevin-project gerealiseerd, zal het net bijkomende aansluitingen en stroominjecties probleemloos kunnen verwerken,” zo nog Ilse Tant.

Minimale ruimtelijke verstoring

Vlaanderen weet zich derhalve geconfronteerd met een moeilijke evenwichtsoefening, met name hoe de milieubekommernissen optimaal te verzoenen met bevoorradingszekerheid en injectiecapaciteit op het stuk van elektrische energie.

Met in het achterhoofd dat maximaal voor groene stroom wordt gekozen. Onze gesprekspartners bij Elia hameren er evenwel op dat de absolute premisse bij de transmissienetbeheerder gaat voor een “minimale ruimtelijke verstoring”.

Waarbij eerlijkheidshalve wordt toegegeven dat van een zekere verstoring sprake zal zijn. Het doortrekken van het 380 kV-net van Zomergem en Eeklo-Noord naar de kustregio, via Brugge, is evenwel onvermijdelijk.

Jeroen Maes: “Voor die oefening streeft Elia naar een maximale herbenutting en recuperatie van de bestaande infrastructuur. Pas in tweede instantie nemen we onze toevlucht tot nieuwe verbindingen”.

Zo kunnen Zomergem en Noord-Eeklo op de bestaande mastenrij worden gekoppeld via een tweede draadstel.

Grotere ingrepen zijn vereist voor de doorconnectie tussen Noord-Eeklo en de Brugse rand, waar een keuze dient gemaakt tussen een noordelijke en een zuidelijke lus.

In de eerste variant, de noordelijke lus, dient een tweede mastenrij van 380 kV naast de bestaande 150 kV-connectie gebouwd.

Dat geldt ook voor de zuidelijke lus, maar eens de hoogspanningslijn getrokken, zal in beide varianten de 150 kV-mastenrij worden afgebroken.

Netto blijft het aantal mastrijen dus ongewijzigd. Iets moeilijker ligt het voor de bocht rond Brugge waar een deel open landschap wordt aangesneden. Ook al wordt dat gecompenseerd door de afbraak van de 150 kV-lijn die heel wat woningen overspant.

Voor het laatste traject, tussen de Blauwe Toren en Zeebrugge, wordt de bestaande mastenrij gerecupereerd. De bestaande 150 kV-lijn wordt dan ondergronds aangelegd.

“Alle schikkingen werden getroffen om zoveel mogelijk bijkomende overlast te vermijden. Zo zou, door het afbreken van een bestaande 150 kV-lijn en het optimaliseren van het nieuwe tracé, de nieuwe lijn, weliswaar van 380 kV, minder woningen overspannen dan nu het geval is met de bestaande luchtlijnen,” zo nog Ilse Tant.

In zijn contacten met milieugroeperingen stelt Elia vast dat men het “Stevin”-project niet ongenegen is omdat het hele gebeuren vanuit duurzaamheidsoverwegingen wordt ingegeven.

Over de uitvoeringswijze van het 140 miljoen euro kostende project, zal wellicht nog worden gepalaverd. In het Plan-mer-rapport worden varianten bestudeerd waarbij bepaalde deeltrajecten ondergronds kunnen gaan.

“Bovengrondse lijnen zijn echter vanuit zowel technisch als prijsmatig oogpunt de beste oplossing. Een dergelijke connectie helemaal ondergronds realiseren is trouwens onrealistisch,” besluit Jeroen Maes.

Voor u geselecteerd

Kort de voordelen van een abonnement...

Belangrijk nieuws te delen?

Cookie voorkeuren

Deze website gebruikt cookies om je een betere bezoekerservaring te bieden. Bepaal hier welke soort cookies je toestaat.