De Vlaamse regering heeft de verruiming van het instrument preventief bedrijfsbeleid van de KMO-portefeuille goedgekeurd. Ze beoogt daarmee een verstevigd Preventief Bedrijfsbeleid.

Op 18 januari 2008 schoeiden de Vlaamse regering en de Vlaamse sociale partners het preventief bedrijfsbeleid binnen VESOC op een nieuwe leest.

Voor de operationalisering van het preventief bedrijfsbeleid op het terrein werd een vierstappenplan geïntroduceerd: het planmatig sensibiliseren van ondernemingen, het aanreiken van hulpmiddelen voor een diagnose, het aanbieden van een vervolgtraject, zowel naar het opzetten van een doorstartplan als naar de begeleiding bij de implementatie ervan.

De toepassing van dit vierstappenplan beperkte zich tot op heden tot ondernemingen die niet in moeilijkheden verkeren, maar er eventueel dreigen in te raken. Daarbij werd gekeken naar de grens van het eigen vermogen dat minstens 50% van het bedrijfskapitaal moet bedragen.

In de praktijk werd vastgesteld dat de diagnose van de ondernemingen veelal gebeurt op basis van historische gegevens, waarbij het hanteren van de 50%-ondergrens op basis van het eigen vermogen niet altijd toelaat om een accurate grens te trekken tussen gezonde, minder gezonde en ongezonde ondernemingen.

Op 6 mei 2010 werd de SERV om advies gevraagd over de mogelijke verruiming van de toepasbaarheid van de PBB (Preventief Bedrijfsbeleid)-instrumenten.

In zijn advies wees de SERV op de problematiek van de afstemming van het preventief bedrijfsbeleid op de Wet Continuïteit van Ondernemingen (WCO).

Meer concreet zou de SERV het opportuun vinden dat een onderneming binnen WCO gebruik zou kunnen maken van de tussenkomsten binnen het PBB-stappenplan.

Gevolg gevend aan dit advies, heeft de Vlaamse regering beslist de doelgroep dusdanig te verruimen dat ook ondernemingen die effectief in moeilijkheden verkeren tot het instrumentarium zouden worden toegelaten.

Het verschaffen van steun aan ondernemingen in moeilijkheden houdt wel in dat dit voorstel bij de Europese Commissie dient aangemeld.

De KMO-portefeuille ressorteert immers onder de zogenaamde Europese de minimis-verordening.