Volgens Wikipedia “kenmerkt het werk van Kafka zich door een nachtmerrieachtige, onheilspellende sfeer waarin de bureaucratie en de onpersoonlijke maatschappij steeds meer greep krijgen op het individu”. Met de doos van Pandora verwijst on-line encyclopedie Encyclo naar een bron van veel ellende en leed. Nu al kunnen we besluiten dat beide meer dan voldoende hun plaats verdiend hebben binnen de fiscale maatregelen welke Di Rupo I wil invoeren.

Het is een publiek geheim dat we in België jaar na jaar een podiumplaats veroveren bij de prijsuitreiking voor de ontwikkelde landen met de hoogste fiscale druk.

Nog voor de nieuwe fiscale maatregelen van Di Rupo I was het zo dat werknemers hun “Belgian tax freedom day” of de dag waarop ze tijdens het kalenderjaar niet langer werken voor de staat maar voor zichzelf verdienen, pas op 4 augustus konden vieren.

Ter vergelijking: op Cyprus is dit op 13 maart. Zelfs Europa vond het nodig om er bij de regeringsvorming op te wijzen dat België voornamelijk diende te besparen.

En desondanks werden toch heel wat nieuwe fiscale maatregelen boven de doopvont gehouden.

Sommigen nog voor hun geboorte, want slechts enkele er van werden in het Belgisch Staatsblad van 31 december, 4^e editie, officieel verklaard.

Maar ook hier werd nog voor eind januari de maatregel voor personenwagens al tweemaal bijgestuurd.

Dit tot grote frustratie van sociaal secretariaten die op de voorlaatste dag van de maand hun berekeningen dienden te herbeginnen.

En ook dit te voorbarig, want uiteindelijk werd nogal amateuristisch van overheidswege bepaald dat de laatste wijziging pas ingang zou vinden per 1 mei, waarbij het nog onzeker is of en hoe er dan wel een “verrekening” zou gebeuren.

Bedrijfswagens, …

Tja, onder het mom van de bescherming van het milieu worden bedrijfswagens nog maar eens fiscaal geviseerd.

De “melkkoe” van de regering heeft zijn naam in deze zeker niet gestolen. Denken we maar eens aan het feit dat nu al heel wat bedrijfswagens fiscaal slechts 50% aftrekbaar zijn.

Een aftrekbaarheid die verhoogt tot 120% voor elektrische wagens en tussenin fluctueert naargelang van de CO2-uitstoot. Laat ons eerlijk zijn, het gros van de wagens is maximaal 70% fiscaal aftrekbaar.

Neem daar nog bij dat wagens al een grote som bijdragen voor de BIV (belasting op inverkeerstelling), de jaarlijkse verkeersbelasting én het gigantisch percentage per liter brandstof. Van 2004 tot op vandaag fluctueerde deze “belastingdruk” tussen de 62 en 73%.

Weet dat op vandaag de beroepsmatige brandstof ook maar voor 75% aftrekbaar is en het plaatje is u waarschijnlijk al duidelijk.

Met nog maar eens een verhoogde berekening van het voordeel in natura voor bedrijfswagen, gecombineerd met een bijkomende niet aftrekbaarheid van de kosten ten belope van 17% van dit berekend voordeel in natura in de vennootschap, is het voor iedereen duidelijk dat de koe niet meer gemolken wordt, maar stilaan naar de slachtbank is gebracht.

De reactie van velen om de bedrijfswagens uit hun vennootschappen te halen of te downsizen zal noch onze economie, noch de begroting, noch het milieu veel ten goede komen, vrezen velen.

… notionele intrestaftrek en andere

Maar niet enkel de personenwagens delen in de fiscale klappen. De notionele interestaftrek - lees: de Reynders-aftrek - kon niet gespaard blijven: het bedrag van de geraamde opbrengst, zijnde 1,6 miljard euro, zegt voldoende.

Intergroepsleningen worden fiscaal beperkt, op een ogenblik waarop geschreeuwd wordt in de kranten dat de banken de kredietkraan aan het bedrijfsleven hebben dichtgedraaid en massaal hun geld bij de ECB “parkeren”.

Via het belasten aan 25% van meerwaarden op aandelen in vennootschappen hoopt Di Rupo 150 miljoen euro binnen te halen.

Zij die überhaupt meerwaarden realiseren zullen heel waarschijnlijk wel rekening houden met de “regels” om deze belasting niet te voldoen, maar het beperkt alweer de vrijheid van handelen.

De idealisten onder ons die nog wensen te genieten van aandelenopties zien hun forfaitair berekend voordeel van alle aard ten belope van 15% naar 18% verhogen.

Genieters van gezinswoningen en/of tweede verblijven in een vennootschap zien hun belastbaar voordeel met niet minder dan 90% stijgen, samen met een indexering van de heel recente verhogingen inzake elektriciteit en verwarming.

Samen met de verhoging van de transactietaks op beursverrichtingen (geraamde opbrengst: 50 miljoen euro), de BTW op de aangeboden diensten van notarissen en gerechtsdeurwaarders (100 miljoen euro), de verhoging van het BTW-tarief van 12% naar 21% voor digitale televisie (84 miljoen euro), de verhoging van de accijnzen op tabak en alcohol (168 miljoen euro) en de verhoging van de prijs van een dienstencheque met 1 euro (7 miljoen euro), hebben we de voornaamste nieuwe belastingen wel gehad.

“Besparende overheid”

In het kader van het doorvoeren van besparingen schrapt Di Rupo I de fiscale gunstmaatregelen voor alle “groene” aftrekposten.

Waaronder dus de 40% fiscale aftrekmogelijkheid voor onderhoud en aankoop van stookketels, zonne-energie, dubbele beglazing, warmtepompen, de fiscale aftrek voor passiefwoningen …

Enkel dakisolatie wordt gedeeltelijk gespaard, waarbij de aftrek van 40% daalt naar 30% en de overdraagbaarheid wordt geschrapt. Anders gezegd, we gaan terug naar het “spreiden” van de betaling van de dakisolatie over verschillende kalenderjaren. Of hoe groen hier een blauwtje loopt of rood van schaamte wordt.

Verder wordt de fiscale aftrek voor kinderopvang, de aftrek voor de enige eigen woning voortaan niet meer afgetrokken aan het marginaal belastingtarief maar wel aan 45%.

Verloren kans: afschaffing interne pensioenvoorziening

Nog een jammerlijke beslissing betreft de afschaffing van de interne pensioenvoorziening.

De interne pensioenvoorziening bood aan jonge overnemers van een vennootschap de ideale mogelijkheid om de dure cash-flow, nodig ter financiering van de aangekochte vennootschapsaandelen, financieel wat minder zwaar te maken.

Aanzet tot vermogensbelasting

Veralgemeend is het zo dat de meeste roerende inkomsten voortaan 25% belasting zullen ondergaan.

Dit ofwel door een bronheffing van 25% dan wel door 21% + de bijkomende heffing van 4% op grote vermogensinkomsten.

Hiermee worden ALLE roerende inkomsten bedoeld, waarbij een vrijstelling van 20.000 EUR eerst wordt opgevuld met de dividenden aan 25%, het belast gedeelte van de spaarrekeningen, …

Anders gezegd: bitter weinigen zullen het maximaal fiscaal voordeel van 800 EUR genieten.

Gelukkig ontspringt de Leterme-obligatie (staatsobligatie tussen 24 november 2011 en 2 december 2011) hier volledig de dans.

Wel is het zo dat ALLE roerende inkomsten, met uitzondering van de aan 21% belaste roerende inkomsten die spontaan de bijkomende heffing van 4% hebben ondergaan, moeten worden aangegeven in de personenbelasting.

Bovendien moeten ook de inkomsten ook worden doorgespeeld aan een contactpunt, binnen de FOD Financiën, maar weliswaar onafhankelijk werkend…

De werkende belg kan zich hierbij moeilijk van de indruk ontdoen dat het alweer hij is die het gelag (of was het gelach) zal betalen.

Niet alleen worden we nu echt de wereldtop inzake belastingheffing, maar het geld blijft langs de achterdeur op straat vloeien.

En alweer maar eens brengen deze maatregelen extra administratieve verplichtingen en dito kosten met zich.

Bovendien worden de maatregelen de wereld in gestuurd en binnen de week reeds aangepast, wat voor de belastingplichtigen voor heel wat onzekerheid zorgt.

Maar gelukkig hebben we nog de aankondiging dat de controles zullen verscherpt worden …De “controle-statistieken” zullen over enkele jaren aangeven of dit ook voor alle Belgen was bedoeld.

(Bovenstaande bijdrage kwam tot stand in samenwerking met Vandelanotte. Meer info: 056/43.80.60 of www.vandelanotte.be).