Oost West, kmo-markt best

12/11/2012 OM 09:43 - Daphny Aeck
Placeholder
NULL

Spijts het minder economisch klimaat en de bijhorende onzekerheid wordt nog altijd in aanzienlijke mate bedrijfsvastgoed gekocht en gehuurd. Terwijl het aanbod op vandaag overwegend focust op (ver)kopen, floreert er parallel een goede en gezonde huurmarkt, weliswaar met een beperkter aanbod maar vooral gevoed met kwaliteitsvolle ateliers. Wie wil beleggen in vastgoed, hoeft dus niet noodzakelijk aan de voor de hand liggende appartementen te denken. Vooral in de bedrijvensfeer van kleine ateliers is het vlot vinden van kwalitatieve huurders een opvallende positieve trend.

Bovenstaande gouden tip komt van Geert Berlamont, bestuurder Turner & Dewaele. Hij geeft het concrete voorbeeld van een bedrijven-cluster (Strohof) in Roeselare: allemaal zijn de 26 ateliers op korte tijd verkocht, waarvan 10 aan beleggers. Deze laatsten kunnen makkelijk een rendement van 4% halen.

How come? De periode van ‘the sky is the limit’ is voorlopig gepasseerd, argumenteert Berlamont. Naast de twijfel die de economie teweeg brengt, is er ook de onzekerheid verbonden aan de fiscaliteit. Het effect van de maatregelen van de regering di Rupo die de voordelen alle aard en van bedrijfswagens zwaarder aanpakken, weegt nu eenmaal ergens door. Dat geldt vooral voor kleinere kmo’s. Vermits de consequenties van genoemde fiscale ingrepen nog niet echt bekend zijn, nemen velen een afwachtende houding aan inzake nieuwe investeringen.

Kleinere bedrijfsunits

Van de andere kant is er het fenomeen Europa waarin België zeker geen mal figuur staat. Vooral in Oost- en West-Vlaanderen heerst er een lage werkloosheidsgraad en zijn er zelfs heel wat bedrijven voortdurend op zoek naar valabele arbeidskrachten. In beide Vlaamse provincies zijn een enorm aantal kleine kmo’s actief die financieel vrij sterk staan. In heel wat gevallen zijn ze gekoppeld aan wereldspelers en ze blijven er dan ook in de schaduw van staan.

Wel blijft de tendens van de voorbije jaren naar concentratie zich doorzetten. Het operationele van deze kmo’s wordt gerationaliseerd en geautomatiseerd, zodat kleinere bedrijfunits volstaan om hun ding te doen. Daardoor zijn ook niet meer noodzakelijk hele hectaren bedrijventerreinen vandoen.
“Samen met ontwikkelaars hebben wij daar nauw aan meegewerkt,” stelt Geert Berlamont duidelijk: “Als kmo’er kan je altijd zeer mooie en kwaliteitsvolle gebouwen kopen (of huren). Wel mag je dat eigenlijk nog enkel doen wanneer ze in een bedrijvenzone liggen. We moeten af van zonevreemde bedrijfsgebouwtjes. Economisch gezien hebben ze ook geen waarde meer.”

Lokale winkeliers behouden

De stap naar winkelvastgoed is vlug gezet. Hier predikt Geert Berlamont iets meer omzichtigheid. Er kan nu eenmaal niet naast de stijgende leegstand gekeken worden. Waar dergelijke lacunes kenmerkend waren voor B-locaties, durft het fenomeen ook al de kop opsteken op toplocaties in grote steden.

Volgens de bestuurder van Turner & Dewaele is deze leegstand in de eerste plaats een aspect van de economie die het nu wat minder doet. Een meer gericht structureel winkelbeleid in de grote steden zou alvast heel wat positiefs in de hand kunnen werken.

Geert Berlamont: “Er zijn een aantal ketens die herstructuren en er zijn nogal wat trackers die niet meer uitbreiden en status-quo blijven. Daarnaast heeft het ruimer aanbod op de iets mindere liggingen voor een stuk te maken met de tendens die er is geweest om ook buiten de stadscentra grote winkelstraten te creëren of winkelcentra in te planten.
De uitdaging bestaat dan ook eerder in het aanbieden van kwaliteitsvolle handelspanden én in het behoud van de lokale streekeigen winkeliers die nu eenmaal cachet geven aan hun straat. Dit laatste probleem behelst overigens niet enkel de horeca. Ook in de beroepscategorieën van de slagers, bakkers, enz. zijn er meer neringdoenden die stoppen dan die starten. Hun ingerichte panden vergen een nieuwe invulling, maar potentiële kopers zien het niet altijd zitten om deze panden zelf te gaan transformeren.”

Van handelspand naar woonfunctie?

Wat zijn de consequenties op het vlak van de prijs? Geert Berlamont: “Als eigenaar kan je niet altijd meer het onderste uit de kan willen. Soms moet je durven erkennen dat de prijs niet kan blijven stijgen. We verkeren m.a.w. vandaag ergens in de fase van stabilisering van de prijzen der handelspanden.

Bij sommige panden heeft het echter geen zin om de prijs nog verder te zakken wanneer de vraag er niet is. In voorkomend geval kan aan de overheid de vraag gesteld worden naar een vlottere omvorming van een handelspand naar een woonfunctie.

Deze kwestie kan ook ruimer gesteld worden als beleid: een zone kan bijv. omgevormd worden tot een woonzone. Nu krijg je soms het fenomeen van winkels met mindere kwaliteit, zoals bijv. nachtwinkels kunnen zijn. De steden zullen mee moeten nadenken hoe dat verschijnsel kan ondervangen worden.

Dat vergt niet noodzakelijk zware financiële inspanningen. Het is eerder een visie: hoe concentreren we er ons op dat bepaalde straten echte kernstraten worden naar winkelcentra toe en dat andere straten een eigen invulling krijgen? Veeleer dan kris-kras overal winkels toe te laten, minderwaardige soms.”

Vicieus effect

Aan een leegstaand (winkel)pand is overigens nog een ander aspect verbonden. De eigenaar wil niet liever dan dat het verhuurd wordt en is zelfs bereid toegevingen te doen op dat stuk. Toch moet hij uiteindelijk ook nog een leegstandsbelasting betalen, terwijl hij eigenlijk vragende partij is om het niet leeg te laten staan. Dat is nogal zuur.”

Intussen blijven de factoren ligging en uitstraling cruciaal voor de aantrekkingskracht van het shoppinggebeuren. Lukraak ingeplante winkels krijgen minder aandacht. De consument opteert vandaag vooral voor shoppingcentra vanaf 20 labels en met parkeerruimte.

Regionalisering kantoormarkt gaat verder

De kantoormarkt vertoont duidelijke tekenen van herstel. Het heeft er alle schijn van dat de dip voorbij is inzake overaanbod, annex leegstand in Brussel. Voorts gaat de tendens naar regionalisering verder. Steeds meer komen Oost- en West-Vlaanderen in het vizier.

Gent wordt een grote uitdaging omdat er zeer veel gebouwd wordt. In West-Vlaamse steden groeit de kantoormarkt veel minder uitgesproken, maar wat er bijkomt is dermate kwalitatief dat het ingevuld geraakt.

Er staat dan ook veeleer een vraagteken naast oudere gebouwen die leegstaan en niet meer conform zijn aan de normen.

Voor kantoren worden de visibiliteit, de bereikbaarheid, parkeermogelijkheid en snelle verbinding met de autostrade steeds belangrijker.

Een andere optie is de weg die de NMBS nu aan het bewandelen: investeren in het station. In Brugge zitten de ambtenaren nu bijv. gecentraliseerd in het Kamgebouw. Het voordeel is daar altijd openbaar vervoer ter beschikking te hebben.

Voor u geselecteerd

Kort de voordelen van een abonnement...

Belangrijk nieuws te delen?

Cookie voorkeuren

Deze website gebruikt cookies om je een betere bezoekerservaring te bieden. Bepaal hier welke soort cookies je toestaat.