Bouwunie ontvangt dagelijks klachten van Vlaamse bouw-KMO’s die eigen personeel tewerk stellen omdat ze steeds meer oneerlijke concurrentie ervaren van of via buitenlandse bouwbedrijven en zelfstandigen. Het gaat om een divers spectrum: van bedrijven die alle regels aan hun laars lappen en volledig clandestien werken, over bedrijven die bepaalde aspecten van onze wetten en regels niet naleven, tot bedrijven die officieel de regels wel naleven, maar door de veel lagere sociale lasten in het eigen land tegen veel lagere prijzen kunnen werken. Het gaat om allerlei, al dan niet legale, constructies die ervoor zorgen dat de loonkosten van de onderaannemers lager liggen en dat deze erg flexibel aan de slag zijn.

Voor een Belgische bouw-KMO, die door de Belgische overheid is gekend en die de regels wil volgen, is het moeilijk tot onmogelijk tegen deze concurrentie op te boksen, zo luidt het. Heel wat bouw-KMO’s zitten dan ook met de handen in het haar en denken er ernstig aan de boeken toe te doen indien met deze constructies ongestoord kan worden verder gewerkt. De crisis versterkt nu de hele problematiek nog.

Bouwunie doet een aantal voorstellen om de concurrentie op de bouwmarkt eerlijker te maken. De belangrijkste zijn een versoepeling van de al te rigide arbeidswetgeving aan de moderne tijdsgeest, het doortrekken van de sociale en fiscale aansprakelijkheid tot en met de opdrachtgevers, het verplicht opleggen aan overheden om op hun werven enkel erkende onderaannemers in te schakelen en het verbeteren van de informatiedoorstroming en communicatie tussen binnen- en buitenlandse overheids- en inspectiediensten.

Zo lang er echter op Europees vlak geen draagvlak is om deze oneerlijke concurrentie aan te pakken en er geen uniforme Europese spelregels zijn naar tewerkstelling en verloning van het personeel toe, blijft het echter vechten tegen de bierkaai, aldus Bouwunie.