De Oost-Vlaamse deputatie heeft beslist om de voorwaarde “rechtstreekse participatie” in windturbineprojecten af te dwingen. Om de inplanting van windturbines ruimtelijk te ordenen, heeft de provincie uitvoeringsplannen opgestart voor twee zones: “Eeklo-Maldegem” en “E40 tussen Aalter en Aalst”.

Voorts werkte de provinciale overheid een draagvlakmodel uit om de lusten en lasten van de windturbineparken in die zones te verdelen. Dat draagvlakmodel voorziet in een minimale rechtstreekse participatie van 20% in windturbineprojecten en een bijdrage van de ontwikkelaars in een lokaal fonds dat ten goede moet komen aan de omgeving van de windturbines.

De provincie schuift voor de rechtstreekse participatie voor burgers en bedrijven de partner REScoop naar voor. Voor rechtstreekse participatie voor de lokale overheden zou het Vlaams Energiebedrijf de partner kunnen worden.