Belgische werknemer niet bang van verandering

27/06/2014 OM 07:52 - Luc Willemijns
E2866b8922abd5ee651b03a9e166719e
Werknemers zijn niet tegen veranderingen op de werkvloer, maar zijn toch minder bereid eraan mee te werken dan vijf jaar terug. Nagenoeg driekwart van de Belgische werknemers (71%) is nochtans wel overtuigd van de noodzaak ervan. Dat blijkt uit onderzoek van HR-dienstverlener Securex in samenwerking met KULeuven, dat peilde naar de veranderingsbereidheid en de impact van veranderingen op werknemers. Met organisatieveranderingen bedoelen we voornamelijk fusies, herstructuctureringen, privatiseringen en collectieve afdankingen. Uit het onderzoek blijkt ook dat 1 op 3 in 2012 een verandering van dit type binnen de organisatie meemaakte. Deze had vaak negatieve gevolgen voor zowel werknemer als werkgever. Vooral omdat de jobonzekerheid hierdoor steeg. Bedrijven moeten daarom duidelijker en vaker communiceren over veranderingen in hun organisatie.

In 2008 wilden negen op de tien werknemers meewerken aan veranderingen op de werkvloer. Dat percentage bleef zo goed als stabiel tot 2011. Maar in 2010 daalde de veranderingsbereidheid met 7 procentpunten: toen was slechts 83% bereid om te veranderen. Sinds 2013 is de bereidheid weer aan het stijgen (naar 87%), maar we zitten nog niet op het niveau van vijf jaar terug.

Principieel niet afkerig tegen veranderingen

Werknemers staan dus principieel niet afkerig tegenover organisatieveranderingen. 71% van de Belgische werknemers denkt immers dat de veranderingen die in hun organisatie worden doorgevoerd, noodzakelijk zijn. 67% heeft vertrouwen in de goede afloop ervan en 66% is er zelfs van overtuigd dat veranderingen in hun organisatie tot een verbetering zullen leiden. Tot slot geeft 87% van de werknemers aan bereid te zijn om aan veranderingen binnen hun organisatie mee te werken.

De resultaten van het onderzoek tonen aan dat vijftigplussers even open staan voor verandering als jongere werknemers (87%). Dit in tegenstelling tot wat vaak wordt beweerd: ouderen zouden minder tot verandering bereid zijn. Dit gebruikt men als (één van de vele) argument(en) om in eerste instantie deze groep bij organisatieveranderingen, zoals een fusie of herstructurering, op straat te zetten.

Meer bereidheid in Vlaanderen

Vlaamse werknemers zijn meer bereid om aan veranderingen mee te werken dan hun Waalse en Brusselse werknemers (90% versus 81%). Waalse werknemers hebben minder vertrouwen in de goede afloop van de veranderingen in hun organisatie dan Vlaamse en Brusselse werknemers (60% versus 69%). Daarnaast zijn werknemers ten zuiden van de taalgrens ook minder overtuigd dat de veranderingen in hun organisatie tot verbeteringen zullen leiden (60% versus 69%).

Verschil tussen publieke en private sector

Werknemers uit de publieke sector zien minder goed de noodzaak in van veranderingen dan werknemers uit de privé-sector (67% versus 72%). Ze hebben dan ook minder vertrouwen in veranderingen (61% versus 70%), en denken minder dat verandering tot verbetering zal leiden (59% versus 70%). En toch zijn werknemers uit de privé-sector niet meer bereid om te veranderen dan werknemers uit de publieke sector (87%).

Organisatieverandering vaak herstructurering

Bijna één op drie werknemers maakte in 2012 ten minste één organisatieverandering mee, vooral herstructureringen. 5% van alle werknemers werd geconfronteerd met een fusie, 20% met een herstructurering, 1% met een privatisering, 4% met een collectieve afdanking en 7% met een andere organisatiewijziging. Meer dan twee op drie van alle werknemers maakte in 2012 geen enkele organisatieverandering mee.

De 31% die wel minimaal één organisatieverandering meemaakte, kunnen we opdelen in 28% met slechts één organisatieverandering in 2012 en 3% met meer dan 1 (tot maximum 3).

Werknemers die in de twaalf maanden voor de bevraging een organisatieverandering hebben meegemaakt, doen het op een aantal vlakken minder goed dan zij die geen verandering ondergingen. Ze zijn langer afwezig door ziekte of privé-ongeval (12 dagen versus 9 dagen in 12 maanden) én melden zich ook makkelijker ziek (60% versus 54% was ten minste één keer afwezig). Daarnaast ervaren ze meer werkstress (67% versus 58%) en zelfs meer stress in het algemeen (42% versus 31%).

Ze verklaren ook dat hun gezondheid hen hindert bij hun andere sociale activiteiten, zoals het bezoeken van vrienden en familie (30% versus 25%) en dat hun werk een negatieve invloed heeft op hun gezondheid (37% versus 28%).

Verder zijn ze:

  • minder productief (86% versus 91%)
  • minder betrokken bij hun werk (82% versus 87%) en hun organisatie (68% versus 74%)
  • minder gemotiveerd (78% versus 85%)
  • minder tevreden (77% versus 84%).

Ze willen ook vaker hun organisatie verlaten (32% versus 23%). Maar dit hoeft niet per sé negatief te zijn.

(Bovenstaande bijdrage kwam tot stand in samenwerking met Securex)

Meer info: www.securex.be.

Voor u geselecteerd

Kort de voordelen van een abonnement...

Belangrijk nieuws te delen?

Cookie voorkeuren

Deze website gebruikt cookies om je een betere bezoekerservaring te bieden. Bepaal hier welke soort cookies je toestaat.