Recent onderzoek van professor Ghislain Houben (UHasselt) raamt het banenverlies in de horeca als gevolg van de introductie van de elektronische kassa op 68.000. De invoegetreding van die tool, ter bestrijding van het zwartwerk binnen de sector, werd andermaal verdaagd tot 1 januari 2015.

Sectorfederatie Horeca Vlaanderen dringt bij de regeringsonderhandelaars aan op een forfaitisering van de personeelkost in combinatie met een belangrijke uitbreiding van het aantal werkuren en een verlaging van de loonkost.

Na Zweden zou België het eerste Europees land met een “black box” in Europa worden.

“De introductie van de witte kassa leidde in het Scandinavisch land tot een daling van de directe tewerkstelling in de horecasector met 15,6%,” weet Vanheusden. “Bovendien vertoont de Zweedse reca-sector een totaal andere structuur. Zo is het service-niveau beduidend lager, de productkost veel hoger en het aanbod kleiner,” zo luidt het.

Geëxtrapolleerd naar het Belgische niveau waarschuwt de voorzitter van Horeca Vlaanderen dat in België de kritieke drempel om een gedegen horeca-service te verlenen, bereikt is.

“Voor horeca-ondernemingen met 3 tot 4 werknemers is de kritieke grens, omwille van de hoge loonkost, bereikt. Voor bedrijven met 10 medewerkers is de toestand ronduit dramatisch. Het is schrijnend vast te moeten stellen dat de elektronische kassa in wezen tegen de initiële bedoelingen ingaat. De sterkst gereglementeerde horeca-ondernemingen komen thans eerst in de gevarenzone omwille van een aantal kosten die niet aan de klant kunnen worden doorgerekend,” luidt het.

Voor de café-sector enten zich hier de negatieve effecten van het rookverbod, het verdwijnen van de dorpscafés en de problematiek van de brouwerijcontracten bovenop.

In 2010 stond de overheid een BTW-verlaging op voeding toe.

“Dat stelpte tijdelijk de aangroei van het aantal falingen. Sindsdien is de falingscurve jaarlijks groter geworden. Elk jaar gaan 18% van het totale aantal marktspelers in de horeca overstag,” stelt Vanheusden vast.

Negatieve perceptie

Inmiddels kampt de horeca met een negatieve marktperceptie, hoewel de sector de elektronische kassa per definitie niet ongenegen is. Begrijpelijk is wel dat daarvoor op een leefbaar kader wordt gerekend. Zo rekende Horeca Vlaanderen voor dat in Nederland de loonkost 35% (!, nvdr.) lager ligt, de BTW op voeding en niet-alcoholische dranken er 5,5% bedraagt (tegen 12% en 21% in België) en de algemene aankoopkosten er ook 13% gunstiger liggen.

In schril contrast met de schrijnende situatie in de reca-sector staat het hotelwezen dat nog steeds groeit en bloeit. Getuige de jongste evoluties bij charme boutique-hotel Mardaga.

Filip Vanheusden: “Voor een subsector als de hotels blijft de catering bijzonder belangrijk maar liggen de personeelskosten anders. Zo bedraagt de vaste kost per overnachting (personeel, tafellinnen, kamerreiniging, …) ongeveer 25 euro. Dat is pakweg 20% van de gemiddelde kamerprijs”.

Ter vergelijking: in het reca-segment bedraagt de personeelskost ruim 45% van de omzet. In de restaurants en cafés zijn wel 85% van het horecapersoneel tewerk gesteld.

Wat meteen ook verklaart waarom Hotel Mardaga per 1 september j.l. zijn restaurant- en wijnconcept aanpaste. Op de menukaart staan voortaan klassiekers uit grootmoeders keuken, niet langer het culinaire zesgangenmenu van weleer. Op de kaartwijnen wordt, heel transparant, een marge van zowat 35 euro genomen.

Facelift voor oudste hotel-restaurant in Limburg

In 2006 verwierf Ludo Geurden, die op ruime ervaring in het internationaal hotelmanagement kon bogen, de controle over Hotel Mardaga, dat in 1909 werd geopend. Daarmee is het het oudste hotel-restaurant in Limburg. Vandaag runt Geurden het hotel samen met echtgenote Christine en zoon Maxim, die sinds 2013 medezaakvoerder is.

In 2010 kreeg de buitengevel van Hotel Mardaga een nieuwe kleur, werden de keuken volledig vernieuwd, het interieur opgefrist en het hotelsanitair vervangen. Dit jaar werd nog eens 350.000 euro geïnvesteerd in de renovatie van de 18 kamers, de vergaderzaal (met een capaciteit van 15 tot 60 personen), het restaurant en de ontbijtzaal.

In zowat 3 tot 5 jaar hoopt de familie Geurden 20 kamers aan het aanbod toe te voegen. Gesterkt door de overtuiging dat de gemiddelde kamerbezetting sinds de overname van 25 tot 60% kon worden opgekrikt.

“Bedoeling is in de achterliggende tuin een pand over twee verdiepingen op te trekken dat 20 kamers en een bijkomende vergaderzaal (30 personen) zal huisvesten. Maar eerst even afwachten welke impact de sluiting van Ford Genk op het Limburgse hotelwezen heeft,” besluit Ludo Geurden.