Voor de vijftigste verjaardag van Viessmann Belgium zakte president en ceo Martin Viessmann, lid van de derde generatie, persoonlijk naar Nossegem af. België was in 1964 de eerste buitenlandse vestiging van het familiale bedrijf dat intussen tot een heuse multinational is uitgegroeid. Oorspronkelijk vermarkte Viessmann verwarmingsketels op olie en steenkool die specifiek voor de Belgische markt werden ontwikkeld.

Sinds 1988 is Viessmann Belgium actief in Nossegem, waar het bedrijf zijn activiteiten centraliseerde. Tien jaar eerder had de onderneming in Verviers een nieuw gebouw in gebruik genomen dat, wegens de gestage uitbreiding van het productengamma, al snel te klein bleek. In België heeft Viessmann voorts verkoopskantoren in Roeselare en Welkenraedt, dat ook het distributiecentrum herbergt.

“Met een 150-tal medewerkers en een omzet van 90 miljoen euro is Viessmann Belgium nog steeds één van de grootste vestigingen van de groep,” beklemtoont Martin Viessmann. Vorig jaar boekte de groep een omzettotaal van 2,1 miljard euro.

Totaalaanbod van energiedragers en -toepassingen …

Op vandaag positioneert Viessmann zich in de markt met een totaalaanbod voor alle energiedragers en -toepassingen, zo nog de president-ceo. En dat stemt het topmanagement tot optimisme, zeker nu de belangstelling voor energie in het algemeen, en hernieuwbare energie in het bijzonder, is toegenomen. De vraag naar hernieuwbare energie-applicaties zit in de lift, zo luidt het.

“De uitstap uit de kernenergie zadelt onze sector op met grote structurele veranderingen en dito uitdagingen,” aldus Viessmann, onder meer verwijzend naar de Belgische ambities om vanaf 2050 nog uitsluitend zijn toevlucht tot hernieuwbare energie te nemen. De emissie van broeikasgassen leidt tot een klimaatverandering. “We mogen niet langer roofbouw op onze natuurlijke hulpbronnen plegen indien we onze welvaart wensen te vrijwaren,” wordt daaraan toegevoegd.

Als antwoord hierop formuleert Viessmann een totaalaanbod, dat zowel oplossingen voor warmte- als koudetechnologie, klimatisatie als verluchting afdekt. Als energiebronnen bedient het bedrijf zich van stookolie en aardgas, maar ook van biomassa, zonne-energie en geothermie.

Sinds het nieuwe millennium is Viessmann zijn know-how in fossiele brandstoftechnologie gaan aanvullen met bijkomende expertise die extern werd ingekocht, dit ter aanvulling van de eigen R&D in warmtepomptechnologie.

Zo werden ondernemingen aangekocht als KWT (warmtepompen), Isocal (ijsreservoirtechnologie), KÖB (biomassa), Hexis (brandstofcellen), ESS (centrales van 5 tot 500 kW), MSR (domotica), HKB (grote vermogens), Sodiet (energiezuinige verbrandingsketels), Mawera (grote vermogens biomassa), Schmack, Carbotech en Bioferm (alle biogas).

… met gigantische warmte-expertise

De sleutel tot de ommekeer in het klassieke energieverbruikspatroon schuilt volgens Martin Viessmann in de warmtemarkt. Zowat 35% van het hedendaags energieverbruik wordt aan verwarming gespendeerd. Dat dient afgezet tegen het verouderde gebouwenpark in Europa.

“Voor een land als België dat weinig eigen grondstoffen heeft, is de verhoging van de energie-efficiëntie van het allergrootste belang,” waarschuwt de Duitse industrieel.

Als familiebedrijf met een lange termijnstrategie, zijn energie-efficiëntie en duurzaamheid al jarenlang kernbegrippen. Zo werd Viessmann in eigen land twintig jaar terug al bekroond met de Milieuprijs als één van eerste bedrijven in Europa met een ECO-certificatie.

Binnen de context van de hedendaagse energieproblematiek wil Viessmann een voortrekkersrol opeisen bij het energie-efficiënter maken van de internationale gebouwenmarkt.

“Dat is een markt met een reusachtig potentieel voor energiebesparing, dat nog niet of nauwelijks is aangeboord,” weet Martin Viessmann.

In zijn hoofdkantoor in Allendorf gaf Viessmann alvast zelf het voorbeeld. Zo leidde het duurzaamheidsproject “Effizienz Plus” tot een verhoogde energie-efficiëntie met 20%. Het aandeel van de hernieuwbare energie werd tot 60% opgevoerd terwijl het verbruik van fossiele brandstoffen en de CO2-uitstoot met respectievelijk 70 en 80% werden teruggedrongen.

“Met Effizienz Plus leverden we zelf het bewijs dat de technologieën voor een grotere energie-efficiëntie vandaag beschikbaar zijn. Waar we thans nog nood aan hebben, ook in België, zijn door de overheid te creëren positieve randvoorwaarden,” besluit Martin Viessmann.