In 1932 richtten enkele aannemers, studiebureaus en architecten Seco (Sécurité Construction) op met als doel de kwaliteitsbewaking over bouwprojecten te verzorgen. Die bleken, omwille van de grote prijzendruk, toendertijd niet altijd van grote deugdelijkheid te getuigen. In die periode bijvoorbeeld begaven ook enkele bruggen over het Albertkanaal het. Aan de grondslag van de oprichting van Seco lag de tienjarige verzekering.

Vandaag telt Seco een 150-tal aandeelhouders. Naast aannemingsbedrijven, architecten en studiebureaus, zijn ook enkele leveranciers van bouwmaterialen in het kapitaal vertegenwoordigd.

Tweeledige activiteit

Seco focust enerzijds op de technische controle van bouwprojecten (grote gebouwen en burgerlijke bouwkunde) en op het toetsen van innoverende producten op hun kwaliteit. Het schakelt daarvoor 290 werknemers in, waaronder 230 (voornamelijk bouwkundig) ingenieurs. Met een omzet van 33 miljoen euro in 2013 is het bedrijf marktleider in de Benelux. Ruim één derde van dat cijfer wordt uit controle-opdrachten buiten de landsgrenzen gehaald.

Seco, dat wereldwijd actief is, heeft filialen in Luxemburg (Secolux, sinds 1987), Nederland (Seconed, 2003), Frankrijk (Seco France, 2004) en Polen (Seco Polska, 2005).

“Seco stelt zijn expertise als kenniscentrum voor de bouwsector ter beschikking van de bouwheren gedurende het hele traject, gaande van het ontwerp tot de uitvoering en uiteindelijke oplevering. In een totaalaanpak analyseren we de verschillende elementen op een transversale manier om te beantwoorden aan de verplichtingen op het vlak van veiligheid, comfort, milieuprestaties en duurzaamheid,” aldus ceo Yves Pianet. “Sinds kort bieden we onze diensten ook aan na de voltooiing van het bouwproject. Zo worden we steeds vaker betrokken bij het onderhoud en de exploitatie,” wordt daaraan toegevoegd.

Dat Seco steeds vaker maatspecifieke oplossingen biedt, blijkt bijvoorbeeld uit de recente technische controle van de beweegbare bekisting ter ondersteuning van het gieten van het wegdek van een brug voor één van de “missing links” in Vlaanderen.

“In het licht van DBFM’s (Design, Build, Finance & Maintain) komen we steeds vaker tussenbeide in het screenen van de onderhoudswerkzaamheden, zodat het gebouw of de installaties na dertig jaar in optimale conditie kunnen worden overgedragen,” valt business development manger Bernard de Bruyckere bij.

Innovatie ondersteunen

Samen met het WTCB richtte Seco in 1992 de 50/50 joint-venture BCCA (Belgian Certification Construction Association) op.

“Met BCCA begeleiden we innovatie en verschaffen we durf aan de Belgische bouwheer,” verklaart Pianet.

In concreto tekent het BCCA voor de certificatie van innoverende producten, waarvoor nog geen kwaliteitsnormen zijn. Tot de meer traditionele diensten horen technische goedkeuringen (ETA, ATG, …), productiecertificatie (Benor), certificatie van personen en processen, het optreden als “notified body” voor CE-markeringen en kwaliteisaudits.

“Op het stuk van de kwaliteitsaudits worden we steeds actiever. Dat heeft vooral te maken met de kwaliteitskaders waarmee de Vlaamse regering uitpakt ter ondersteuning van innoverende installaties in de bouw,” beklemtoont Pianet.

Kleine speler, grote expertise

In vergelijking met grote wereldwijd actieve spelers als SGS, Dekra, Veritas,en TÜV, is Seco eerder een kleine speler.

“Als marktleider in de Benelux onderscheiden we ons voornamelijk door te mikken op niches in moeilijke markten met een hoge complexiteit of waar expertise en toegevoegde waarde centraal staan,” benadrukt de Bruyckere.

Met die expertise hoopt Seco straks ook een groter stuk van de marktkoek in Nederland in te pikken. De liberalisering van de gemeentelijke toetsing en inspecties bij een bouwaanvraag in Nederland opent immers perspectieven met betrekking tot technische controles naar de conformiteit van het Bouwbesluit (stabiliteit, brandveiligheid, bouwfysica, installaties, …).

Ceo Pianet laat er weinig twijfel over bestaan: “In de komende vijf jaar mikken we vooral op internationalisering binnen Europa, daarna erbuiten. Daarvoor focussen we vooral op projecten in en rond havenomgevingen omwille van onze uitgebreide ervaring in waterbouwkunde,” klinkt het tot slot.