Met de nieuwe installaties in Antwerpen en Marl breidt Evonik zijn C4-productiecapaciteit gevoelig uit. In Antwerpen is dat het geval voor de productie van butadieen, in Marl voor de productie van de weekmakeralcohol isononanol (INA) en in beide voor het anti-klopmiddel MTBE.

Het anti-klopmiddel MTBE (methyl-tertiar-butylether) verhoogt het octaangehalte van brandstoffen in benzinemotoren en leidt tot een betere verbranding van de brandstof (lees: minder uitstoot, nvdr.). Isononanol wordt als alcoholcomponent vooral bij de productie van PVC-weekmakers gebruikt. Weekmakers op basis van INA leveren uitstekende prestaties in de plastisol- en thermoplastische verwerking.

De jongste expansie in Antwerpen is meteen de vijfde sinds de opstart van de C4-productie in Antwerpen. In 2004 werd de productiecapaciteit al een eerste keer verhoogd, gevolgd door een kleinere expansie tussen 2006 en 2008. In 2011 werd aan de MTBE- (methyl-tertiar-butylether) installatie een “splitter” toegevoegd.

Dankzij de jongste uitbreiding start Evonik in de Scheldehaven de productie van butadieen op. Butadieen wordt onder meer verwerkt in rubberbanden, elastomeren (voor bijvoorbeeld) plastic handschoenen en kunststoffen. Voorts kreeg de MTBE-installatie er een derde straat bij en werden een nieuwe koeltoren en sociaal gebouw opgetrokken.

“Voortaan kunnen we 100.000 ton butadieen op jaarbasis produceren. De productiecapaciteit van MTBE wordt met 125.000 ton tot nagenoeg 500.000 ton per jaar verhoogd,” aldus Wim Mellaerts, plant manager in Antwerpen van Evonik Oxeno GmbH.

Wereldwijd neemt de vraag naar butadieen, naar verluidt, met ruim 3% per jaar toe.

Nieuwe technologie

Bij de Evonik-vestiging in Marl bleek de vraag naar butadieen groter dan het aanbod. Vandaar dat een uitbreiding van de productiecapiteit zich opdrong. In Antwerpen ligt de nieuwe butadieenactiviteit in het verlengde van de valorisatie van een bestaande grondstof. Daartoe werd een nieuwe technologie ontwikkeld.

“De inhuldiging van de nieuwe C4-installaties betekent een belangrijke stap voor de verdere ontwikkeling van de divisie Performance Materials van Evonik Degussa Antwerpen,” aldus Christian Kullmann, chief strategy officer van Evonik Industries AG.

Antwerpen huisvest, na Duitsland, de grootste vestiging van het chemieconcern in Europa, met maar liefst 11 productie-eenheden. Waar Evonik Degussa Antwerpen met de productie van methionine als “blockbuster” zich voornamelijk deed opmerken met de divisie Nutrition & Care, wint Evonik Oxeno Antwerpen met de nieuwe installaties in de divisie Performance Materials behoorlijk aan belang.

“Dankzij de nieuwe installaties in zowel Antwerpen als Marl kunnen we C4 thans verwerken tot op de laatste molecule,” zo nog Kullmann.

Evonik is al geruime tijd wereldleider op het vlak van C4-producten, zoals butadieen, MTBE, isobuteen, 1-buteen, isononanol evenals 2-PH (2-propylethanol) en DINP (di-isononylftalaat). Voor de verwerking van de C4-grondstoffen beschikt de onderneming over geïntegreerde grote installaties. Met de nieuwe productie-installaties in Antwerpen en Marl mikt Evonik in de C4-chemie op een verdere uitbouw van zijn marktpositie.