Het project genoot de steun van ACEA, de Europese vereniging van autoconstructeurs, en heeft tot doel om konvooicorridors in Europa te promoten, internationale samenwerking te bevorderen en de weg voor Europese wetswijzigingen te effenen.

Scania nam het voortouw met nieuwe concepten voor konvooirijden en ontwikkelde truck-combinaties die op korte afstand van elkaar kunnen rijden, wat men ook platooning noemt. Het eerste voertuig in het konvooi fungeert als “leider” die het tempo voor de volgers aangeeft. De afgelopen jaren bracht Scania platooning in de praktijk in zijn eigen transporttak. Zo bleek dat men door de luchtweerstand te verminderen tot 10% brandstof in een reële verkeerscontext kan besparen.

Veel trucks zijn tegenwoordig toegerust met radar- en camerasystemen zodat ze op korte afstand van hun voorganger kunnen rijden. Dankzij betrouwbare communicatie kunnen voertuigen in een konvooi op korte (zelfs een kleine 10 meter) maar veilige afstand van elkaar rijden. Dat is mogelijk door geavanceerde technologie en software die voertuigen digitaal met elkaar verbindt, de tussenafstand regelt en de remmen tegelijkertijd activeert als dat nodig is.

Chauffeurs in geautomatiseerde konvooien blijven altijd verantwoordelijk voor de support-systemen in hun truck en kunnen het konvooi op elk moment verlaten of de afstand tot het kopvoertuig vergrote, bijvoorbeeld om andere bestuurders te helpen de autosnelweg te verlaten.

Op het traject tussen Södertälje en Malmö in Zweden reden de Scania truck- en trailer-combinaties met een extra trailer, waardoor de totale individuele lengte tot 32 meter opliep.