Fusie-organisatie overkoepelt voormalige KVIV en VIK

20/04/2016 OM 10:40 - Luc Willemijns
1bd60d727739f6bb1452ab232fe67299
Nancy Vercammen: “Het nieuwe ie-net hanteert een vernieuwende insteek in zijn dienstverlening voor bedrijven”
In 2012 zetten de Koninklijke Vlaamse Ingenieursvereniging (KVIV V.Z.W., Antwerpen) en Vlaamse Ingenieurskamer V.Z.W. (VIK, Wommelgem) onder de naam ie-net een samenwerkingsverband op. Die samenwerking werd begin dit jaar bezegeld met een officiële fusie waarbij de voormalige ingenieursverenigingen opgingen in de nieuw opgerichte V.Z.W. ie-net ingenieursvereniging, kort ie-net. De nieuwe V.Z.W. blijft weliswaar actief in de netwerking, de belangenverdediging en de voortgezette opleiding van ingenieurs, maar maakt bovenop werk van de loopbaanbegeleiding, competentie-ontwikkeling en matching van vraag en aanbod op de arbeidsmarkt. Het focust daarbij niet in het minst op de structurele arbeidsreserve van zowat tweeduizend jonge ingenieurs die, ondanks het tekort op de arbeidsmarkt, moeilijk aan de bak komen.

KVIV en VIK, die zich respectievelijk toespitsten op burgerlijk en bio-ingenieurs enerzijds, industrieel ingenieurs anderzijds, zochten toenadering in het zog van het Bologna-akkoord, waarbij de niet-universitaire opleidingen van het langere type in het universitair niveau werden ingekapseld. In 2012 besloten de organisaties hun opleidingsaanbod te bundelen.

Het Technologisch Instituut (TI), dat binnen KVIV een eigen rechtspersoonlijkheid had, en VIK Vorming werden in ie-net ondergebracht. Dat overkoepelde in eerste instantie de vormingsactiviteiten, events en dienstverlening ten gunste van bedrijven van de twee ingenieursverenigingen.

In een volgende stap werden verschillende pogingen ondernomen om ook de ledenwerking (lees: de belangenverdediging en individuele dienstverlening ten gunste van de leden, nvdr.) onder gemeenschappelijke paraplu te brengen. Dat proces werd bij het jaarbegin met succes afgerond.

“De nieuwe V.Z.W. ie-net ingenieursvereniging, waarbij “ie” verwijst naar “inspired by engineers”, verdedigt de belangen van de ingenieurs op Vlaams, nationaal en Europees vlak. Daarnaast neemt de organisatie zijn maatschappelijke rol op in de vorm van een maatspecifiek opleidingsaanbod en een goed uitgebouwde regionale werking,” verduidelijkt Nancy Vercammen, algemeen directeur ie-net.

Op regionaal vlak dient de fusie nog goeddeels voltrokken, maar opzet van ie-net is daarvoor op de plaatselijke dynamiek te vertrouwen. KVIV was eerder voornamelijk provinciaal gestructureerd terwijl VIK’s regionale aanwezigheid veeleer door de inplanting van de hogescholen was ingegeven. Hoedanook, in Vlaams-Brabant versmolten VIK en KVIV reeds eerder tot één regionale entiteit. VIK- en KVIV-jongeren opereren inmiddels al als ie-net jongeren. Idem dito wat de seniorenwerking betreft. Net als voor de jongeren, wordt ie-net senioren vandaag reeds centraal aangestuurd.

“We gunnen de regionale afdelingen de nodige tijd om, met respect voor hun eigenheid en cultuur, in het fusieproces te stappen. Wel moedigen we hen aan op regionaal vlak op jaarbasis een aantal gemeenschappelijke initiatieven op te zetten. Uiteindelijke bedoeling is door te groeien naar een eengemaakte regionale structuur,” zo nog Vercammen.

Tweeduizend werkzoekende ingenieurs ondanks krappe arbeidsmarkt

In weerwil van de sterke vraag naar zowel burgerlijke, bio- als industrieel ingenieurs, blijkt uit VDAB-cijfers dat Vlaanderen momenteel een tweeduizend werkloze ingenieurs telt. Het grootste deel daarvan zijn industrieel ingenieurs. Doorgaans is een kwart van de werkloze ingenieurs jonger dan 30, 35% is ouder dan 50 jaar.

Nancy Vercammen: “Uit ervaring weten we dat een bepaald percentage van de jonge werkzoekende ingenieurs niet aan de bak komt omwille van een gebrek aan “soft skills” (communicatieve en emotionele vaardigheden), niet omwille van een tekort aan technische kennis of bagage”.

Bovendien blijken jonge ingenieurs zich in hun zoektocht naar werk niet zelden vrij kieskeurig op te stellen. Hun verwachtingen rond het startloon blijken niet altijd van realisme te getuigen. Daarom organiseert ie-net een jaarlijkse salarisenquête die het ingenieursloon in kaart brengt op basis van decielen en in functie van het promotiejaar. Ingenieurs kunnen zodoende hun loon(evolutie) op de tijdsas gaan benchmarken, rekening houdend met de aard van hun functie (leidinggevend dan wel technisch).

De ingenieursorganisatie organiseert ook een onderzoek rond startbanen. Dat peilt bij laatstejaarsstudenten en jonge afgestudeerde ingenieurs naar hun ervaringen in hun zoektocht naar een job.

“Dat levert belangrijke informatie op voor de ingenieurs die straks afstuderen met als bedoeling om hen zo snel mogelijk in de arbeidsmarkt binnen te loodsen. Niet enkel vanuit hun individueel perspectief maar eveneens vanuit de invalshoek van het bedrijfsleven. Ie-net neemt zodoende zijn maatschappelijke rol op om vraag en aanbod op elkaar af te stemmen,” beklemtoont de algemeen directeur.

Binnen die context dient ook het job-portaal van ie-net gezien. Bedrijven kunnen er aan employer branding doen en jaarlijks gratis drie vacatures plaatsen. Ingenieurs, al dan niet lid van ie-net, kunnen er eventueel anoniem hun profiel opladen. Het portaal is viertalig (Nederlands, Frans, Engels en Duits) zodat ook internationale bedrijven en ingenieurs van vreemde origine er gebruik van kunnen maken.

Vorig jaar zette ie-net met Universiteit Antwerpen (UA) een job dating in pilootproject op. In de toekomst organiseert de ingenieursorganisatie in mei en september dergelijke manifestaties in eigen beheer met een vooraf vastgelegd afsprakenschema. Opzet is zodoende voor zowel de sollicitanten als de deelnemende acht tot tien ondernemingen een maximale return on-investment neer te zetten.

Voor ingenieurs tussen twee jobs worden specifieke netwerkavonden ingelegd met werkende collega’s die een soortgelijke situatie hebben meegemaakt en derhalve hun kennis kunnen delen.

“Ingenieurs worden liefst door andere ingenieurs geholpen omwille van hun kennis en ervaring,” weet de algemeen directeur van ie-net.

Loopbaanbegeleiding …

Zowat 20 à 25% van de ingenieurs moeten na het beëindigen van hun studies heel wat meer inspanningen leveren om aan een job te raken. Dat levert momenteel een onbenut arbeids- en innovatiepotentieel op van een 2.000 ingenieurs in Vlaanderen. Gezien de snelle technologische evolutie is het voor ie-net zaak hen zo snel mogelijk in het arbeidscircuit te integreren.

Nancy Vercammen: “De loopbaanbegeleiding van hoogopgeleiden in Vlaanderen bestaat op dit ogenblik voornamelijk uit zelfredzaamheids-tools die de overheid ter beschikking stelt. Voor een bepaald gedeelte van die ingenieurs volstaan die tools niet. Ze hebben nood aan intensieve begeleiding”.

Samen met Talentenfabriek stapte ie-net zopas in een traject om, in opdracht van de VDAB, een deeltje van de begeleiding van de werkzoekende ingenieurs op zich te nemen. De ingenieursvereniging zal zich meer bepaald toespitsen op de screening van de C.V.’s vanuit een technische invalshoek.

“Ingenieurs pakken graag uit met ellenlange C.V.’s. We leren hen aan om zich tot het essentiële te beperken,” luidt het.

Binnen bedrijven gaat ie-net op zoek naar werkplekken voor ingenieurs. Bedoeling is zodoende de perceptie bij te sturen als zouden ingenieurs die niet onmiddellijk aan de bak raken, niet over de juiste vaardigheden beschikken.

Het ligt niet in de bedoeling van ie-net de hele loopbaanbegeleiding van ingenieurs in eigen beheer te verzorgen. Desgewenst wordt rond specifieke vragen met externe partners samen gewerkt.

… en competentie-ontwikkeling

Andere belangrijke poot binnen ie-net is competentie-ontwikkeling. Het rijk gestoffeerde aanbod van kort- en langlopende opleidingen wordt gevoed door actieve expertengroepen, met specialisatie in bepaalde domeinen (energie, akoestiek, civiele techniek, meet- en regeltechniek, voeding, milieu, …).

Nancy Vercammen: “Het opleidingsaanbod van ie-net komt versterkt uit de fusie-operatie. Binnen de achterliggende expertengroep versterken de meer praktijkgerichte ervaring van de industrieel ingenieurs en de conceptmatige insteek van de burgerlijk ingenieurs elkaar onderling”.

Het opleidingsaanbod van ie-net, dat ook voor anderen dan de 10.000 leden toegankelijk is, speelt in op de behoeften van zowel de individuele ingenieurs als van de bedrijven. Ondernemingen financieren immers meer dan 90% van de door ie-net verstrekte opleidingen. Tachtig procent van de docenten zijn ingenieurs met praktijkervaring. Vorig jaar organiseerde ie-net 64 opleidingen. Daarop tekenden 2.300 deelnemers present.

Beroepsvereniging met meerwaarde

Ie-net becijfert zijn belang als beroepsvereniging niet aan de hand van de geïnde lidgelden.

“Die insteek is, wat ons betreft, achterhaald. We zetten volop in op het creëren van een beroepsvereniging die meerwaarde aan zijn leden biedt. Traditioneel was dat in de vorm van belangenverdediging, dienstverlening ten gunste van de individuele leden en netwerking. Naar bedrijven toe hanteren we een vrij vernieuwende insteek via onze maatschappelijke rol. Die vullen we in door ervoor te zorgen dat ingenieurs zo snel mogelijk bijdragen tot de economische ontwikkeling en innovatie door hun competenties te versterken en hen sneller met de marktvraag te matchen. Zo beogen we een versnelde marktintrede dan wel -herintrede,” besluit Nancy Vercammen.

Voor u geselecteerd

Kort de voordelen van een abonnement...

Belangrijk nieuws te delen?

Cookie voorkeuren

Deze website gebruikt cookies om je een betere bezoekerservaring te bieden. Bepaal hier welke soort cookies je toestaat.