Willen we weten wie het meest verdient, dan moeten we de bruto-lonen vergelijken op basis van het promotiejaar of de promotiegroep. Het promotiejaar is het jaar waarin het recentste ingenieursdiploma werd behaald. Er worden geen gemiddelde lonen berekend per promotiejaar of promotiegroep, maar de resultaten zijn weergegeven met de hulp van vijf decielen (10%, 30%, 50%, 70%, 90%).

Dat betekent dat als voor de promotiegroep 2013-2014 bij het deciel 10% het bedrag 2.415 genoteerd staat, dat 10% van de respondenten die horen tot deze promotiegroep minder verdient dan 2.415 euro, of 90% verdient meer. De cijfers laten toe in te schatten of een ingenieur tegenover het promotiejaar/groep een hoog- dan wel een laagverdiener is.

Vergelijken we de bruto-lonen van de industrieel ingenieurs op basis van de mediaan (50%), dan zien we dat de mythe niet doorbroken is. Opvallend is dat de uiterste bruto-lonen (10% en 90%) voor burgerlijk ingenieurs beduidend hoger liggen dan bij industrieel ingenieurs.

Ingenieur kiest voor bedrijfswagen

Als we kijken naar de extralegale voordelen die ingenieurs krijgen, dan zijn dat vooral de klassiekers: 13^de maand (voor 97% van de ingenieurs), hospitalisatieverzekering (voor 81%), groepsverzekering (voor 79%), maaltijdcheques (voor 74%) en laptop (voor 67%).

Slechts één op de tien ingenieurs heeft inspraak in de samenstelling van zijn voordelenpakket. Als de ingenieur zelf zijn voordelenpakket mag samen stellen, dan verschilt dat sterk van wat hij nu krijgt. De bedrijfswagen en de tankkaart worden als meest interessante extralegale voordelen beschouwd, maar amper zes ingenieurs op tien beschikken over dit voordeel.

70% is tevreden over job

Zeven op tien ingenieurs zijn tevreden over hun huidige job. Slechts één ingenieur op tien is totaal niet tevreden over zijn job. Beperkte doorgroeimogelijkheden, slecht management en geen waardering voor het werk zijn de belangrijkste redenen waarom men niet tevreden is.

Zes op tien is tevreden over loonpakket

Ingenieurs zijn minder tevreden over hun loon dan over hun job. “Er heerst een bepaald maatschappelijk beeld dat ingenieurs schaars zijn en hierdoor veel geld gaan verdienen. Dat klopt niet helemaal. Hierdoor is de loonsverwachting bij vooral jonge ingenieurs niet altijd realistisch. Dat vertaalt zich in een mindere tevredenheid over het loonpakket,” stelt Nancy Vercammen, algemeen directeur ie-net.

Kwart geïnteresseerd in andere werkgever

Ruim twee derden van de ingenieurs (67%) wil bij zijn huidige werkgever blijven, maar 30% hoopt te kunnen doorgroeien naar een hogere functie. Belangrijkste reden om te veranderen van werkgever zijn salaris en voordelenpakket, carrièremogelijkheden en, opvallend, de vestigingsplaats van het bedrijf.

Eén op twee ingenieurs leert levenslang buiten werkuren

“Levenslang leren is in het werkveld van de ingenieurs ingeburgerd en zeer belangrijk omdat de technologische vooruitgang zich tegen een hoog tempo voltrekt. Ofwel blijft men bij, ofwel telt men niet meer mee. Bij heel wat bedrijven maakt opleiding dan ook deel uit van het loonpakket,” zo nog Vercammen.

Uit de salarisenquête blijkt dat de helft van de ingenieurs op jaarbasis een opleiding of een bijscholing heeft gevolg in het kader van zijn professionele activiteiten. De helft ervan heeft tussen de vijf en tien dagen opleiding per jaar gevolgd.

Een bijkomende kwalificatie verwerven om zijn horizon als ingenieur te verbreden, wordt als heel belangrijk ervaren. Zo besteedt 55% van de ingenieurs buiten hun werkuren ook nog tijd aan professioneel leren. Zeven op de tien hiervan doet dat minimaal één keer per week.

(Bovenstaande bijdrage kwam tot stand in samenwerking met IE-NET)

Meer info: www.ie-net.be.