Italië: zorgen- of wonderkind voor Vlaamse ondernemers?

16/03/2017 OM 08:39 - Luc Willemijns
6627e0d4001aa1f2a874c9553ec9ae06
“Premier Matteo Renzi dient zijn ontslag in”, “Opnieuw zware aardbeving in Centraal-Italië”, “Italiaanse bankencrisis nog niet bezworen”, … In de media regende het de voorbije maanden rampspoedberichten uit Italië. Weinig aantrekkelijk voor buitenlandse investeerders en exporteurs, die doorgaans een stabielere omgeving prefereren. Maar moeten we niet verder kijken dan onze neus lang is?

Na een referendum over de grondwetsherziening die de macht van de senaat moest verkleinen, trad premier Matteo Renzi af. Het land startte op 12 december 2016 aan zijn 64ste regering in de voorbije zeventig jaar onder leiding van premier Paolo Gentiloni, ex-minister van Buitenlandse Zaken. De Gentiloni-regering wordt gezien als een tussenregering. De omstreden kieswet heeft het constitutioneel hof deels ongrondwettelijk verklaard. Volgens de Italiaanse rechters moeten bepaalde onderdelen van de kieswet worden aangepast. Mogelijk gaan de Italianen in 2017 toch vervroegd naar de stembus. Dat zet het land in wachtstand, ondanks het feit dat enkele concrete problemen een onmiddellijke aanpak vergen.

Het meest urgent zijn maatregelen om de wankelende Italiaanse banksector opnieuw stevig in het zadel te krijgen. De Europese Commissie stond toe dat Italië de liquiditeitsgarantie voor zijn banken tot 30 juni verlengt. Daardoor blijven ze tot dan over voldoende middelen beschikken, zodat klanten zeker aan hun geld kunnen. Maar oninbare leningen ter waarde van ongeveer 360 miljard euro vormen een gigantisch probleem, de herkapitalisatie van de banken is cruciaal. Idem voor een herstructurering van de sector. Want de voorzichtigere kredietverlening zet een rem op het herstel van de investeringen en beperkt de economische groei. Daarom is het reddingsfonds van 20 miljard euro een stap in de juiste richting. Zo krijgt de bankensector weer ademruimte.

Dreigt Spanje- of Griekenland-scenario?

Italië incasseert weliswaar flinke klappen, maar de situatie is van een totaal andere orde dan bijvoorbeeld Spanje of Griekenland. De doorsnee Italiaan spaart veel en heeft een aardige som op de bank. Laat ons niet uit het oog verliezen dat Italië een economische wereldmacht is, nummer acht in de wereld. Binnen de Eurozone is het de op twee na grootste economie. Het land kent grote welvaart. En dat ondanks vele decennia politieke onzekerheid.

Een nijpender probleem is de torenhoge werkloosheid, zeker bij de jongeren: in december 2016 een dramatische 40,1%. Krachtens een maatregel van de vorige regering kan een werkgever een tijdelijk contact slechts één keer verlengen. Daarna moet hij de werknemer vast in dienst nemen. Maar in Italië is iemand ontslaan bijzonder moeilijk, een vast contract is haast voor het leven. Daardoor krijgen veel jongeren na twee jaarcontracten de bons. Italië kent geen sociale zekerheid, daar vormt de familie het opvangnet. Dus blijven jongeren lang thuis wonen, trouwen ze laat, hebben ze later kinderen.

Tot slot zetten ook de migratiecrisis, de strijd tegen het terrorisme en de aardbevingen in Centraal-Italië in 2016 en 2017 het land onder grote financiële en sociale druk. Vorig jaar verwerkte Italië een instroom van zo’n 180.000 migranten, vooral vanuit Libië over de Middellandse Zee.

Made in Italy

Sinds de eeuwwisseling is de Italiaanse economie bijna niet gegroeid. Over het hele jaar 2016 groeide het BBP met slechts 0,8%. Dat lichte herstel was hoofdzakelijk op de rekening van de export te schrijven. De Italiaanse economie wordt vooral gedreven door de productie van hoogwaardige consumptiegoederen door KMO’s, meestal familiebedrijven.

De belangrijkste sectoren zijn de groot- en detailhandel, logistiek, transport, horeca en de industrie. Italië doet het uitstekend in de traditionele “Made in Italy”-sectoren: textiel, kleding, schoenen, meubels en de nautische sector. Maar het land biedt meer dan fashion, design en food. Italië is ook een wereldwijde topspeler in de machinebouw, de elektromechanische industrie, de robotica, motorvoertuigen, kunststoffen en petrochemische technologie.

Kansen voor Vlaamse bedrijven

Vlaamse producten en diensten worden in Italië even hoog ingeschaald als Duits, namelijk betrouwbaar en van topkwaliteit. Italianen - bijna 60 miljoen inwoners, erg koopkrachtig - zijn bereid om veel aan kwaliteitsvoeding te spenderen. Alles wat bio en organisch is, zit in de lift. Ook de groeiende markt van singles biedt mooie kansen. Sowieso wonen Italianen kleiner, alles om de beschikbare woonruimte te optimaliseren, scoort. Voorts wint de seniorenmarkt aan belang. Service-flats bestaan niet in Italië, woonzorgcentra zijn in oude staat. Traditioneel vangt de familie op, maar tegenwoordig moeten ook Italianen langer werken, waardoor dat alsmaar minder evident wordt.

Daarnaast biedt ook de Italiaanse farmaceutische industrie, de op drie na grootste in Europa, mogelijkheden aan Vlaamse bedrijven die met hun producten of technologie de Italiaanse markt willen betreden. Vooral diergeneeskundige, fytotherapeutische en tandheelkundige producten maken kans. Vlaamse medtech en innovatieve technologieën voor e-health vinden zeker opportuniteiten in Italië.

Tot slot nog veelbelovend is de maritieme sector. Italië vormt een natuurlijke hub in de Middellandse Zee en ligt in het centrum van de route Azië-Europa. Maar die strategische ligging blijft onderbenut. Door de inefficiëntie van het huidige logistieke systeem ziet het land jaarlijks minstens 50 miljard euro aan zich voorbijgaan. Het Nationaal Strategisch Plan van de Havens en de Logistiek - dat de havens wil laten aansluiten op spoor, weg en logistieke platformen - kan de Vlaamse expertise in intermodaliteit goed gebruiken.

Kleding vermarkten in Italië blijft als Vlaams bedrijf algemeen moeilijk. “Made in Italy” is erg belangrijk voor een Italiaan. Dat label duidt producten aan die volledig ontworpen, vervaardigd en verpakt zijn in Italië. Er bestaan 232 “Made in Italy”-gebieden met gespecialiseerde productiesystemen of districten. Daarin verzamelen zich bedrijven die dezelfde of aanverwante producten maken en zo een hele productieketen dekken. Die districten spelen een belangrijke rol in de nationale economie met ongeveer een kwart van het BNP en als werkgever voor ongeveer 20% van de beroepsbevolking. Wel staan ze open voor het vormen van joint-ventures en netwerken met buitenlandse partners.

Hoe best Italiaanse markt betreden?

Men kan rechtstreeks de Italiaanse markt betreden, maar essentieel is dan dat je de markt zelf grondig kent. Alleen zo krijg je een realistisch beeld van je exportmogelijkheden. Italië kent immers grote economische en culturele verschillen. Beslis in welke regio je moet zijn: in het noorden van het land zijn alle aankoopcentrales gevestigd. Daar draait de economische en industriële motor van het land.

Het centrum en het zuiden huisvesten vooral de dienstverlening, openbare nutsbedrijven en kenniscentra. De industriële districten of regionale bedrijven-clusters die opereren binnen een zelfde sector zjin een interessant aanknopingspunt. Vertrouw tijdens je voorbereiding niet op een eerste contact via de telefoon. Zelden zal de receptioniste je doorverbinden met de manager, het leeuwendeel van promotionele mails wordt ongeopend verwijderd. Wettelijk is het zelfs verboden om commerciële mails en faxen te versturen zonder voorgaande toestemming.

Vakbeurzen bezoeken is een nuttige eerste stap. On-line prospectie levert weinig goede resultaten op, persoonlijk contact blijft belangrijk. Als je via een tussenpersoon werkt, is in Italië de handelsagent het antwoord. De hele markt is erop gebaseerd. In sommige sectoren kan je zelfs niet zonder, omdat zij hun weg in de logge bureaucratie vinden. Ook beschikken de agenten die vaak met overheidsinstellingen werken, over inside information zodat je sneller en correcter je prijszetting kan maken. Hou er overigens rekening mee dat de betalingstermijn in Italië tot 120 dagen kan oplopen. Wat het vinden van een goede agent bemoeilijkt, is het ontbreken van een agentenrepertorium.

Het klinkt als een evidentie, maar klaag niet over de maffia. Meer zelfs, mijd het topic. En nog een cliché dat de wereld uit moet: het werkritme ligt hoog in Italië. In de meeste bedrijven worden wekelijks meer dan 40 uren geklopt. De avondspits start pas om half zeven. Denk ook niet dat je het in Italië in het Engels redt. De hoofdinkopers van grote multinationals spreken vaak geen Engels.

Ook al kunnen Italianen zich soms frivool gedragen, laat u niet misleiden. Ze hebben een aangeboren gevoel voor ondernemen. In de cultuur, maar ook in de zakenwereld, is “fare bella figura” belangrijk. Zorg ervoor dat je kleding tiptop is: van een goede kwaliteit, met een scherpe snit en assorti. Onderhandelingen worden beschouwd als een onderdeel van het plezier om zaken te doen. Belangrijk is dat je je Italiaanse gesprekspartner het gevoel bezorgt dat hij belangrijke toegevingen heeft gekregen, liefst grotere dan hij verwachtte. Hou dus altijd iets achter de hand. Tot slot, trek niet op zakenreis naar Italië in augustus, dan zijn veel bedrijven gesloten. September is ook geen goede periode, vermits iedereen dan terug opstart.

(Bovenstaande bijdrage kwam tot stand in samenwerking met Flanders Investment & Trade).

Meer info: www.flanderstrade.be.

Voor u geselecteerd

Kort de voordelen van een abonnement...

Belangrijk nieuws te delen?

Cookie voorkeuren

Deze website gebruikt cookies om je een betere bezoekerservaring te bieden. Bepaal hier welke soort cookies je toestaat.