Hoe reëel is de pensioencrisis wereldwijd?

21/09/2017 OM 07:31 - Wim Heirbaut
05e9a67c659f03372227ce89d3ce3544
Experten wereldwijd klagen dat beleggers niet voldoende opzij zetten voor hun pensioen en mogelijk niet de nodige risico’s nemen om de kloof te dichten. Staan we er dan echt zo slecht voor? Uit onze internationale enquête blijkt dat bedragen in Defined Contribution-plannen veel lager liggen dan wat beleggers later in hun leven nodig zullen hebben - maar verrassend genoeg wel in lijn zijn met de verwachtingen in een handvol landen. Gezegd wordt dat spaarders wereldwijd zich niet voldoende voorbereiden op hun pensioen. Dit doet enerzijds vragen rijzen over het overheidsbeleid op lange termijn en stelt particulieren en financieel adviseurs anderzijds voor een immense uitdaging.

Kijken we naar de cijfers, dan stellen we vast dat te weinig sparen wereldwijd een probleem vormt.

Uit recente gegevens van de Global Investment Survey van Legg Mason in 2017 over het bedrag dat particulieren in DC-plannen hebben gestopt, blijkt dat er grote tekorten zijn. Alleen Australië en de VS hebben meer dan 1,5 jaar inkomen bijeen gespaard, in andere landen liggen de cijfers een stuk lager. Franse en Belgische spaarders hebben het minste in DC-plannen opgebouwd, net voldoende om amper een half jaar rond te komen.

In grote lijnen hebben de bevraagde beleggers echter de neiging te lage doelen te stellen voor hun pensioenrekening - in ieder geval ten opzichte van wat ze waarschijnlijk nodig zullen hebben. Op vier landen na denken beleggers dat ze bijna het totale bedrag hebben opgebouwd dat ze nodig hebben in een DC-plan.

Misschien hoeft het dan ook niet te verbazen dat beleggers net in die vier landen de hoogste doelstellingen hebben voor DC-pensioensparen. Op basis van mediane cijfers spaarden Australiërs slechts 22% van wat ze nodig meenden te hebben in een DC-plan. Singaporese spaarders legden de lat ook hoog en spaarden naar eigen zeggen maar 45% van wat ze nodig hadden, gevolgd door het VK met 49% en de Amerikanen met 70%. China daarentegen spaarde 88% van wat ze nodig dachten te hebben in een DC-plan, Frankrijk 87% en Duitsland 83%.

Land

Gemiddelde (mediane) waarde van DC-pensioenen

Gemiddeld (mediaan) bedrag dat mensen denken te moeten opsparen in hun DC-pensioen

VK

£ 26,1k

£ 53,8k

Frankrijk

€ 13,20k

€ 15,0k

Spanje

€ 21,3k

€ 23,3k

Italië

€ 19,3k

€ 20,2k

Duitsland

€ 16,2k

€ 19,4k

België

€ 14,3k

€ 14,5k

Zwitserland

53,0k CHF

51,8k CHF

Zweden

201k SEK

213k SEK

Australië

98,3 AUD

443,2 AUD

Singapore

94,7 SGD

210,2 SGD

Verenigde Staten

$ 107,6

153,3

China

175,0 CNY

176,4

Bron: Legg Mason Global Investment Survey 2017

Uiteraard zijn Defined Contribution-plannen niet de enige inkomstenbron voor pensioenuitgaven. Landen met de laagste bedragen in DC-plannen hebben over het algemeen goed ontwikkelde wettelijke pensioenen en vangnetten in de gezondheidszorg, waardoor DC-plannen vermoedelijk minder centraal staan in de pensioenopbouw. Vermeldenswaard is dat de hogere bedragen in Australië en Singapore een door de regering wettelijk verplichte deelname aan DC-plannen weerspiegelen.

Andere inkomstenbronnen

En zelfs in landen waar de verplichting bij het individu ligt om er op eigen houtje mee te starten, bestaan er naast de wettelijke pensioenen andere bronnen om inkomsten uit te puren. Zo heeft 12,9% van de wereldwijde respondenten vastgoedbeleggingen (niet de eerste woning), een potentiële bron van huurinkomsten en/of prijsstijgingen. Daarnaast heb je nog lijfrenten, beleggingen die buiten DC-plannen worden gehouden en het vermogen dat in de hoofdwoning zit.

Dan nog is zelfs de mediaan van twee jaar in DC-pensioen(en) voor Australië en 1,8 jaar voor de VS in DC-plannen nauwelijks toereikend om de langere levensduur van de landen in de geïndustrialiseerde wereld te dekken. Zonder aanvullende inkomsten staan beleggers voor een verscheurende keuze: meer sparen, agressiever beleggen of vrede nemen met een lagere levensstandaard wanneer ze met pensioen zijn.

Het gemiddelde bedrag dat respondenten momenteel beweren te beleggen, is niet bepaald agressief te noemen. Voor aandelen is dat slechts 18%. 25% zegt wel te beleggen in alternatieve beleggingsklassen (niet-traditionele beleggingen, vastgoed en edele metalen) - die een sterk groeipotentieel hebben, diversificatie in principe in de hand werken en portefeuilles stabiel helpen te houden tijdens occasionele (en onvermijdelijke) waardeverminderingen die inherent zijn aan aandelen.

Eric Simonnet, Business Development Director - Benelux bij Legg Mason, concludeert: “Als gevolg van de huidige inspanningen om de pensioensystemen in de EU-lidstaten te hervormen, zullen andere pensioeninkomsten zoals privépensioenen aan belang winnen voor particuliere beleggers. Bij Legg Mason ontwikkelen we voortdurend producten die beleggers een stabiel inkomen garanderen wanneer ze met pensioen zijn.”

Voor u geselecteerd

Kort de voordelen van een abonnement...

Belangrijk nieuws te delen?

Cookie voorkeuren

Deze website gebruikt cookies om je een betere bezoekerservaring te bieden. Bepaal hier welke soort cookies je toestaat.