Unieke know-how redt levens in Belgische containerhavens

10/10/2017 OM 07:46 - Serge Vanbockryck
75677123746373a360ce56ee759a2d55
Als ongeval zijn ze vaak niet spectaculair genoeg om de media te halen, maar als reëel gevaar voor arbeiders des te meer. Ieder jaar komen er mensen om het leven bij het betreden van gesloten werkruimten of het openen van containers door het plots vrijkomen van levensgevaarlijke gassen. Maar veel vaker worden de gevolgen van blootstelling aan toxische gassen pas jaren later zichtbaar. Het Wilrijkse bedrijf Atmosafe, opgericht in 2011, is gespecialiseerd in het opsporen en detecteren van deze gassen, en inmiddels marktleider in België.

Wie containers zegt denkt natuurlijk aan de grote Belgische havens en het is dan ook daar dat Atmosafe het meest actief is, vooral dan in de haven van Antwerpen, maar ook in de havens van Zeebrugge, Gent en Oostende, en in Nederland in Vlissingen en Terneuzen. Ook begeleidt Atmosafe werkgevers in het beschermen van hun werknemers tegen de blootstelling aan chemische agentia waaraan deze laatsten kunnen worden blootgesteld bij het betreden van opslagplaatsen.

De gevaren voor werknemers in de sector zijn even verscheiden als complex. Ongeveer 15% van de door Atmosafe gemeten containers wordt afgekeurd omwille van te hoge concentraties aan schadelijke gassen. 1% ervan is veroorzaakt door residu’s van fumigatiegassen (fosfine, methylbromide, sulfurylfluoride, ethyleenoxide). Deze gassen worden gebruikt voor het ontsmetten van containers, om zo exogene epidemieën te vermijden of goederen te steriliseren. De overige containers bevatten te hoge concentraties omwille van uitdamping van solventen van de goederen zelf en omwille van biologische en chemische reacties. Een zeer gekend voorbeeld zijn schoenencontainers die zeer hoge concentraties aan benzeen, tolueen en ander vluchtige organische componenten bevatten.

Gebruik van chemicaliën

Hoewel er geen data over de herkomst van consumentengoederen worden bijgehouden, is er wel een verband tussen de wetgevingen in bepaalde landen en het gebruik van chemicaliën. Vermoedelijk zal er ook een verband zijn tussen de reistijd, uitdampingstijd van de goederen en de effectief gemeten concentraties bij aankomst. Atmosafe heeft vastgesteld dat een bij de producenten opgevraagde lijst van risico-chemicaliën zelden betrouwbaar is.

Atmosafe is sinds 2016 marktleider door het ontwikkelen van unieke meetmethoden die de gehele veiligheid waarborgen, maar die toch ook economisch concurrentieel zijn met de eenvoudige gasmeetmethoden die de concurrentie hanteert. De systematische breedspectrumreductie voor FTIR (Fourier Transform Infrared Spectroscopy) en de unieke analyseprocedures voor de TD-GC/MS (Thermal Desorption Gas Chromatography Mass Spectrometry) zijn in-huis ontwikkeld met ondersteuning van hun leveranciers. Hoewel de (dure) apparatuur vrij op de markt verkrijgbaar is, is het de wijze waarop de verzamelde meetgegevens door Atmosafe gecombineerd, geanalyseerd en gebruikt worden om 100% betrouwbare conclusies te formuleren, die uniek is. Atmosafe’s meetmethoden vereisen wel een specifieke scheikundige kennis, dewelke de meeste van onze concurrenten ontbreken.

Momenteel worden voornamelijk de containers gecontroleerd die geselecteerd zijn door de Douane (nauwelijks 1% van de containertrafiek) en bepaalde containers voor het FAVV (Federaal Agentschap voor de Voedsel Veiligheid). De douane wenst een gasvrij-certificaat van de logistieke forwarder alvorens zij de container controleren, idem voor het FAVV bij bepaalde containerstromen. Sommige warehouses werken ook met Atmosafe samen om de gevaren (chemische agentia) van hun goederenstromen in kaart te brengen. Dit meestal nadat een warehouse een afkeuringscertificaat van Atmosafe heeft ontvangen, opgesteld voor de Douane, na een inspectie van de FOD WASO (Werkgelegenheid, Arbeid en Sociaal Overleg) of na een incident op de werkvloer met betrekking tot chemische blootstelling. Het toont aan dat er nog nood is aan bewustwording in de sector.

Onvoldoende bewustzijn van gevarenproblematiek

Nog niet alle containers worden gecontroleerd, voornamelijk door een gebrek aan kennis van de gevaren, sensibilisering en economisch belemmerende overtuigingen. Men is niet volledig op de hoogte van de gevaren bij het betreden van containers en besloten ruimten in het algemeen. Men is er ook van overtuigd dat dergelijke controles veel geld kosten en weinig opleveren. Vroeger kon men enkel met erkende laboratoria werken die relatief duur zijn en waarbij de resultaten tot een week op zich lieten wachten. Atmosafe’s methode is zowel kwaliteitsvol als economisch haalbaar.

Een werkgever blijft steeds aansprakelijk voor incidenten veroorzaakt door het niet (volledig) volgen van de wet. Als privé-bedrijf kan Atmosafe enkel adviseren aan de werkgevers. Atmosafe adviseert volgens de normen van de wetgeving betreffende de blootstelling aan chemische agentia, maar de werkgever is vrij om te beslissen of hij het advies ter harte neemt. Atmosafe erkent het belang van de economische aspecten voor een bedrijf en zal tot het uiterste gaan om haalbare (lees: snelle, efficiënte en voordelige) oplossingen te formuleren.

De interventies van Atmosafe worden voornamelijk gevraagd na een inspectie van de FOD WASO, een incident of op vraag van het comité voor de bescherming en preventie op het werk. Het probleem van de blootstelling aan chemische agentia bij het lossen van containers wordt steeds meer en meer gekend in de sector. Er zijn ook bedrijven die trachten het risico op blootstelling van chemische agentia bij het lossen van containers aan te pakken zonder voorafgaand incident. De FOD WASO voert immers meer en meer gerichte inspecties uit in verband met deze problematiek en de werkgever dient dan aan te kunnen tonen dat hij deze problematiek aanpakt. Momenteel concentreert de FOD WASO zich voornamelijk op de blootstelling aan ethyleenoxide bij warehouses die medisch materiaal stockeren. Ethyleenoxide wordt namelijk gebruikt voor het steriliseren van medisch materiaal.

Iedere lidstaat van Europa heeft een gelijkaardige wetgeving omtrent dit onderwerp gebaseerd op de Europese richtlijn 98/24/EG. In België is dit het Koninklijk Besluit van 11 maart 2002 betreffende de bescherming van de gezondheid en de veiligheid van de werknemers tegen de risico’s van chemische agentia op het werk. Iedere lidstaat is verplicht om deze richtlijn te volgen, maar mag dit invullen op zijn manier. In de praktijk komt het erop neer dat de werkgever moet aantonen dat de blootstelling voor iedere stof onder zijn specifieke concentratie (grenswaarde) blijft. Deze grenswaarden zijn nationaal en verschillen tussen de lidstaten onderling. Er is dus nog voldoende werk aan de winkel.

Voor u geselecteerd

Kort de voordelen van een abonnement...

Belangrijk nieuws te delen?

Cookie voorkeuren

Deze website gebruikt cookies om je een betere bezoekerservaring te bieden. Bepaal hier welke soort cookies je toestaat.