De stap zetten om vanuit werkloosheid zelfstandige te worden, is niet evident. Je verliest vanaf dag één je werkloosheidsuitkering en wordt dus bij de opstart van je eigen zaak meteen geconfronteerd met een inkomensonzekerheid. Om werkzoekenden aan te moedigen toch de sprong te wagen, pakt Vlaanderen uit met een premie.

Hoewel uit cijfers van VDAB blijkt dat veel werkzoekenden ondernemerschapsambities koesteren, blijft het aantal werkzoekenden dat uiteindelijk voor een zelfstandige baan kiest, schommelen tussen de 2 à 3%. Voor hen is het financiële risico immers het grootst. De premie start op het moment dat de werkzoekende de sprong waagt en zich als zelfstandige in hoofdberoep inschrijft.

Het eerste kwartaal krijgt de werkzoekende elke maand 1.000 euro. Daarna daalt het bedrag elke drie maanden met 100 euro om na twee jaar volledig uit te doven. Op kruissnelheid heeft Vlaanderen voor deze premie 20,5 miljoen euro beschikbaar.

De premie wordt niet zonder meer toegekend. Van de werkzoekenden wordt een stevig engagement verwacht. Eerst moesten ze met succes een ondernemerschapstraject doorlopen, zoals bijvoorbeeld “Maak werk van je zaak”. Dat traject versterkt hun ondernemerschapscompetenties en verhoogt hun slaagkansen. Tijdens deze opleiding wordt ook de haalbaarheid van hun business-plan onder de loep genomen.