"Liberalisering Belgische elektriciteitsmarkt loopt mank"

André Jurres en Luc Schulze (Essent Belgium N.V.)
"Liberalisering Belgische elektriciteitsmarkt loopt mank"
Behoudens onvoorziene geopolitieke incidenten kunnen bedrijven dit jaar 10 tot 20% op hun elektriciteitsfactuur besparen. Wel is daarvoor een zekere alertheid vereist en moet actief met de leverancier van hun keuze worden onderhandeld. Een en ander is het gevolg van de daling van de distributiecomponent, stellen André Jurres en Luc Schulze, respectievelijk gedelegeerd bestuurder en sales & marketing director van Essent Belgium N.V. (Antwerpen), het voormalige WattPlus. Traditiegetrouw haalt men bij Essent zwaar uit naar de manier waarop de Belgische elektriciteitsmarkt wordt geliberaliseerd.
Na 11 jaar ervaring in de telecomwereld (Telecom Finland, Belgacom en KPN), richtte André Jurres in het vooruitzicht van de liberalisering van de elektriciteitsmarkt in 2001 WattPlus N.V. op. Toen dat proces zich begin 2002 op gang trok met de vrijmaking van het segment van de grote ondernemingen (raffinaderijen, grote productiebedrijven, .) ging WattPlus de markt op en werden de eerste stroomklanten gemaakt. In september 2002 werd het toenmalige WattPlus door zijn huisleverancier, de Nederlandse energieholding Essent, geïntegreerd. In de aanloop naar de tweede liberaliseringsfase, waarbij per 1 januari 2003 30.000 à 35.000 Vlaamse bedrijven hun stroom vrij op de markt konden gaan aankopen, bleek immers dat WattPlus de nodige financiële draagkracht ontbeerde om zelfstandig door te gaan. Eind 2002 ging WattPlus voor het eerst in België, in het vooruitzicht van de vrijmaking van de Vlaamse consumentenmarkt, groene stroom promoten, aanvankelijk onder de productnaam WattGroen®.Volgende belangrijke etappe in de bestaansgeschiedenis is mei 2004 toen WattPlus tot Essent Belgium werd herdoopt. Daarmee werd de band met de Nederlandse leverancier voor de markt heel transparant gemaakt. Transparantie die in een geliberaliseerde markt een evidentie hoort te zijn, luidt de achterliggende strategie. Vandaag de dag is Essent Belgium een volle dochter van het gelijknamige Nederlandse energiebedrijf dat door de Nederlandse provincies Brabant, Limburg en Noord-Holland wordt gecontroleerd. Bij onze noorderburen geldt Essent als het grootste energiebedrijf. In Noordwest-Europa ambieert het Nederlandse energiebedrijf ten andere binnen de vijf jaar een vaste stek binnen de Top 5 inzake duurzaamheid, rendement en kwaliteit.
Vandaag de dag tekent Essent met 12.000 werknemers voor een omzet van zowat 7 miljard euro. "In de Benelux en Duitsland telt de onderneming ongeveer 3 miljoen klanten, waarvan 2,5 miljoen in het thuisland. Zeker op het stuk van de groene stroomproductie is Essent uitgegroeid tot een bijzonder belangrijke speler. Vorig jaar produceerde de onderneming 4 tWh aan groene stroom op een totaal productievolume van 25 tWh. Ter vergelijking: op een totale productie van 70 tWh produceerde Electrabel in 2004 amper 0,1 tWh groene stroom. De verplichting om tegen 2011 6% van het totale productievolume groene stroom te produceren is derhalve een doelstelling die onmogelijk kan worden gehaald," schetst gedelegeerd bestuurder André Jurres.
Groene stroom-polemiek
Dat Essent Belgium het bij monde van zijn gedelegeerd bestuurder André Jurres niet meteen begrepen heeft op de wijze waarop het liberaliseringsproces in België wordt gevoerd, heeft onder meer te maken met de polemiek die in Vlaanderen ontstond rond het groene stroom-dossier. De Vlaamse overheid wijzigde immers in volle aanloop naar de liberalisering van het consumentensegment de spelregels. Zo werd het besluit om groene stroom kosteloos te distribueren in tweede instantie beperkt tot groene stroom opgewekt in het Vlaamse Gewest, naderhand uitgebreid tot ook het Brusselse en Waalse Gewest. Waarin Jurres een duidelijke poging van de Vlaamse overheid zag, ingegeven door het lobby-orgaan van de gewezen monopolisten, om de eventueel groeiende invloed van een Nederlandse concurrent af te blokken. "Op 24 maanden tijd heeft de Vlaamse regering de spelregels rond groene stroom reeds vier keer gewijzigd. Twee keer stapten we naar de Raad van State en even zoveel keer werd Essent in het gelijk gesteld," zo nog Jurres, die er zich over verwondert dat "de Belgische groene stroomcertificaten makkelijk drie keer zo duur als de Nederlandse". De Raad van State vonniste bovendien dat de voor groene stroom opgelegde quota-verplichting discriminerend zijn waardoor het hele stelsel van de groene stroomcertificaten op de helling is komen te staan, aldus de topman van Essent Belgium. "De vrees bestaat dat de Vlaamse overheid thans zal trachten nog snel iets van het certificatensysteem te redden door snel een huis-, tuin- en keukenoplossing uit te dokteren wat bij voorbaat een verloren strijd is. Juridisch maakt een dergelijk initiatief niet de minste kans op slagen, noch op Belgisch, noch op Europees vlak. Het is hoog tijd dat in Vlaanderen werk wordt gemaakt van een duurzame oplossing voor energie-investeringen," luidt het.
Intussen blijft Essent Belgium wel groene stroom promoten. Sales & marketing director Luc Schulze stelt dat in Vlaanderen intussen meer dan 16.000 gezinnen voor groene stroom opteerden. Geruggensteund door de twee arresten van de Raad van State, diende Essent Belgium intussen lastens de Vlaamse overheid een schade-claim bij de burgerlijke rechtbank in. "De wijziging van de spelregels deed onze toevloed aan nieuwe groene stroom-klanten overnight opdrogen," aldus Jurres, die de inkomstenderving voor Essent Belgium tijdens de eerste elf maanden na de introductie van groene stroom op de Vlaamse markt op zowat 11 miljoen euro raamt. Een tweede claim wordt intussen voorbereid, op basis van het tweede gevelde arrest.
André Jurres: "De door Essent Belgium ingediende schade-claim heeft niet enkel te maken met de geleden financiële schade, hoe substantieel ook, maar ook met de handicap die het initiatief het liberaliseringsproces toebracht. Winnaar van het hele gebeuren zijn de voormalige monopolisten geworden. Elke wijziging in de regelgeving in de aanloop van een liberalisering creëert onzekerheid. En dat is precies wat een bedrijf of een consument kan missen als kiespijn. Het enige wat Essent als nieuwe aanbieder wil is zekerheid en een stabiel omgevingsklimaat. In Vlaanderen zijn we er niet in geslaagd dat neer te zetten".
Liberalisering productiecapaciteit laat op zich wachten
Intussen wacht Essent Belgium sinds een jaar met ongeduld op de uitwerking van de beslissing getroffen tijdens de super-ministerraad te Gembloux met betrekking tot de liberalisering van het productiepark. Sindsdien is nauwelijks vooruitgang geboekt, zo luidt het. Terwijl impliciet wordt aangegeven dat het verdacht stil blijft bij de CREG (Commissie voor de Regulering van de Elektriciteit en het Gas, nvdr.) rond de studie van London Economics omtrent de "Structure and Functioning of the Elektricity Market in Belgium in a European Perspective".
Sales & marketing director Luc Schulze: "Gevolg is dat we momenteel in Vlaanderen zowat 20% teveel voor onze stroomfactuur betalen. Electrabel blijft met name de cash cow van het Franse Suez. En het zijn niet zozeer de grootverbruikers die het gelag betalen, maar inzonderheid de KMO's, zeg maar het gros van de ondernemingen".
"Waarom stelt niemand er zich vragen bij dat vanaf januari j.l. in bepaalde gebieden de distributiekost van elektriciteit met 15 tot 20% is gedaald. Dat kan onmogelijk het gevolg van een of andere afschrijving zijn. Logische conclusie is derhalve dat we in de voorbije jaren te fors hebben betaald. Men blijft in België kennelijk de energieprijzen op artificiële wijze manipuleren. Het is overigens een publiek geheim dat de tarieven niet door boekhoudkundige methodes worden gestaafd. Bovendien worden de elektriciteitsprijzen in België gekoppeld aan de evolutie van de gas- en olieprijzen, die door het conflict in Irak heel fors zijn gestegen. Alleen, 60% van het productiepark in België is nucleair gestuurd, zodat bij quasi-ongewijzigde uraniumprijzen, de verhoging van de olie- en gasprijzen slechts in beperkte mate een invloed op de energieprijs kan hebben," valt een combattieve André Jurres bij.
KMO's vaak slapende klanten
"Binnen die geliberaliseerde marktomgeving werd het KMO-segment tot op heden door de voormalige monopolist nauwelijks proactief benaderd. Precies die markt genereert goede marges," aldus Luc Schulze. "Jammer genoeg wordt dat segment door heel wat slapende klanten bevolkt die nood hebben aan een zekere bewustwording. Zolang het productiepark niet wordt geliberaliseerd, zijn geen verdere prijsdalingen te verwachten. Bijgevolg zal ook een positieve impact op de concurrentiekracht van dat soort ondernemingen uitblijven. En die energiekost moet dringend naar beneden, precies omdat de competitiviteit van onze bedrijven in het gedrang komt. Als dit al het geval is voor grote bedrijven, die doorgaans gunstiger leveringsvoorwaarden wisten te bedingen, is dat zeker ook zo voor kleine en middelgrote ondernemingen," luidt het. Nochtans, blijkt amper 20% van die ondernemingen op elektriciteitsvlak een proactieve strategie te huldigen, stellen onze beide gesprekspartners unaniem. "Nog te vaak percipiëren KMO's hun energiefactuur ten onrechte als een onontkoombare vaste kost", weet Schulze.
"De energiekost wordt een concurrentieverstorende factor ten opzichte van de buurlanden," weet de gedelegeerd bestuurder, "terwijl het net een competitief voordeel zou moeten wezen. Precies al omwille van het nucleair gestuurde productiepark zou de energieprijs in België tientallen procenten goedkoper moeten zijn dan in Nederland, dat op een voornamelijk gasgedreven productiepark is aangewezen".
Focus op ondernemer
Net zoals in 2004 zal Essent Belgium zijn marketing-inspanningen dit jaar ook voornamelijk focussen op de ondernemer. Het zakelijke segment tekent momenteel voor 70 tot 80% van het afzetvolume van de energieleverancier. Met een zeventigtal medewerkers realiseerde Essent Belgium in 2003 een omzet van een kleine 20 miljoen euro, aldus Jurres. "Jaarlijks groeien we momenteel met 300 tot 400% wat een inzicht geeft in onze verkoopprestaties over het voorbije jaar," wordt daaraan toegevoegd.
Essent Belgium bewerkt het bedrijvensegment in hoofdzaak met zelfstandige agenten. Het consumentensegment benadert men via winkelpunten, telefonische acties en Internet-campagnes. In Wallonië beschouwt Essent Belgium zich momenteel als de nummer drie op de Belgische markt. Als eerste nieuwe energieleverancier verkreeg Essent overigens het statuut van "standaardleverancier" in het zuidelijke landsgedeelte, nadat de gemeente Waver besloot de energievoorziening voor klanten uit het midden- en hoogspanningsnet van netbeheerder Régie de Wavre aan de nieuwe aanbieder toe te kennen.
Met twee standaardleveranciers, in casu Electrabel Customer Solutions en Luminus (de joint-venture waarin de zuivere intercommunales hun krachten met het Britse Centrica hebben gebundeld, nvdr.) en amper twee nieuwe spelers (lees: Essent en Nuon, nvdr.) heeft België duidelijke kansen gemist, menen zowel Jurres als Schulze. "Was men van start gegaan met een liberalisering van het productiepark en had men in een volgende fase standaardleveranciers geselecteerd uit minimaal drie tot vier aanbieders, hadden zich ongetwijfeld meer kandidaat-leveranciers in België aangemeld," meent André Jurres. Het systeem van het veilingprincipe had in dat geval de gemeenten ook meer opgeleverd dan thans het geval is geweest. Voordeel van de liberalisering is dan weer geweest dat de energiemarkt van een zuiver administratief proces een commerciële wending heeft genomen, waarbij zowel het bedrijfsleven als de consument zijn gebaat, meent Luc Schulze. Op de korte termijn streeft Essent Belgium dit jaar alvast 4.000 tot 6.000 nieuwe bedrijfsklanten na. Daarvoor rekent men vooral op de nieuwe monitoring-tools die men in het tweede kwartaal in de markt hoopt te zetten en die bedrijfsmatige prospects bewuster van hun energieverbruik en de ermee gepaard gaande kost moeten maken. Naargelang van de evoluties rond de groene stroom wordt op 50.000 tot 100.000 nieuwe particuliere afnemers gemikt. Tegen begin volgend jaar zou Essent alvast over eigen productiecapaciteit moeten beschikken. Op de Ineos-site in het Antwerpse havengebied investeert het energiebedrijf momenteel 130 miljoen euro in een warmte krachtkoppelingsinstallatie (WKK) met een vermogen van 130 of 150 MW. "Essent wil op middellange termijn een gezonde productie in België uitbouwen. Indien zich terzake nieuwe kansen aandienen, zullen we niet nalaten deze te bestuderen. Opzet is immers in een tijdsspanne van drie tot vijf jaar 5 tot 8% van de Belgische elektriciteitsmarkt in te palmen", besluit André Jurres.