Het feit dat de waarde van de Belgische beursgenoteerde life sciences-bedrijven is gestegen, is voor de hele sector goed nieuws. Zeker nadat twee topbedrijven, Ablynx en TiGenix, zich na een overname van de beurs moesten terugtrekken. Ablynx werd verkocht aan Sanofi voor 3,9 miljard euro en TiGenix kwam in handen van het Aziatische farmabedrijf Takeda voor 520 miljoen euro. Dat de Belgische biotech-sector kan standhouden op de beurs, heeft vooral te maken met het enorme succes van enkele sterkhouders. Zo steeg de beurswaarde van het Mechelse bedrijf Galapagos onlangs tot boven de zes miljard euro, grotendeels gedreven door de ontwikkeling van het geneesmiddel Filgotinib, een medicijn tegen reuma en een tiental andere ontstekingsziektes.

Filgotinib kan volgens beursanalisten op termijn een omzet van 5,4 miljard euro halen. Ook het Gentse argenx was succesvol met enkele nieuwe geneesmiddelen tegen kanker en auto-immune ziektes, net als biofarmagroep UCB. Vandaag zijn er een tiental producten van een vijftal beursgenoteerde Belgische bedrijven in de finale testfase bij mensen.

De grote biotech-bedrijven hebben dus een positieve evolutie gerealiseerd op de beurs, in tegenstelling tot de kleinere bedrijven, met een marktwaarde onder het miljard euro, die sinds eind april 2018 600 miljoen euro aan marktwaarde verloren (van 2,8 miljard euro naar 2,2 miljard euro). Toch blijft België in deze categorie zijn vierde plaats in Europa behouden. De gemiddelde waarde van de kleinere bedrijven zakte echter wel aanzienlijk van 344 miljoen euro naar 171 miljoen euro. Ook in andere Europese landen vond een gelijkaardige evolutie plaats. Daardoor is er een homogeen speelveld ontstaan in deze categorie van bedrijven.

Verder is er in België eveneens een positieve dynamiek rond zowel publieke als nieuwe life sciences start-ups. In de laatste vijf jaar werden er meer dan 35 nieuwe life sciences-bedrijven opgericht en het laatste jaar alleen al hebben zich een vijftiental nieuwe start-ups in Vlaanderen gevestigd. Onze regio heeft dan ook verschillende belangrijke troeven, zoals gerenommeerde universiteiten en kennisinstellingen, uitstekend opgeleide werkkrachten en ervaren biotech-investeerders. Ook de centrale ligging binnen Europa en de financiële en politieke steun van de overheden zijn succesfactoren.