Het zomerakkoord van de regering Michel zorgt voor een grondige wijziging van de bestaande fiscale regels rond de auto eigenlijk. Niettegenstaande de eerste facetten van deze veranderingen al vanaf 1 januari 2018 voelbaar zijn, treedt het gros van de veranderingen pas vanaf 1 januari 2020 in voege. De belangrijkste wijziging is die van de aftrekbaarheid van auto- en brandstofkosten in zowel de vennootschaps- als de personenbelasting. Door de invoering van een nieuwe gramformule en door het bewust ontmoedigen van valse plug-in hybrides.

Expert aan het woord

In het eerste deel van dit dossier gaan we dieper in op wat er allemaal verandert en hoe u daar best mee om gaat. Hetzij als vlootbeheerder in een groot bedrijf, hetzij als zelfstandige. Michel Willems, managing director van Mobilitas, een neutraal adviserend bedrijf gericht op zowel de autoleasing-sector, captives en importeurs als op klassieke bedrijven en overheidsinstanties vormt daarbij een ideale gesprekspartner voor een interview over fiscale aftrekbaarheid, voordeel van alle aard, mobiliteitsbudgetten en de keuze tussen auto’s met klassieke verbrandingsmotoren, hybrides, stekkerhybrides of volledig elektrische wagens.

Spelregels aanpassen tijdens wedstrijd

Niettegenstaande het zomerakkoord van de regering Michel al in 2017 werd opgesteld en het nu pas voor wat het autoluik betreft volledig in voege treedt - wat op zich vrij uitzonderlijk is - kan je niet anders dan vaststellen dat de regering eigenlijk de spelregels tijdens de wedstrijd zelf verandert. De gemiddelde looptijd van een financieringscontract van een bedrijfswagen bedraagt immers doorgaans 48 tot 60 maanden, zodat nogal wat bedrijven in pakweg 2016 of 2017 voor een toen fiscaal gunstige wagen kozen, maar nu hun fiscale aftrekbaarheid zien terugvallen van 90% naar bijvoorbeeld 67,5%. Het spreekt voor zich dat de eerste reflex op dat moment er één kan zijn waarbij een onderneming zo snel mogelijk van die plots minder aantrekkelijke auto(‘s) af wil. dVO ging bij de automerken en de leasing-maatschappijen na of deze mogelijkheid bestaat en zo ja, wat die dan in de vorm van een verbrekingsvergoeding moet kosten. Tegelijk polsten we deze gesprekspartners ook of zij in de wijzigende autofiscaliteit een opportuniteit of een bedreiging zien en of de toch wel grote onzekerheid over de toekomst van de autofiscaliteit hen ertoe noopt om met nieuwe formules voor de dag te komen, die beter kunnen inspelen op deze toch wel troebele vooruitzichten.

Kijken in de pijplijn

Die toch wel behoorlijk grote onzekerheid over waar het naartoe gaat met onze autofiscaliteit, betekent meteen ook dat het voor bedrijven, zelfstandigen en werknemers op dit moment moeilijk kiezen is welk model hen de beste toekomstperspectieven op fiscaal vlak biedt. dVO zet voor u, in een volgende bijdrage, de fiscaal vriendelijke modellen die momenteel op de markt zijn per merk op een rijtje en kijkt meteen ook wat er in de komende jaren in de pijplijn zit bij de verschillende constructeurs.