Een dertiende maand voor iedereen?

08/12/2011 OM 00:00 - Luc Willemijns
Placeholder

Nu de eindejaarsfeesten alweer in het verschiet liggen, kan iedereen wel een extraatje gebruiken. In tegenstelling tot wat vaak wordt aangenomen, is de toekenning van een eindejaarspremie aan het personeel echter niet wettelijk verplicht. Het recht op de premie, de toekenningsvoorwaarden en andere modaliteiten worden vaak op het niveau van de sector, van het Paritair Comité geregeld, waardoor het bedrag van de eindejaarspremie van onderneming tot onderneming en van werknemer tot werknemer sterk zal verschillen. Eén ding is zeker: niet alle werknemers zullen op het einde van het jaar recht hebben op een dertiende maand.

Er bestaat geen algemene wettelijke verplichting voor de werkgever om een eindejaarspremie toe te kennen.

De werknemers hebben er bijgevolg slechts recht op voor zover de toekenning van de premie geregeld wordt in één van de volgende rechtsbronnen:

  • een collectieve arbeidsovereenkomst (CAO) op sectoraal of ondernemingsniveau;
  • het arbeidsreglement;
  • de individuele arbeidsovereenkomst;
  • een gebruik in de onderneming. De jaarpremie maakt slechts een gewoonte, een “verworven recht”, uit wanneer ze bestendig wordt toegekend aan alle werknemers van de onderneming of aan een bepaalde categorie van werknemers en dit telkens volgens dezelfde berekeningswijze. De premie moet dus een permanent, algemeen en vast karakter hebben.

Dezelfde eindejaarspremie voor alle werknemers?

De modaliteiten van de eindejaarspremie - de toekenningsvoorwaarden, het bedrag, het tijdstip van betaling, … - worden in principe op sectoraal vlak vastgelegd en kunnen onderling dus sterk verschillen.

Men vertrekt wel van de deelbaarheid van de premie. Dat houdt in dat werknemers in principe recht hebben op een eindejaarspremie op basis van de effectieve prestaties die ze tijdens de referteperiode geleverd hebben.

Indienst- of uitdiensttredingen en schorsingen van de uitvoering van de arbeidsovereenkomst in de loop van de referte brengen een evenredige vermindering van het bedrag van de eindejaarspremie met zich.

De sectoren kunnen er wel voor kiezen om af te wijken van dit principe. Zo kan de pro rata-toekenning van de premie bijvoorbeeld aan bepaalde voorwaarden worden gekoppeld en/of kan men (sommige) periodes van schorsing gelijkstellen met effectieve prestaties.

Inhoudingen op eindejaarspremie

Aangezien de eindejaarspremie toegekend wordt als tegenprestatie van arbeid die krachtens de arbeidsovereenkomst verricht wordt, maakt ze deel uit van het loon en zijn ook sociale zekerheidsbijdragen en bedrijfsvoorheffing op verschuldigd.

Voor de berekening van de bedrijfsvoorheffing wordt de eindejaarspremie beschouwd als een exceptionele vergoeding, waardoor de premie zwaarder dan het gewone loon wordt belast.

Het tarief van de inhouding is afhankelijk van het jaarbedrag van de normale bruto bezoldigingen van de werknemer en bedraagt maximum 53,50 procent.

Voor wat de sociale zekerheidsbijdragen betreft, wordt er geen onderscheid gemaakt tussen de jaarpremie en het gewone loon.

De eindejaarspremie wordt meegenomen voor de berekening van de bijzondere bijdrage voor de sociale zekerheid.

Eindejaarspremie in PC 218?

In de ondernemingen die ressorteren onder het Aanvullend Nationaal Paritair Comité voor de Bedienden wordt er onder bepaalde voorwaarden een eindejaarspremie uitbetaald.

Tenzij anders overeengekomen op ondernemingsvlak, betaalt de werkgever de premie in de maand december.

Het bedrag van een volledige eindejaarspremie stemt overeen met het maandloon van de bediende. Voor handelsvertegenwoordigers geldt een specifieke berekeningswijze.

Om recht te hebben op de jaarspremie moet de werknemer:

  • in dienst zijn bij de uitbetaling van de premie;
  • op het moment van de uitbetaling een anciënniteit van ten minste zes maanden hebben;
  • ten laatste in dienst getreden zijn op de eerste dag van het beschouwde jaar.

Bedienden die in de loop van het jaar in dienst getreden zijn en die een effectieve aanwezigheid van ten minste zes maanden kunnen voorleggen, hebben recht op een eindejaarspremie pro rata het aantal maanden effectieve prestatie.

Ook aan de bedienden die in de loop van het jaar door de werkgever werden ontslagen (behalve om dringende reden) of op (brug)pensioen gingen, wordt een eindejaarpremie toegekend naar rato van hun effectieve prestaties. Dit voor zover zij een anciënniteit van zes maanden hebben op het ogenblik van hun vertrek.

De bedienden die zelf hun ontslag hebben gegeven, hebben slechts recht op een eindejaarspremie in verhouding met hun effectieve prestaties als ze een anciënniteit van vijf jaar kunnen aantonen.

In Paritair Comité 218 werd er voor geopteerd om de jaarlijkse vakantiedagen, wettelijke feestdagen, klein verlet, afwezigheden omwille van een arbeidsongeval of beroepsziekte, bevallingsrust en de eerste zestig afwezigheidsdagen omwille van ziekte of ongeval gelijk te stellen met effectieve prestaties.

Het mag duidelijk zijn dat ook voor de werknemers van eenzelfde onderneming die tot het zelfde Paritair Comité behoren, het bedrag van de eindejaarspremie van persoon tot persoon enorm kan verschillen.(J.R.)

(Bovenstaande bijdrage kwam tot stand in samenwerking met het Sociaal Secretariaat van de HDP-AristA groep. Meer info: www.hdp-arista.be).

Voor u geselecteerd

Kort de voordelen van een abonnement...

Belangrijk nieuws te delen?

Cookie voorkeuren

Deze website gebruikt cookies om je een betere bezoekerservaring te bieden. Bepaal hier welke soort cookies je toestaat.