“Economische orkaan goed doorstaan”

15/03/2010 OM 00:00 - Luc Willemijns
Placeholder

Oost-Vlaanderen heeft de economische orkaan die over Vlaanderen woedde, relatief goed doorstaan. Het jobverlies werd min of meer binnen de perken gehouden. Gouverneur André Denys betreurt evenwel dat de kloof op de arbeidsmarkt als gevolg van de knelpuntenproblematiek diep bleef. Voor de toekomst zet Oost-Vlaanderen ten volle in op innovatie en de uitbouw van logistieke “hot spots”. Ambitie van de provinciegouverneur is in de komende vijf jaar zowat 900 hectaren bijkomende bedrijventerreinen in de gouw aan te snijden. Zowat één derde daarvan wordt wellicht op het linker-Schelde-oevergebied van de Antwerpse haven gecreëerd. “Inspraak van het Waasland in het beheer van het Gemeentelijk Havenbedrijf van Antwerpen is binnen die context de evidentie zelve,” aldus André Denys.

In volle crisistijd liet gouverneur André Denys zich vorig jaar opmerken door een sociaal-economische ronde in Oost-Vlaanderen, die uit zes bedrijfsetappes bestond en zich ontpopte tot een breed ontmoetingsplatform van alle sociaal-economische actoren.

Het liet hem naar eigen zeggen toe zich een precies beeld te vormen van de sterktes en zwaktes van zijn provincie.

“Hoofdconclusie was dat Oost-Vlaanderen de economische orkaan beter doorstond dan de andere Vlaamse provincies. Dat blijkt onder meer uit de evolutie van de werkloosheid. De reden daarvoor schuilt wellicht in de meer evenwichtige spreiding van de tewerkstelling over de secundaire (industrie), tertiaire (administratie) en quartaire (zorg en onderwijs) sector,” meent de gouverneur.

Elk van voornoemde sectoren tekent voor zowat één derde van de tewerkstelling in de gouw.

Een andere vaststelling is dat de industriële activiteitenpijlers in Oost-Vlaanderen, met name de bouw, de automotive (Volvo, Honda) en staal (ArcelorMittal) overeind wisten te blijven.

De laatste twee pijlers deelden weliswaar in de klappen, maar minder erg dan in andere provincies, weet onze gesprekspartner, impliciet verwijzend naar de perikelen rond Opel Belgium.

Een dure overheidsmaatregel als de tijdelijke werkloosheid voor bedienden heeft eveneens voor Oost-Vlaanderen een heilzaam effect gehad.

Bij ArcelorMittal bijvoorbeeld werkt een kwart van het totale werknemersbestand onder het bediendenstatuut.

“Bedrijven als Volvo Cars, Volvo Trucks en ArcelorMittal lijken intussen aan de beterhand. Het ziet er naar uit dat het zwaarste leed is geleden,” zo nog de provinciegouverneur.

De bouw, die mogelijk dit jaar een moeilijker hoofdstuk tegemoet gaat, toonde zich ook weerbaar.

Met een sterke baggersector voorop weet die sector zich overigens in Oost-Vlaanderen onderstut door een ultra-performante activiteit.

Andere meevaller bleek de voedingssector met, zoals bekend, een sterke cluster in het Meetjesland, die zich in een standvastige consumptie kon verheugen.

Met een dienstensector die op peil bleef en een immer groeiende quartaire sector, weliswaar met een uitdieping van de knelpuntenproblematiek, toonde Oost-Vlaanderen bijgevolg een sterke weerbaarheid als gevolg van de diversiteit in zijn economisch weefsel.

Focus op logistiek …

Met twee haventoegangen (lees: de haven van Gent en de Waaslandhaven, nvdr.) ligt het voor de hand dat Oost-Vlaanderen voor zijn toekomstige economische ontwikkeling ten volle inzet op logistiek en mobiliteit.

André Denys: “Prognoses van het Gemeentelijk Havenbedrijf van Antwerpen geven aan dat de haventrafiek op het linker-Schelde-oevergebied tegen 2040 evenwaardig zal zijn als die op rechteroever.

Belangrijk is dat we geen vrede nemen met doorgangstrafiek maar werk maken van het aantrekken van Europese distributiebedrijven, die nood hebben aan logistieke ondersteuning met hoge toegevoegde waarde.

Uitdaging is, naast de as Antwerpen-Limburg-Luik in oostelijke richting, een vergelijkbare activiteitenas westwaarts (Antwerpen-Gent-West-Vlaanderen) uit te bouwen.

Al te vaak wordt de Waaslandhaven, gelegen op Oost-Vlaams grondgebied, echter afgeschilderd als een puur Antwerpse aangelegenheid.

Voor een optimale ontwikkeling van de Waaslandhaven is het primordiaal dat het Waasland zeggenschap krijgt in het beheer van het Gemeentelijk Havenbedrijf van Antwerpen.

De gemeentelijke constellatie waarbinnen de Antwerpse haven, op beide oevers, momenteel evolueert, weerspiegelt niet echt de realiteit.

In de toekomst moet het Waasland derhalve niet enkel delen in de lasten van de uitbreiding van de Antwerpse haven, maar eveneens in de lusten (lees: de havenrechten, nvdr.)”.

De gouverneur van de provincie Oost-Vlaanderen is er zich terdege van bewust: het aantrekken van Europese distributiecentra kan niet zonder goede hinterland-verbindingen naar alle Europese landen.

De drie verkeersmodi zijn daarbij alle even belangrijk.

Oost-Vlaanderen mag zich dan al bevinden op het kruispunt van een internationaal wegennetwerk te Zwijnaarde (E40 en E17), ook de binnenscheepvaart dient sterk verder ontwikkeld, met het Seine-Schelde project als vitaal onderdeel in het Trans-Europees Netwerk (TEN), zo luidt het.

Naast de tweede sluis voor de Waaslandhaven, is ook een nieuwe zeesluis in Terneuzen van 100.000 ton van strategisch belang voor de toekomst van Oost-Vlaanderen in het bijzonder.

Vooralsnog wordt gemikt op 2015 voor ingebruikname.

De toekomst zal uitwijzen of die “timing” houdbaar is.

Vermits Zeeland en Oost-Vlaanderen, Nederland en Vlaanderen, momenteel onderhandelingen voeren omtrent de financiering van het nieuwe kunstwerk, onthoudt André Denys zich, om begrijpelijke redenen, van commentaar.

“De tweede zeesluis op het kanaal Gent-Terneuzen is cruciaal voor de ontwikkeling van de Gentse Kanaalzone. De haven van Gent moet zowel voor zee- als binnenvaartschepen toegankelijk zijn,” heet het.

Voorts haalt de gouverneur scherp uit naar de criticasters die de uitbouw van een containerterminal in de haven van Gent als geldverspilling beschouwen, gezien de nabijheid van de havens van Antwepen en Zeebrugge.

André Denys: “Gent moet in de eerste plaats een industriële haven blijven. Geen enkele haven, waar ook ter wereld, blijft van een containerterminal verstoken. De haven heeft niet de bedoeling containertrafieken op zich aan te trekken. Elke haven, zelfs met industriële focus, heeft nood aan een containerterminal, al is het maar ter ondersteuning van de algemene havenoperaties”.

… en innovatie

Gent is in de voorbije jaren uitgegroeid tot de belangrijkste onderwijsstad in Vlaanderen, meent gouverneur Denys.

“De aanwezigheid van de universiteit en de talrijke hogescholen is een troefkaart die Oost-Vlaanderen in staat moet stellen in de toekomst meer spin-offs te creëren,” luidt het.

Op het stuk van de innovatie kan Oost-Vlaanderen terugvallen op vijf pijlers, waarvan sommige met internationale renommée.

Zo geniet het Vlaams Instituut voor Biotechnologie (VIB) inzake gentechnologie een wereldwijde faam.

In Zwijnaarde is momenteel een “Bio-Accelerator” in aanbouw, die de bestaande bio-incubatoren moet ontlasten en ruimte bieden om nieuwe start-ups en spin-offs te huisvesten.

In de Gentse Kanaalzone is Ghent Bio-Energy Valley, samen met Biopark Terneuzen, bezig met de uitbouw van een grensoverschrijdende groene energy-cluster (Bio Base Europe). Onderzoekscentrum IBBT (Instituut voor Breedband Technologie) en incubatiecentrum i-cubes zijn heel actief rond innovatie inzake ICT en snelle data-transfer.

Andere opmerkelijke innovatie-initiatieven situeren zich binnen de landbouw (ILVO: Instituut voor Landbouw en Visserij-Onderzoek) en de staalsector (onderzoekscentrum OCAS in Zelzate, een joint-venture tussen ArcelorMittal en het Vlaams Gewest).

Graag had de provinciegouverneur twee bijkomende innovatiecentra in Oost-Vlaanderen uitgebouwd.

“Kenniscentra inzake textiel en voeding zijn vooralsnog gehuisvest in respectievelijk Brussel en Leuven, hoewel beide activiteitensectoren in Oost-Vlaanderen sterk zijn uitgebouwd. Voor de uitbouw van een expertisecentrum op voedingsvlak moeten we de lat hoger durven te leggen. Met de vakgroep Textielkunde geniet de textielsector een Europese reputatie inzake onderzoek. De textielhogeschool heeft dan weer een CTO-centrum met een praktijkgericht textielopleidingscentrum. Hoewel sterk teruggevallen, ontwikkelt de textielsector zich nog in twee provincies, met name West- en Oost-Vlaanderen. Laatstgenoemde legt een bijzonder sterke focus op innovatie en technisch textiel. Als provincie broeden we op plannen voor de uitbouw van een incubatiecentrum in Ronse, dat, zoals bekend, een rijk textielverleden heeft,” zo nog gouverneur Denys.

Plannen voor 900 hectaren bijkomende bedrijventerreinen

André Denys hoopt in de komende vijf à zes jaar 900 hectaren bijkomende regionale bedrijventerreinen in Oost-Vlaanderen te kunnen ontwikkelen.

Grosso modo gaat het om 300 hectaren in en rond de Waaslandhaven, 300 hectaren in de Gentse Kanaalzone en 300 hectaren in de rest van Vlaanderen, voornamelijk langsheen de E40, E17 en de Expressweg (Aalst (Siesegemkouter: 52 hectaren), Lokeren, Sint-Gillis-Waas, …).

“Opnieuw ligt de focus op de creatie van logistieke “hot spots”. Binnen de sfeer van de “value added logistics” rekenen we op een minimale tewerkstelling van 20 personen per hectaren. Die 900 hectaren bijkomende bedrijventerreinen moeten zich derhalve op termijn vertalen in de creatie van 15.000 à 20.000 nieuwe jobs,” zo nog onze gesprekspartner.

Voorts wordt ook in verschillende kleinstedelijke gebieden in Oost-Vlaanderen ruimte voor nieuwe KMO-terreinen gereserveerd.

André Denys: “Bedrijventerreinen moeten echter op meer efficiënte wijze worden ingevuld. Bouwen in de hoogte en het gemeenschappelijk beheer van bedrijventerreinen (lees: park management, nvdr.) moeten sterk worden aangemoedigd. Ook Oost-Vlaanderen moet op meer duurzame wijze met zijn bedrijventerreinen gaan omspringen”.

Momenteel wordt ongeveer 4% van het Oost-Vlaamse areaal door bedrijventerreinen ingenomen.

Worden de Vlaamse, provinciale en lokale taakstellingen volledig uitgevoerd, zal dat percentage tot 5% oplopen.

“Zoals steeds blijft de uitdaging een goed evenwicht te vinden tussen de economische ontwikkeling enerzijds, de leefbaarheid anderzijds, waarbij dat laatste uit de componenten mobiliteit en levenskwaliteit is opgebouwd. Het hele strategische planningsproces rond de Gentse Kanaalzone is op deze wijze met succes uitgebouwd. Een en ander wordt bovendien ondersteund door snelle vergunningsprocedures. Wat de uitbouw van de Antwerpse haven op beide Schelde-oevers betreft, is het huiswerk van de gouverneurs van Oost-Vlaanderen en Antwerpen sinds ruim een jaar klaar. Thans is het aan de Vlaamse overheid om een aantal politieke keuzes te maken,” klinkt het veelbeduidend.

Nood aan enterpreneurship

In de loop van zijn vijfjarige ambtstermijn als gouverneur is André Denys zich rekenschap gaan geven van het belang van sociale economiebedrijven.

In Oost-Vlaanderen zijn inmiddels nagenoeg tweehonderd dergelijke ondernemingen actief.

Het verder uitdiepen van deze piste inzonderheid voor de tewerkstelling van kansengroepen lijkt hem aangewezen.

Indien Vlaanderen zich tot op zijn huidig niveau heeft ontwikkeld, is dat dankzij de buitenlandse investeringen en het regionaal ondernemerschap dat tot een sterk weefsel van familiaal ondernemerschap heeft geleid.

“Verontrustend is dat de zin voor ondernemerschap in Vlaanderen achterwege blijft. Slechts 5,8% van de Vlamingen heeft plannen om in de komende drie jaar een bedrijf op te starten. Het Europees gemiddelde is 9,3%. De Oost-Vlaming eigent zich binnen Vlaanderen niet meteen de status van actieve “entrepreneur” toe. Die situatie moeten we in de toekomst zien te keren,” besluit gouverneur André Denys.

Voor u geselecteerd

Kort de voordelen van een abonnement...

Belangrijk nieuws te delen?

Cookie voorkeuren

Deze website gebruikt cookies om je een betere bezoekerservaring te bieden. Bepaal hier welke soort cookies je toestaat.