“Innovation gap” nog steeds aanwezig

31/05/2010 OM 00:00 - Luc Willemijns
Placeholder

“Doorlichting van het Strategisch BasisOnderzoek (SBO) twee à drie jaar terug toonde aan dat de “innovation gap” nog steeds aanwezig is. In functie van de bevindingen stuurde het IWT zijn aanpak bij. De eerlijkheid gebiedt te stellen dat kennisvalorisatie altijd een “issue” zal blijven. Maar het gaat, naar mijn aanvoelen, wel de goede kant op. Dat zal binnenkort moeten blijken als de eerste vierjarige SBO-projecten, sinds de bijsturing, aflopen”. Dat zegt Maarten Sileghem, directeur Strategisch en Europees Onderzoek bij het IWT.

Het Strategisch BasisOnderzoek is de basisinsteek die voor instroom van nieuwe ideeën in de bedrijfswereld moet zorgen. Net als de OnderZoeksMandaten (OZM), de doctoraatsbeurzen, Baekeland, VIS, TETRA (TEchnologieTRAnsfer), TBM (Toegepast Biomedisch Onderzoek), het landbouwonderzoek, ... moet het SBO een maatschappelijke en (individueel) economische finaliteit hebben.

Een economische finaliteit kan worden gerealiseerd door samenwerking met bestaande bedrijven of door de oprichting van een spin-off.


“Om te vermijden dat de kennisontwikkeling binnen de kennisinstelling blijft, schiep het IWT een kader waarin de kennisinstelling zich moet omringen door een groep van bedrijven, die binnen de betrokken sector actief zijn. Ook bij de selectie en acceptatie van onderzoeksprojecten houdt het instituut heel sterk rekening met de voorafgaande contacten met bedrijven. Meer dan vroeger heeft het IWT aandacht voor de houding van de kennisinstellingen ten opzichte van mogelijke kennisvalorisatie op de tijdsas,” aldus Maarten Sileghem.

De inspanningen tot uitbouw en bevordering van een platform bedrijven/kennisinstellingen blijkt onder meer uit het nieuwe concept Innovatief Aanbesteden (Zie elders).

Overigens kent het IWT in zijn rechtstreekse bedrijfssteun een specifieke bonus toe aan bedrijven die samenwerking met een kennisinstelling opzetten.


Vorig jaar nog organiseerde de Vlaamse overheidsinstantie een duidelijke communicatiecampagne naar kennisinstellingen rond intellectuele eigendom.

Dat resulteerde in een algemene beleidslijn, conform de Europese kaderregeling.

“Omtrent intellectuele eigendom is thans meer duidelijkheid geschapen, dan vroeger het geval was,” meent de directeur Strategisch en Europees Onderzoek.

Marktconforme vergoeding

Het kader waarin kennisinsteling en bedrijf zich voorheen bewogen bleek vrij vaag vanuit de bekommernis niet marktverstorend zijn.

Sinds kort is de relatie tussen kennisinstelling en een bedrijf of een groep van bedrijven rond Strategisch BasisOnderzoek duidelijk omschreven.

Uiteraard blijven bedrijven gehouden tot het betalen van een marktconforme vergoeding indien het SBO praktische resultaten oplevert.

Ook worden duidelijke afspraken gemaakt over de implementatie van resultaten door bedrijven, waarbij de bedrijven de gedane financiële inbreng in mindering van de marktconforme vergoeding kunnen brengen.

“Het vrijwaren van een marktconforme vergoeding voor IPR (intellectuele property rights) blijft een constant aandachtspunt voor het IWT,” weet Sileghem.


“De hoge eisen van kennisinstellingen kunnen in bepaalde gevallen de samenwerking met bedrijven hypothekeren. Soms gaven ze blijk van onrealistische verwachtingen. Gelukkig is er een kentering in aantocht. Te lang dachten universiteiten dat de valorisatie van nieuwe kennis binnen de eigen muren iets was om hun eigen toekomst veilig te stellen. Zelfs aan een gereputeerde instelling als het Massachusetts Institute of Technology (MIT) zijn de inkomsten uit de valorisatie van nieuwe kennis door technologietransfer verwaarloosbaar in vergelijking met de inkomsten uit subsidie,” wordt daaraan toegevoegd.


Vandaag vormt de materie rond de intellectuele eigendom, volgens onze gesprekspartner, niet langer een rem voor de kennisvalorisatie in Vlaanderen.

Recent nog werd een nieuwe reeks mandaten opgestart, de zogenaamde Baekeland-mandaten waarbinnen kennisinstellingen en bedrijven een strategische samenwerking opzetten.

Binnen deze mandaten nemen bedrijven de helft van de loonkost van de doctorandus voor hun rekening, in ruil voor de intellectuele eigendomsrechten.

Soms blijft de intellectuele eigendom bij de kennisinstelling, terwijl een bedrijf die voor een specifiek productenassortiment in licentie neemt.


Als exponent van de partnerships kennisinstelling/bedrijf bieden de Baekeland-mandaten de mogelijkheid aan bedrijfsmedewerkers om, met behoud van wedde, naar een kennisinstelling te worden gedetacheerd om daar hun doctoraatsstudie te voltooien.

Het betrokken bedrijf is contractant bij die mandaten en heeft hierdoor een sterke inbreng in het bepalen van de strategische oriëntatie van het onderzoeksproject, het IWT tekent voor co-financiering.

Voor u geselecteerd

Kort de voordelen van een abonnement...

Belangrijk nieuws te delen?

Cookie voorkeuren

Deze website gebruikt cookies om je een betere bezoekerservaring te bieden. Bepaal hier welke soort cookies je toestaat.