Vlaanderen beperkt de Win/win-lening niet langer enkel tot starters, maar breidt ze uit naar alle KMO’s. Naast KMO’s die een economische activiteit uitoefenen, is de Win/win-lening voortaan ook van toepassing voor ondernemingen binnen de sector van de sociale economie.

Waar voorheen het maximumbedrag in hoofdsom dat in het kader van één of meer Win/win-leningen aan één of meer kredietnemers ter beschikking kon worden gesteld tot 50.000 euro beperkt bleef, wordt met de huidige uitbreiding het bedrag tot 100.000 euro per kredietnemer opgetrokken.

Jaarlijks doet ongeveer 0,8% van de starters een beroep op de Win/win-lening.

Vandaag komen er jaarlijks 350 dossiers van Win/win-leningen bij.

Dankzij de verruiming zou dat aantal tot 700 dossiers per jaar oplopen, zo luidt het binnen de Vlaamse regering.

De Win/win-lening werd in september 2006 in het leven geroepen om particulieren aan te moedigen om geldmiddelen ter beschikking te stellen van startende ondernemingen (lees: ondernemingen van maximaal drie jaar oud, nvdr.).

Intussen heeft het financieringsinstrument zijn nut bewezen: tussen 1 september 2006 en 31 december 2009 werden 1.143 Win/win-leningen voor een totaal bedrag van 29.844.723 euro gesloten.