De onafhankelijke, regionale dienstengroep CLB Group (Alken) richt een externe dienst voor preventie en bescherming op het werk op. Dat is in de voorbije veertig jaar in dit land niet meer gebeurd. Integendeel, binnen de sector heeft zich in de voorbije jaren een sterke consolidatiegolf afgetekend. Voor CLB Group staat een en ander gelijk met het sluitstuk van een gestage verruiming van het dienstenpakket. De groep positioneert zich in de toekomst heel nadrukkelijk als one-stop-shopping service provider op het vlak van de sociale diensten. Verwacht wordt dat tegen april 2011 de nodige vergunningen in bezit zijn om de nieuwe activiteit te ontplooien in Limburg en Vlaams-Brabant. In de komende jaren streeft CLB Group groeicijfers van minimaal 10% op jaarbasis aan, geeft commercieel directeur Peter Van Nuffel te kennen.

In 1989 stonden Rohnny Peters en Eddy Withofs in Alken aan de wieg van Centrum voor Loonbeheer (CLB), dat zich als niet erkend sociaal secretariaat op de markt van de sociale dienstverlening begaf. Die erkenning volgde in 1994.

Bij het begin van het nieuwe millennium zette het bedrijf een diversificatiestrategie op.

Dat vertaalde zich in 2000 in eerste instantie in de oprichting van CLB Consult B.V.B.A.., dat op het verstrekken van sociaal-juridisch advies focuste.

Met CLB Verzekeringen B.V.B.A. ging in 2004 onder CLB-paraplu een verzekeringsmakelaarskantoor van start dat zich toespitste op een geïntegreerde dienstverlening op verzekeringsvlak.

Drie jaar later volgde de oprichting van CLB ICT & Hosting B.V.B.A., dat zich specialiseerde in een volledige ICT-ondersteuning van de klanten.

“Met de oprichting van CLB Externe Dienst voor Preventie & Bescherming op het Werk (EDPBW) profileert CLB Group zich als een volwaardige, onafhankelijke regionale speler, met een geïntegreerde dienstverlening op sociaal vlak” aldus Christophe Peters, directeur.

Geïntegreerde dienstverlening

De nieuwe uitbreiding van het dienstenspectrum was voor CLB, dat inmiddels 54 medewerkers telt, de gelegenheid om met een nieuwe visuele identiteit uit te pakken.

De initiële merknaam, Centrum voor Loonbeheer, wordt naar de prullenmand verwezen, wegens niet langer de lading dekkend.

Met ruim 22.500 loonverwerkingen op maandbasis, is CLB Group uiteraard nog actief als sociaal secretariaat.

De 2.800 klant-bedrijven in Limburg en Vlaams-Brabant kunnen evenwel op een heel wat ruimere dienstverlening rekenen.

Diensten die niet in eigen beheer worden verzorgd, worden in partnership aangeboden. Zo werkt CLB Group bijvoorbeeld met externe partners voor materies als kinderbijslag, absenteïsme en ondernemingsloket.

Peter Van Nuffel: “Door een externe dienst voor preventie en bescherming op het werk op te richten, wil CLB Group innoverend zijn binnen de sector, waar momenteel nog een 14-tal externe preventiediensten aan de slag. Als onafhankelijke speler willen we, vanuit een sterk regionale insteek, een totaal-service bieden die staat voor een hoogkwalitatieve dienstverlening met korte en directe communicatiekanalen voor de klant”.

In de voorbije veertig jaar werden in België geen aanvragen meer ingediend voor een erkenning als externe dienst, zo luidt het.

Het feit dat die erkenning een bevoegdheid van zowel de federale overheid als het Vlaams Gewest is, maakt er de zaken niet eenvoudiger op.

Voor de jaarwisseling kon CLB Group alvast rekenen op een gunstig advies aan Vlaamse kant.

Groeidynamiek bestendigen

CLB Group sluit momenteel, naar eigen zeggen, één nieuwe klant per dag aan.

Verdere groeimogelijkheden schuilen uiteraard in cross-selling bij de bestaande klantenbasis.

“Een eigen externe dienst voor preventie en bescherming op het werk haakt binnen die optiek naadloos in op onze ambities als geïntegreerde dienstverlener”, beklemtoont Peter Van Nuffel.

Ook van de rekrutering van nieuwe klanten wordt werk gemaakt. Zeker in Vlaams-Brabant, momenteel goed voor zowat 30% van de klanten van CLB Group, gaat de sociale dienstengroep op zoek naar een groter deel van de marktkoek.

Uiteindelijke betrachting is in de komende jaren een minimale groei van jaarlijks 10% neer te zetten.