De economische crisis zorgde tijdelijk voor meer “ontspanning” op de Vlaamse arbeidsmarkt, maar sinds midden 2010 leeft de economie op en stijgt het aantal vacatures. De kramp slaat weer toe. Werkgevers zitten met de handen in het haar: waar gemotiveerde en goed opgeleide werknemers halen?

Het antwoord is eenvoudig: bij onze buren. De VDAB heeft samen met zijn Waalse en Brusselse tegenhangers, Le Forem en Actiris, interregionale teams van consulenten opgericht.

Zij zoeken kandidaten over de taalgrens. Uw vertaalde vacature komt op de website van Le Forem en Actiris.

De consulenten maken een selectie van mogelijke kandidaten en doen een pre-screening.

Als u meerdere vacatures hebt of verschillende profielen zoekt, kunnen de teams een jobdating voor u organiseren.

Zo kunt u kennis maken met de potentiële kandidaten en uw jobaanbod toelichten.

Loyale en gemotiveerde werkkrachten

Werkgevers aarzelen soms om een Waal of Brusselaar binnen te halen. Maar volgens Michaël De Blauwe, coördinator interregionale mobiliteit bij de VDAB, is daar geen enkele reden voor.

“Door in te gaan op het bemiddelingsaanbod van Brusselse en Waalse werkzoekenden open je een extra wervingskanaal en vergroot je wel degelijk het potentieel om die ene geschikte werknemer te vinden voor je bedrijf,” aldus Michaël De Blauwe.

“De werknemers die zich over de taalgrens verplaatsen, zijn gedreven en gemotiveerde werkkrachten. Bovendien stellen ze zich loyaal op ten aanzien van het bedrijf uit dankbaarheid voor de geboden kans.”

“Onze ervaring leert dat de integratie van Brusselse of Waalse werkzoekenden zelden problemen oplevert op de werkvloer,” vervolgt hij.

“Een gemotiveerde nieuwe collega, die de handen uit de mouwen steekt en goed werk verzet wordt zelden buiten gekeken. Meestal trekken de mensen op de werkvloer zich met een pragmatische houding en wederzijdse inspanningen goed uit de slag.”

Voor elke (taal)barrière, een oplossing

Mocht de Waalse of Brusselse kandidaat van uw keuze nog niet over alle competenties beschikken die u nodig hebt, dan kunt u een beroep doen op de IBO (individuele beroepsopleiding).

U geeft uw kandidaat een opleiding op de werkvloer gedurende een tot zes maanden. Tijdens die opleiding betaalt u geen loon of RSZ, wel een productiviteitspremie en verplaatsingskosten.

Na de opleiding biedt u hem een contract van onbepaalde duur aan.

Werkgevers vrezen ook dat taal de vlotte integratie van hun nieuwe medewerker zal beïnvloeden.

Om die taalbarrière te overbruggen, riep de VDAB de taal-IBO in leven, een taalopleiding Nederlands op de werkvloer.

Dankzij die opleiding ontwikkelt uw nieuwe medewerker de taalvaardigheid die nodig is om vlot te kunnen werken en leren.

Tijdens de taalopleiding geniet u dezelfde financiële voordelen als bij een gewone IBO.

Investering in de toekomst

Een VDAB-instructeur toelaten op de werkvloer is niet voor elke werkgever een evidentie. Hoeveel tijd gaat dit kosten en wat met het productiviteitsverlies?

“Een instructeur taalondersteuning komt maar één keer per week langs om gedurende 1 tot 2 uur taaltraining te geven,” weerlegt Michaël De Blauwe.

“Een taalondersteuning loopt gemiddeld zes weken, afhankelijk van de behoeften van bedrijf en werknemer. De instructeur maakt op voorhand een inschatting van het niveau van de kandidaat en maakt afspraken met de werkgever over de klemtonen van de opleiding: vaktechnische termen, veiligheid, communicatie met collega’s, begrijpen van instructies, …”

“De taalopleiding is bovendien een investering in de toekomst en de IBO biedt voldoende financiele ruimte om die investering te doen,” meent Michaël De Blauwe.

“Perfecte tweetaligheid mag een werkgever niet verwachten na zes weken taalopleiding. Waar het om gaat, is dat de kandidaat de opdrachten begrijpt en zijn job op een correcte manier kan uitvoeren.”

(Bovenstaande bijdrage kwam tot stand in samenwerking met de VDAB. Meer info: www.vdab.be).