De nieuwe federale regering heeft beslist om met ingang van 1 januari 2012 de voorwaarden om van het brugpensioen te kunnen genieten, te verstrengen. Hieronder een overzicht van de genomen maatregelen. Overigens wordt de benaming “brugpensioen” niet meer gebruikt. Ze wordt vervangen door “stelsel van werkloosheid met bedrijfstoeslag” (SWT). Deze nieuwe benaming sluit nauwer aan bij de realiteit omdat het toch eerder om werkloosheid gaat dan om pensioen.

Om van het stelsel van werkloosheid met bedrijfstoeslag (toekenning van een bijkomende vergoeding bovenop de werkloosheidsuitkering aan sommige oudere werknemers die werden afgedankt) te kunnen genieten, moeten de werknemers aan een aantal voorwaarden voldoen inzake leeftijd en anciënniteit. Die worden gedeeltelijk aangepast en verstrengd met ingang van 1 januari 2012.

Algemeen gesteld :

• als de collectieve overeenkomst of het collectief akkoord tot invoering van een stelsel van werkloosheid met bedrijfstoeslag, voor de eerste maal gesloten wordt na 31 december 2011, dan worden de leeftijds- en anciënniteitsvoorwaarden meteen veranderd, d.w.z. vanaf 1 januari 2012 (Hypothese 1 hieronder);
• als de collectieve overeenkomst of het collectief akkoord tot invoering van een stelsel van werkloosheid met bedrijfstoeslag, voor de eerste maal gesloten of neergelegd werd vóór 31 december 2011 of gesloten wordt na 31 december 2011 maar de verlenging is van een collectieve arbeidsovereenkomst of een collectief akkoord gesloten en neergelegd vóór 1 januari 2012, dan worden de leeftijds- en anciënniteitsvoorwaarden geleidelijk aan veranderd (in de tijd gespreid) (Hypothese 2 hieronder).

De veranderingen slaan op de gewone SWT-stelsels (60 jaar, 58 jaar en 58 jaar + zwaar beroep) en de SWT-stelsels voor de ondernemingen in moeilijkheden of in herstructurering.

De specifieke regelingen worden (nog) niet veranderd (nachtarbeid, bouwbedrijf, zeer lange loopbanen, personen met een handicap of met ernstige psychische problemen, vroegere CAO).

Stelsel 60 jaar

Hypothese 1

¹ De tekst van de regeling maakt geen gewag van geleidelijke en overgangsmaatregelen in verband met de loopbaanjaren voor de werkneemsters (hij heeft het meteen over 40 jaar gewerkt vanaf 2012 net zoals voor de werknemers). Maar dat doet hij wel voor de SWT op 58 jaar.

Redelijkerwijze mag men aannemen dat dit over het hoofd werd gezien. Op de site van de RVA wordt er overigens wel gesproken van die overgangsfasen (35 jaar en 38 jaar).

Hypothese 2 (namelijk CAO nr 17)

Algemeen stelsel 58 jaar

Het was echter toegelaten om in een leeftijdsgrens lager dan 60 jaar te voorzien door het sluiten van collectieve arbeidsovereenkomsten op niveau van de sector of van de onderneming.

In dat geval kon de leeftijdsgrens in principe niet lager liggen dan 58 jaar.

Die mogelijkheid is in Hypothese 1 afgeschaft (minimum 60 jaar vanaf 1 januari 2012).

In Hypothese 2 is 58 jaar als minimumleeftijd nog mogelijk maar dan slechts tot 31 december 2014.

Vanaf 2015 wordt 60 jaar veralgemeend en het gewone SWT vanaf 58 jaar zal ophouden te bestaan.

Hypothese 1

Hypothese 2

Stelsel 58 jaar: zwaar beroep

Hypothese 1

Hypothese 2

Stelsel ondernemingen in moeilijkheden (indien de begindatum van de erkenningsperiode gelegen is na 31 december 2011)

Aanvankelijk was de minimumleeftijd 50 jaar, mits bepaalde voorwaarden vervuld waren. Die minimumleeftijd wordt geleidelijk aan opgetrokken voor de nieuwe in moeilijkheden verkerende ondernemingen (na 31/12/2011).

Stelsel ondernemingen in herstructurering (indien de begindatum van de erkenningsperiode gelegen is na 31 december 2012)

Aanvankelijk was de minimumleeftijd 50 jaar, mits bepaalde voorwaarden vervuld waren. Die minimumleeftijd wordt opgetrokken tot 55 jaar voor de ondernemingen in herstructurering vanaf 1 januari 2013.

In afwijking van het voorgaande, zal de minimumleeftijd trager worden verhoogd vanaf 1 januari 2013, mits er voldaan wordt aan volgende voorwaarden:

• het collectief ontslag aangekondigd heeft betrekking op minstens 20% van de werknemers;
• het collectief ontslag betreft ofwel alle werknemers van de technische bedrijfseenheid ofwel alle werknemers van een volledig activiteitensegment (dit begrip moet nog bij koninklijk besluit vastgesteld worden);
• de technische bedrijfseenheid of het activiteitensegment moet op de dag van de aankondiging van het collectief ontslag al minstens 2 jaar bestaan (dit begrip moet nog bij koninklijk besluit vastgesteld worden).

In dat geval zal de minimumleeftijd als volgt worden verhoogd:

Herhaling

• de leeftijdsvoorwaarde moet vervuld zijn op het ogenblik van het daadwerkelijke einde van de arbeidsbetrekkingen (dus uiterlijk op de laatste prestatiedag) en tijdens de geldigheidsduur van de collectieve overeenkomst waarop de gekozen brugpensioenregeling gebaseerd is. Uitzondering: in geval van collectieve afdanking moet de leeftijdsvoorwaarde uiterlijk bij de mededeling van de collectieve afdanking vervuld zijn;
• de anciënniteitsvoorwaarde moet vervuld zijn op het ogenblik van het daadwerkelijke einde van de arbeidsrelatie (dus uiterlijk op de laatste prestatiedag);
• de opzeggingstermijn of de periode gedekt door de compensatie-opzeggingsvergoeding van de afgedankte werknemers kan geldig eindigen buiten de geldigheidsduur van de collectieve overeenkomst op voorwaarde dat de werknemer de leeftijd heeft die door de collectieve overeenkomst geëist wordt tijdens haar geldigheidsduur. Uitzondering: voor de ondernemingen in moeilijkheden of in herstructurering moet het einde van de opzeggingstermijn of van de periode gedekt door de verbrekingsvergoeding gesitueerd zijn in de geldigheidsperiode van de collectieve overeenkomst.
  
  
  (Bovenstaande bijdrage kwam tot stand in samenwerking met Group S - Sociaal Secretariaat V.Z.W. Info: www.groupes.be).