Uitdagingen bij stadsontwikkelingsprojecten

01/05/2013 OM 14:00 - Daphny Aeck
446d55e7de78eb538ac8345f1f6d83c7
Architect Lieven Achtergael spreekt over zijn ervaringen met stadsontwikkelingsprojecten. Een gesprek over de grote uitdagingen bij dergelijke realisaties.

Voor projecten van deze omvang is er vaak de PPS-formule, publiek-private samenwerking. Wat is uw ervaring hiermee?

Lieven Achtergael: “PPS houdt in dat een private ontwikkelaar een gebouw kan realiseren of een gebied ontwikkelen, maar dan in samenwerking met de overheid. Cruciaal is dat elke partner zeer goed weet waar hij aan toe is, dus een goede voorbereiding en een duidelijk eisenpakket zijn belangrijk. Voor het militair hospitaal in Oostende, dat onlangs de Prijs Bouwmeester 2012 won in de categorie PPS, waren de criteria onder meer kwaliteit, betaalbaarheid en een mix van wonen en commerciële activiteiten.”

Zijn dat belemmeringen of eerder een uitdaging voor een architect?

“Een strikt programma geeft duidelijkheid. Vaak is er een historische context die het ook boeiend maakt. De vroegere militaire hospitalen van Oostende en Antwerpen zijn heel bijzondere sites, respectievelijk pal aan zee en in de binnenstad. Dan is het leuk om daarvan te vertrekken. Ook duurzaamheid biedt een kader om in te werken, wat voor een architect een interessante uit-daging is.”

U werkt vaak aan het ontwikkelen van gemengde stadsdelen, met ruimte voor wonen en werken. Zijn er bepaalde trends?

“Steden liepen vroeger leeg omwille van Koning Auto, maar nu heb je echt wel een heel sterke tendens om kwalitatief groen in de stad te brengen. Bij een masterplan ontwerpen we eerst de open ruimte, pas daarna laten we er architectuur op los. Woningen met buitenruimte zijn cruciaal om gezinnen aan te trekken. Ook heb je gebruiksgroen nodig, zoals plaatsen waar kinderen kunnen spelen. De auto kunnen we niet meer weren uit de stad, maar het is perfect mogelijk om het anders aan te pakken. Op de sites van de vroegere militaire hospitalen van Oostende en Antwerpen bannen we de auto als doorgaand verkeer. We focussen er minstens even sterk op fietsers en openbaar vervoer.”

In welke mate speelt de ecologische dimensie?

“Duurzaamheid heeft veel aspecten. Zo is er het project Waterfront Corneliskaai in Aalst. Het is een masterplan voor de vroegere Tupperwaresite en wil de rechteroever integreren in het stedelijke weefsel. We plannen er ruimte voor wonen, horeca en commerciële functies. Op de hele site, en zeker aan de oever van de Dender, ontmoedigen we het gebruik van de auto en stimuleren we het fietsen. Duurzaamheid is cruciaal op zowel micro- als macroschaal. We willen in Aalst graag een zeer hoge score behalen volgens een kwalificatienorm gebaseerd op BREEAM. Dat is een internationaal keurmerk dat verschillende parameters nagaat, zoals groen, mobiliteit, energie enzovoort. Niet alleen de gebouwen moeten duurzaam zijn, het gaat om de hele site.”

Wat is de impact van de schaarse ruimte en de betaalbaarheid op bedrijfsvastgoed?

“De vastgoedprijzen zijn flink gestegen. Kleinere panden zijn vaak een mogelijkheid om de kosten beheersbaar te houden. Als architect moet je daar creatief mee omgaan en zeer veel aandacht aan kwaliteit besteden. Een kleinere foot-print laat ook toe om meer groen te creëren. Bij het ontwikkelen van bedrijfsvastgoed is er veel aandacht voor de leefbaarheid van de om-geving. In onze projecten streven we ernaar om bijvoorbeeld kleinhandelszaken in woonbuurten weer een plaats te geven. Het is onzinnig dat je de wagen moet nemen om in een winkelcentrum ergens aan de rand van de stad een brood te gaan kopen.”

Voor u geselecteerd

Kort de voordelen van een abonnement...

Belangrijk nieuws te delen?

Cookie voorkeuren

Deze website gebruikt cookies om je een betere bezoekerservaring te bieden. Bepaal hier welke soort cookies je toestaat.