Na een loopbaan in de auto- en motorendistributie trad Thierry Deflandre, race-liefhebber in hart en nieren, 2,5 jaar terug aan als ceo van Circuit Zolder. Hij kwam aan het roer te staan van een KMO met 25 medewerkers die zich in financieel woelige wateren bevond. Tot 1984 zorgde de organisatie van een Formule 1-wedstrijd gedurende tien jaar voor een aardig spaarpotje. De sindsdien over de jaren opgestapelde verliezen en het rampjaar 2010 soupeerden die reserve op. De dieprode resultaten van 2010 werden in 2011 voor zowat de helft dichtgefietst.

Vorig jaar boekte Circuit Zolder een resultaat in evenwicht dankzij uitzonderlijke financiële opbrengsten en het stopzetten van alle investeringen. Nochtans, aldus Thierry Deflandre, heeft Circuit Zolder nood aan zowat 0,5 miljoen euro om de accommodatie van zijn infrastructuur op peil en bij de tijd te houden.

Eigen portfolio uitbouwen

In 1963 was de bouw van een race-circuit in Zolder visionair, meent onze gesprekspartner. Minder visionair was de omliggende gronden te verkavelen. Resultaat is een race-circuit waar slechts tien weekends in het jaar onbeperkt geluid kan worden geproduceerd.

“In de andere weekends gelden strenge beperkingen qua geluidsproductie. Zelfs standaard-fabriekswagens kunnen hier binnen de huidige exploitatievoorschriften dan niet komen testen. Productpresentaties trekken dan ook steeds vaker over de lands- en taalgrenzen heen,” aldus Deflandre.

Circuit Zolder heeft nog steeds een FIA-keuring voor internationale subtop-races (geen Formule 1-, Moto GP- of World Superbike-wedstrijden, maar al de rest wel).

In Wallonië zijn de milieuvoorschriften lang niet zo streng als in Vlaanderen. Bovendien kan Spa-Francorchamps op een jaarlijkse toelage van 5 miljoen euro rekenen voor de Formule 1-wedstrijd. Dat cijfer stemt nagenoeg overeen met de omzet van Circuit Zolder.

Thierry Deflandre beseft als geen ander dat het draagvlak voor race-competities voor zowel auto’s als motoren allengs kleiner wordt. Nochtans tekenen die manifestaties nog steeds voor ruim 90% van de omzet. Binnen de opgelegde exploitatiebeperkingen wil Circuit Zolder niettemin meer eigen organisaties opzetten. Vandaar dat het bedrijf, na de organisatie van het evenement vijf jaar te hebben uitbesteed, opnieuw de “24-uren van Zolder” met succes in eigen beheer nam.

Niettemin blijft diversificatie de enige optie. “Circuit Zolder vatte die diversificatie al eerder aan, zij het laattijdig,” meent Deflandre, “door sterk te gaan focussen op fietsactiviteiten”.

Boegbeeld van het gebeuren is gewezen prof-wielrenner Marc Wauters die er voor onder meer de Vlaamse Wielerschool verantwoordelijk is. Maar Circuit Zolder trekt intussen steeds meer fietsfanaten aan met zijn BMX-werking, de jaarlijkse organisatie van een cyclocross-wedstrijd, een 24-uren fiets-happening en het veelvuldig avondfietsen op het circuit. Dat laatste was vorig jaar goed voor zowat 14.000 ritten, abonnementen en fietsende inwoners van de gemeente Heusden-Zolder buiten beschouwing gelaten.

De Vlaamse Wielerbond en Topsport Vlaanderen verklaarden zich zopas bereid om een acht meter hoog starthek voor het BMX-parcours te financieren in het vooruitzicht van het WK BMX 2015 dat te Zolder wordt georganiseerd.

Diversificatiestrategie

Zich zuiver toespitsen op de verhuur van het beschikbare vastgoed zou nefast zijn voor de tewerkstelling, beseft de ceo. De Motorsportschool, de Rijvaardigheidsschool, Vitae Mobility en, sinds kort, Skylimit Events huren inmiddels kantoorruimte af, onder andere in de onderbenutte VIP-toren van het circuit, waar nog enkel de bovenste verdieping voor VIP-ontvangst wordt gereserveerd. Niet uitgesloten is dat ook een aantal mezzanines als kantoorruimte op de huurmarkt zullen worden aangeboden.

Zopas bouwde Circuit Zolder zijn Mediacenter om tot een congres- en expocenter. Het congrescentrum, dat in vijf modules kan worden omgebouwd, heeft op de bovenverdieping een capaciteit van 250 personen (400 in theaterstijl). Op de benedenverdieping kunnen de garageboxen, met twaalf in- en uitgangen, ter ondersteuning als expohal worden ingericht.

Toch focust de toekomststrategie van Thierry Deflandre voor Circuit Zolder vooral op het doortrekken van de eerder ingezette diversificatiestrategie.

Drie SALK-projecten

Circuit Zolder diende in het kader van SALK drie toekomstprojecten in. Zo werd een project ingediend voor de bouw van een overdekte wielerbaan. Dat vergt een investering van 18 miljoen euro. Provincie Limburg verbond zich alvast tot financiering van één derde van het bedrag. De economische crisis heeft de initiële timing voor realisatie doorkruist, maar Deflandre hoopt nog steeds dat de accommodatie tegen het WK Cyclocross begin 2016 klaar kan zijn. Circuit Zolder treedt dan immers op als gastheer.

Een tweede project heeft te maken met de bouw van een Smartlab rond elektromobiliteit. De ceo van Circuit Zolder beweert dat een buitenlandse investeerder kandidaat is om het geheel te financieren. Het circuit zou dan kunnen worden ingeschakeld voor onder meer het uittesten en beleven van elektromobliteit.

“De auto-racerij van de toekomst wordt helemaal anders dan vandaag. Ik durf te voorspellen dat het circuit van Zolder ooit het toneel wordt van een elektrische Formule 1-wedstrijd,” stelt onze gesprekspartner overtuigend.

Thierry Deflandre: “Race-circuits, waar ook ter wereld, hebben in hun onmiddellijke omgeving vaak een industriepark waar hoogtechnologische automotive-activiteiten worden ontwikkeld. Circuit Zolder niet dus. Niettemin onderzoeken we of de inplanting van een dergelijk, kleinschalig industriepark binnen de periferie van het circuitdomein haalbare kaart is”.

Derde en laatste belangrijk SALK-project, dat getrokken wordt door de provincie Limburg en het Vlaams Instituut voor Mobiliteit (VIM), is de realisatie en exploitatie van een centrum voor permanente verkeersopleiding op het circuit van Terlaemen. Circuit Zolder schoof in dat verband al 7,5 hectaren van zijn terreinen door naar de provincie. Dat het dossier voor de circuituitbater van groot belang is, hoeft geen betoog.

Circuit Zolder ligt, samen met toeristische attracties als Bokrijk, Kelchterhoef, Hengelhoef, Domein Kiewit en Bovy, ingebed in het natuurgebied De Wijers, dat meer dan 1.000 vijvers telt.

“Een en ander rechtvaardigt de inplanting van een volwaardig bezoekerscentrum aan de ingang van het circuit. Dat zou niet enkel fungeren als promotie- en ontvangstcentrum voor een hoogstaand toeristisch product als De Wijers, maar tevens als onthaalcentrum voor Circuit Zolder. Omwille van die bredere insteek, verlieten we die piste als potentieel SALK-project in eigen beheer om ze door te schuiven naar de gemeente, de provincie en het Vlaams Gewest (Agentschap Natuur en Bos)”, luidt het .

Multi-evenementiële trekpleister

Uitdaging voor Deflandre en zijn team is de over de jaren gedane investeringen in Circuit Zolder niet teloor te laten gaan. Eerste premisse is alle mogelijke inspanningen te leveren om het omzetpeil te handhaven. Op zich ook al niet evident nu sponsoring en mecenaat als gevolg van de economische crisis steeds meer onder druk komen te staan. Voor Thierry Deflandre ligt de toekomst van Circuit Zolder in een breder geheel, waarin het circuit ligt ingebed.

“Van race-circuit voor (vracht)auto’s en motoren moeten we uitgroeien tot een multi-activiteitendomein waar dagdagelijks iets te beleven valt. Dat veronderstelt een accommodatie die de zuivere circuitdimensie overstijgt en ook zaken omvat als een bezoekerscentrum, een overdekte wielerbaan, een cycling center, een BMX-parcours, een Smartlab rond elektromobiliteit, een educatief centrum (met inbegrip van slipschool ProMove), een parking voor avondfietsers, een pompstation van de toekomst en een congres- en expocenter,” besluit onze gesprekspartner.