De helft van deze gronden werd biologisch gereinigd waarbij door het beluchten van de grond natuurlijke organismen de verontreiniging afbraken. Zo’n 41% kreeg een fysico-chemische reiniging waarbij de grond werd behandeld op een mechanische manier (natte wassing en scheiden). Ten slotte moest zo’n 9% thermisch worden gereinigd.

Beroepsorganisatie FEBEM stelt dan ook jammer genoeg vast dat van de Vlaamse doelstellingen om meer gronden te saneren en op die manier ook de jonge industriële sector van de grondreinigers verder te ontwikkelen, weinig in huis komt.

Er is dringend nood aan een verdere aanscherping van het beleid zodat de verontreinigde gronden in Vlaanderen terug tegen een hoger tempo worden gesaneerd, zo klinkt het. Hiermee ontstaan er gereinigde percelen die kunnen dienen voor de verdere ontwikkeling van bedrijven, woningen of andere bestemmingen.

De grondreinigingssector zit intussen zelf niet stil en probeert meer en meer afvalstoffen te reinigen via zijn installaties (bepaalde zanden en andere soortgelijke afvalstoffen). In 2012 werd zo meer dan 222.000 ton afval gereinigd. Dat is bijna 30% meer dan de 175.000 ton uit 2011.