Met een individuele beroepsopleiding of IBO volgt een werkzoekende gedurende één tot zes maanden een opleiding in uw bedrijf. Daarna krijgt hij daar ook een arbeidscontract. Uzelf betaalt als werkgever enkel een productiviteitspremie tijdens deze IBO. Die ligt lager dan het netto-loon dat een gewone werknemer in die functie zou opstrijken. De werkzoekende ontvangt bovenop zijn werkloosheidsuitkering een extra-vergoeding van de VDAB. Daardoor geniet hij tijdens de opleiding al een inkomen dat het normale loon benadert.

“De individuele beroepsopleiding helpt bedrijven om makkelijker hun vacatures in te vullen,” zegt Ingrid Martens, IBO-expert bij de VDAB. “Het komt er dus op neer dat je een kandidaat-werknemer - bijvoorbeeld een schoolverlater - niet meteen in dienst neemt, maar dat je hem eerst op uw werkvloer een beroepsopleiding geeft. Zo leert hij alle kneepjes van het vak. Zowel voor de werkzoekende als voor de werkgever houdt deze formule een belangrijk financieel voordeel in”.

Wat is er versoepeld?

Als werkgever bent u verplicht om de IBO’er op het einde van de opleiding in dienst te nemen. Tot voor kort moest dit gebeuren via een arbeidscontract van onbepaalde duur. Dat blijft sowieso de regel, maar sinds 1 oktober 2013 mag u in bepaalde gevallen na de opleiding ook een contract van bepaalde duur afsluiten met de betrokken kandidaat-werknemer. Er gelden dan echter een aantal voorwaarden.

“De nieuwe regelgeving heeft enkel betrekking op individuele beroepsopleidingen die gestart zijn na 1 oktober,” verduidelijkt Ingrid Martens. “Daarnaast moet de VDAB het licht op groen gezet hebben bij aanvang van de IBO. Als werkgever moet u de VDAB er dan ook van overtuigen dat contracten van bepaalde duur wel deel uitmaken van het gangbare aanwervingsbeleid van uw onderneming. Grote bedrijven, waar dit beleid omschreven staat in een CAO of vastgelegd is in de bedrijfs-policy, kunnen vrij eenvoudig een verantwoording geven. Maar ook KMO’s krijgen zeker de kans om ons te overtuigen”.

Wat zijn de gevolgen?

Door de versoepeling van de IBO-regelgeving kunnen meer bedrijven en sectoren voortaan van deze voordelige formule gebruik maken. De verplichte combinatie met een contract van onbepaalde duur bleek vaak in te gaan tegen het gangbare aanwervingsbeleid. Nogal wat ondernemingen werken namelijk eerst met proefcontracten of contacten van bepaalde duur, om die dan later om te zetten in een contract van onbepaalde duur.

“We verwachten dan ook dat het aantal IBO-trajecten in de bedrijfswereld zal toenemen,” stelt Ingrid Martens. “Vooral in de retail- en petrochemie-sector zijn er veel ondernemingen die een strikt aanwervingsbeleid hebben via contracten van bepaalde duur. Zij zullen nu makkelijker de weg vinden naar een voorafgaande opleiding op de werkvloer. Een paar grote retail-bedrijven hebben alvast aangegeven om in de toekomst gebruik te maken van IBO’s om hun vacatures in te vullen”.

(Bovenstaande bijdrage kwam tot stand in samenwerking met VDAB).

Meer info: www.vdab.be.