De onbetaalde facturen in België vertegenwoordigen 9,15 miljard euro. Gemiddeld genomen regelen de bedrijven hun facturen binnen de 54 dagen, de consumenten binnen de 36 dagen en de overheid binnen de 73 dagen.

In ons land worden zowat een kwart van de faillissementen veroorzaakt door liquiditeitsproblemen als gevolg van de achterstallige betalingen. Een diepgaande hervorming van de summiere rechtspleging om betaling te bevelen drong zich derhalve op opdat bedrijven zouden beschikken over een flexibel en doeltreffend instrument om de invordering van onbetwiste schulden te vergemakkelijken.

De bestaande summiere rechtspleging om betaling te bevelen stemde niet langer overeen met de economische realiteit van de KMO’s:

1. Het gold slechts voor de schulden die minder dan 1.860 euro bedroegen;
2. De procedure werd als “zwaar” beschouwd door de aanvragen (moeilijkheden die verbonden zijn aan het verkrijgen van een uitvoerbare titel voor de Hoven en Rechtbanken terwijl de schuld niet eens werd betwist);
3. De tussenkomst van een advocaat was verplicht en genereerde gerechtskosten waardoor bedrijven regelmatig een beroep deden op incassobureaus.

Het wetsontwerp ruimt die obstakels op:

• De drempel waaronder de summiere rechtspleging mogelijk was, wordt geschrapt, behalve voor consumenten (voor hen wordt het maximumbedrag op 2.500 euro gebracht);
• Versoepeling van de verplichting om de vordering te staven door een geschrift dat van de schuldenaar uitgaat;
• De verplichte tussenkomst van een advocaat wordt geschrapt;
• De formaliteiten van de procedure worden vereenvoudigd zodat de kost ervan beperkt wordt en terzelfdertijd wordt voorzien in een systeem van voorafgaande poging tot minnelijke schikking;
• Alle aanvragen die consumenten betreffen vallen voortaan onder de exclusieve bevoegdheid van de vrederechter;
• De onmogelijkheid van de uitvoerbaarheid bij voorraad wordt behouden voor alle schuldenaars;
• Behouden van een verplichte voorafgaande aanmaning met een betere informatie naar de schuldenaar toe;
• Een redelijke termijn tussen de indiening van de aanvraag en de uitspraak van de rechter. In de tussentijd moet de poging tot minnelijke schikking tussen de partijen hebben plaats gevonden.