Het is niet niks, heel die heisa rond uitgebluste collega’s. Sedert 1 september, en dit voor de allereerste keer, komt het begrip burn-out voor in Belgische wetteksten. De algemene term “psychosociale risico’s” omvat nu immers dit begrip, naast termen als pesterijen, geweld, seksuele initimidatie en depressie. Bij de maatregelen die een bedrijf kan nemen, horen sensibiliseringscampagnes en een meldingssysteem. Bedrijven krijgen nog even respijt om hun arbeidsreglement aan te passen. Maar de wettelijke erkenning houdt wel in dat tegen 28 februari van volgend jaar alle bedrijven met de nieuwe regelgeving in orde moeten zijn.

Veel bedrijven hebben niet op 1 september gewacht om maatregelen te treffen om het fenomeen burn-out op de werkvloer tot een minimum te beperken. Dat blijkt uit de studie van Top Employers, een jaarlijkse audit van het HR beleid bij 53 belangrijke Belgische werkgevers. Hieruit blijkt dat deze bedrijven welzijn ernstig nemen en dat ze behoorlijk wat preventieve maatregelen nemen. De meeste van deze bedrijven kaderen het probleem burn-out in de ruimere context van “welzijn op het werk”.

Zo blijkt liefst 94% van de Belgische Top Employers formeel te beschikken over de mogelijkheid in confidentialiteit een gesprek aan te gaan met een vertrouwenspersoon. Ook welzijnsprogramma’s als stress- en time management scoren goed, met respectievelijk 83 en 90% van de bedrijven die dit deels formeel, deels informeel in hun beleid hebben voorzien. Onder informeel moet hier worden begrepen dat bedrijven deze programma’s ter beschikking hebben voor elk personeelslid dat er om vraagt, zonder het evenwel als verplichte kost op te voeren.

Tenslotte blijkt op vandaag reeds 68% van de Belgische Top Employers voor te lopen op de nog maar pas ingevoerde wetgeving. Zij bieden immers een specifiek burn-out herstelprogramma aan voor hun medewerkers, en zijn zo pioniers op het vlak van bestrijding van burn-out.