De VRV IV S-toestellen laten zich makkelijk visueel integreren in toepassingen waarin de ruimte in buitenomgeving beperkt is. De nieuwe toestellen vallen op door hun operationele efficiëntie dankzij de toepassing van de nieuwe VRT (variable refrigerant temperature)-technologie. Bovendien maken de VRV IV S-toestellen komaf met de uitdagingen waarmee hun grote tegenhangers, vaak te zien op de daken van kantoren, worstelen. Zo tekenen ze voor een betere esthethiek, een lager geluidsniveau en geringere verbruikskosten.

Dankzij de automatische VRT-modus wordt een hoger rendement gehaald omdat de werking van de compressor in het tussenseizoen wordt geoptimaliseerd. Ook op het vlak van plaatsing oogt het kostenplaatje gunstiger.

De VRV IV-S Compact gaat terzake nog een stap verder. Met afmetingen van 83 x 94 x 46 cm laat hij zich nog makkelijker in residentiële omgeving integreren zonder aan capaciteit in te boeten ten opzichte van zijn voorganger. Met een gewicht van 88 kg is het model bovendien 35% lichter dan voorheen. In tegenstelling tot de concurrentie, die met rotatieve compressoren werkt, heeft de VRV IV-S Compact een swing-compressor aan boord die een hoger rendement haalt en tevens een stillere werking garandeert.

Qua camouflage gaat de VRV IV i (“Invisible”)-serie nog een stap verder. De buiten-unit van de VRV i-serie werd in twee delen opgedeeld, met name een compressormodule en een warmtewisselaar. Beide werden speciaal ontworpen voor binnenopstelling.

Het systeem heeft een unieke warmtewisselaar in V-vorm aan boord met een maximaal vermogen van 15 kW. Zodoende is het ook bijzonder geschikt voor toepassing in traditionele retail-omgevingen met een oppervlakte van 140 à 150 m². Voor kleinere kantooromgevingen volgt dit najaar een 22 kW-variant.

Multidisciplinaire speler

Daikin zette sinds 2006 een strategisch acquisitieparcours neer dat het bedrijf uit zijn traditionele status van airco-specialist haalde. Vandaag is Daikin een multidisciplinair aanbieder in de sector van de verwarming, koeling en ventilatie, met een productengamma gaande van -45° C tot +80° C en een toepassingsgebied gaande van kleine residentiële kamers over kleine en grote commerciële ruimtes tot fabrieken en grote concertzalen.

Uniek in de markt is dat Daikin onder hetzelfde dak niet alleen de units voor indirecte en directe temperatuuruitwisseling bouwt, maar eveneens tekent voor de aanmaak van het koelmiddel en de productie van de compressor.

Om de CO2-uitstoot terug te dringen spitst het bedrijf zich toe op vier focuspunten, met name de promotie van warmtepompen (verwarming via hernieuwbare energie, inverter-gestuurde compressortechnologie (vermindert het verbruik in het tussenseizoen), kleinere wamtepompens (aangepast aan steeds beter geïsoleerde huizen) en het gebruik van een efficiënter koelmiddel (R-32). Binnenkort zullen alle residentiële Daikin-toestellen in Europa R-32 gebruiken, een nieuw koelmiddel dat (momenteel) de laagste mogelijke milieu-impact heeft.

Sinds kort worden de productontwikkelingen van Daikin voor de Europese markt gecoördineerd vanuit het European Development Center; gevestigd te Oostende. Dat bewijst het belang dat de Japanse fabrikant hecht aan de ontwikkeling van specifiek Europese oplossingen voor de Europese markt. In Oostende, waar Daikin Europe 1.465 medewerkers telt, ligt de focus op producten met hoge toegevoegde waarde (residentiële lucht/water-warmtepompen, VRV-systemen en koeling).

In het Tsjechische Pilzen en Brno vindt respectievelijk de massaproductie van residentiële (multi-)split-units en compressoren plaats. De fabriek in het Duitse Güglingen spitst zich toe op de aanmaak van verwarmingstoestellen. In het Italiaanse Cecchina bevindt zich de productie van de ijswatermachines voor de grote industriële applicaties. De Daikin-fabriek in Milaan vervaardigt de luchtbehandelingskasten terwijl Daikin sinds 1999 in Turkije ook residentiële split-units produceert.

EMEA tekende in 2014 voor zowat 17% van de Daikin-omzet (17,77 miljard euro). Met 25,8% van de omzet werkte Amerika zich voor het eerst op tot de grootste markt, dit ten nadele van thuismarkt Japan (24,2%).

In 2007 brak Daikin definitief met zijn airconditioning-reputatie. Toen introduceerde de onderneming zijn succesvolle Daikin Altherma lucht/waterpomp voor de residentiële sector. Die maakte weliswaar gebruik van de gekende airco-technologie, maar profileerde zich als een volwaardig en vooral milieuvriendelijk alternatief voor de klassieke verwarmingsinstallatie op gas of stookolie.

Met de overname in 2007 van de Maleise O.Y.L-groep, moederbedrijf van onder meer het Amerikaanse McQuay, begaf Daikin zich op de markt van de ijswatermachines, waarmee het naast zijn eigen directe expansietechnologie op airco-vlak, bijkomende expertise aan boord haalde. Een jaar later lijfde Daikin het Duitse ROTEX in, specialist in residentiële verwarming. Tot het aanbod van ROTEX hoorden condensatieketels, lucht/water-warmtepompen, energieboilers, zonnesystemen en verwarmingssystemen.

Vorig jaar bereikte Daikin Industries Ltd. een akkoord met Solvay met het oog op de overname van zijn Europese koelmiddelactiviteiten met zwaartepunt in Frankfurt. Met de overname positioneert Daikin zich ook op de koelmiddelenmarkt voor de automobielsector.