Slechts 5% weigert outplacement-traject in 2016 dankzij nieuwe wetgeving

01/09/2016 OM 15:03 - Luc Willemijns
Placeholder

De aangepaste outplacement-wetgeving laat dit jaar een opmerkelijke daling van het aantal weigeraars optekenen in vergelijking met 2015. Tot vorig jaar sloeg gemiddeld drie op vier medewerkers het aanbod van outplacement af, terwijl dit in het eerste kwartaal van 2016 slechts 5% meer was. HR-dienstverlener Acerta merkt op dat de gewijzigde wetgeving ertoe leidt dat outplacement-kandidaten kritischer met outplacement omgaan: de deelnemers vragen zelf meer om een programma op maat.

Werknemers die ontslagen worden en een opzeggingstermijn ontvangen van dertig weken of een contractbreuk die eenzelfde periode dekt hebben sinds 2014 recht op outplacement. In geval van contractbreuk zal de werknemer een gedeelte van dit outplacement zelf financieren doordat de werkgever de contractbreukvergoeding met vier weken loon mag verminderen. Tot 31 december 2015 kon de werknemer zich hiertegen verzetten door outplacement te weigeren. In dat geval moest de werkgever toch de integrale contractbreukvergoeding uitbetalen maar was hij ervan vrijgesteld outplacement aan te bieden. Vanaf 2016 kan de werkgever de vier weken loon altijd op de contractbreukvergoeding aanrekenen, ongeacht of de werknemers outplacement aanvaardt of weigert.

Dat verklaart natuurlijk de opmerkelijke daling van 75% weigeraars in 2015 naar 5% in het eerste kwartaal van 2016. Ook als de werknemer outplacement weigert, wordt zijn contractbreukvergoeding met vier weken verminderd. Nog slechts een kleine minderheid weigert outplacement.

Voor u geselecteerd

Kort de voordelen van een abonnement...

Belangrijk nieuws te delen?

Cookie voorkeuren

Deze website gebruikt cookies om je een betere bezoekerservaring te bieden. Bepaal hier welke soort cookies je toestaat.