Gedeeltelijke vrijstelling doorstorting bedrijfsvoorheffing voor onderzoekers uitgebreid

27/12/2017 OM 14:52 - Wim Heirbaut
903b2fd8ee3e6106f88ce6607b96db77
Met de stemming van de hervorming van de vennootschapsbelasting op 22 december jl. is ook de kogel door de kerk voor de uitbreiding van de gedeeltelijke vrijstelling van doorstorting van bedrijfsvoorheffing voor onderzoekers. Ondernemingen kunnen voortaan tot 40% van de bedrijfsvoorheffing vrijstellen voor onderzoekers met bepaalde professionele bachelor-diploma’s. Voordien bestond deze maatregel enkel voor wetenschappelijke masters, burgerlijke ingenieurs en doctors, aan een vrijstellingspercentage van 80%. Dit is, wat Ayming betreft, een logische uitbreiding. Maar ze gaat minder ver dan verhoopt. Hierdoor blijven heel wat ondernemingen op hun honger. Bovendien moet een onderneming die de vrijstelling toepast er het hoofd bij houden.

De intentie van de federale regering is duidelijk: innovatie nog meer stimuleren. Maar er zijn - budgettaire? - grenzen: enkel de bachelor-diploma’s uit een beperkt aantal studierichtingen komen in aanmerking. De bijkomende vrijstelling mag daarenboven niet meer bedragen dan 25% van het totale bedrag van de vrijstelling die een onderneming voor een gegeven aanslagjaar geniet (50% voor kleine vennootschappen). De vrijstelling voor bachelors is dus rechtstreeks afhankelijk van de toepassing voor masters. En daar knelt het schoentje.

Op deze manier weegt in de fiscale validatie van een O&O-project een bachelor één zesde van een master. Dat is niet alleen een weinig flatterende boodschap maar soms ook ver van de realiteit zoals in de IT-sector waar veelal meer bachelors dan masters werken.

De federale regering blijft de kaart trekken van de "klassieke" wetenschappelijke, technische en technologische O&O en innovatie, terwijl de gewesten en Europa ook inzetten op sociale en maatschappelijke innovatie.

Lager vrijstellingspercentage

Het lagere vrijstellingspercentage, het beperkte aantal diploma’s dat in aanmerking komt en de koppeling aan de vrijstelling voor masters, maakt volgens Geert Coupez, coo van Ayming Belgium, dat heel wat innovatieve, meestal kleinere ondernemingen uit de boot kunnen vallen: ondernemingen zullen het O&O-werk van hun bachelors maar volop fiscaal kunnen valideren voor zover ze de kritieke massa aan vrijgestelde masters in huis hebben: wanneer meer dan 40% bachelors de dienst uitmaken, wordt de vrijstelling afgeroomd. En dat zal voor heel wat - kleine - ondernemingen het geval zijn.

Geert Coupez gaat verder: “Deze ongetwijfeld ongewilde effecten zullen de grote ondernemingen er niet van weerhouden om dankbaar van de uitbreiding te genieten. We verwachten ook dat door de grotere complexiteit van de maatregel sommige ondernemingen de vrijstelling conservatiever zullen toepassen, terwijl andere ondernemingen de toepassing te ruim zullen inschatten. En vandaag betaalt niemand graag 7% nalatigheidsinterest op bedrijfsvoorheffing die onterecht niet is doorgestort. We raden elke onderneming aan om de toepassing van de maatregel met kennis van zaken te beoordelen, en een waterdicht documentatiedossier bij te houden.

Geert Coupez concludeert: “We juichen elke maatregel toe om innovatief ondernemerschap te stimuleren. Tezelfdertijd moedigen we de federale regering aan om de ongelijkheid tussen beide categorieën onderzoekers zo snel mogelijk weg te werken.”

Voor u geselecteerd

Kort de voordelen van een abonnement...

Belangrijk nieuws te delen?

Cookie voorkeuren

Deze website gebruikt cookies om je een betere bezoekerservaring te bieden. Bepaal hier welke soort cookies je toestaat.