Sinds 2016 is de REBO-terminal permanent bezet. Tegen dat de laatste windturbine-onderdelen van Nobelwind uit de haven vertrokken waren, had hoofdcontractor Jan De Nul al het volgend project binnen en huurde quasi-aansluitend de terminal verder af. In mei 2017 begon de constructie van twee grote funderingen (respectievelijk 10.000 ton en 8.000 ton) voor Kriegers Flak, een Deens windpark in de Baltische Zee.

Siemens nam intussen het terrein in voor de installatie van de 42 windturbines die op het Rentel-windpark komen op 40 kilometer vóór de Belgische kust. Er worden torenelementen en gondels aangeleverd. De ro/ro-infrastructuur werd daartoe verzwaard tot 600 ton, een investering van 1 miljoen euro. Het tweede Belgische windpark in de pijplijn is Norther. Het volledig project wordt vanuit Oostende gecoördineerd.

De constructie van die windparken is spectaculair. Wat minder goed zichtbaar is, is de continuïteit die de uitrol van deze projecten met zich brengt. Voor Siemens, Norther en MHI Vestas wordt zwaar geïnvesteerd in nieuwe opslagruimtes, een kantoorgebouw en pontons voor de onderhoudsboten.

Naast de lokale en vaste tewerkstelling in de offshore-wind, die reeds meer dan vierhonderd bedraagt, is er nog heel wat tewerkstelling die moeilijk meetbaar is. Voor de bouw van de Kriegers Flak-funderingen waren continu vijftig à honderd mensen actief op de site. Volledige projecten, zoals Nobelwind of Norther, brengen telkens honderdvijftig tot tweehonderd werkkrachten naar de Oostendse haven.