Mobiliteitsbudget of -vergoeding: wat is de beste keuze voor uw organisatie?
De mobiliteitsvergoeding: cash for cars
In maart 2018 voerde de regering de mobiliteitsvergoeding in, in de volksmond “cash for cars”. Werknemers die al enige tijd over een bedrijfswagen beschikken, kunnen deze inleveren in ruil voor een mobiliteitsvergoeding waarmee zij vervolgens hun privé-verplaatsingen betalen. Het initiatief tot invoering van deze regeling ligt bij u als werkgever. U beslist dus zelf of en voor welke werknemers u dit invoert, al moeten zij zelf ook wel aan een aantal wettelijke voorwaarden voldoen. Uw werknemers kunnen zelf beslissen of zij ingaan op uw voorstel of niet. Indien dit het geval is hoeft u als werkgever het woon/werk-verkeer niet meer te vergoeden.
Verder hoeft u geen RSZ te betalen op de mobiliteitsvergoeding, wél een solidariteitsbijdrage. Ze wordt fiscaal beschouwd als een voordeel alle aard en de fiscaliteit lijkt heel erg op die van de bedrijfswagen. De persoonlijke bijdrage van je werknemer wordt net zoals in het geval van de bedrijfswagen in mindering gebracht van het belastbaar voordeel. Daar tegenover staat dat de werkgever het woon/werk-verkeer niet meer hoeft te vergoeden.
Het mobiliteitsbudget: scala aan alternatieven
Zal de mobiliteitsvergoeding de mobiliteitsknoop ontwarren? Volgens de sociale partners niet. Zij vrezen dat te weinig werknemers bereid zijn om hun bedrijfswagen definitief in te leveren in ruil voor een geldsom. Daarom stelden zij het mobiliteitsbudget voor. Het mobiliteitsbudget reikt verder omdat het een breed scala aan alternatieve mobiliteitsoplossingen biedt. De total cost of ownership van een bedrijfswagen kan in dit geval wel worden ingewisseld voor een milieuvriendelijke wagen met een lagere CO2-uitstoot, een hybride of elektrische wagen. Het bedrag dat overblijft, kan men investeren in duurzame vervoersmiddelen zoals trein, bus of fiets.
Je werknemer krijgt een jaarlijks budget om zelf zijn vervoer te kiezen en financieren. Op het overblijvende bedrag dat cash wordt uitbetaald, worden wel sociale bijdragen betaald van 38,07%. Uw werknemers kunnen dus kiezen uit één of meerdere mobiliteitsoplossingen, onderverdeeld in drie pijlers. Elke pijler wordt op (para)fiscaal anders behandeld.
In de toekomst zullen er bijgevolg twee systemen naast elkaar bestaan. Met deze systemen wil de regering een einde maken aan het fiscaal beleid dat werkgevers stimuleert om bedrijfswagens uit te delen. Welk systeem het aantrekkelijkst is voor uw werknemers, is zeer situatiegebonden. Indien uw werknemers ervoor kiezen om geen alternatieve vervoersoplossingen te gebruiken en dus hun volledig budget te laten uitbetalen, zijn zij qua parafiscale lasten beter af met de mobiliteitsvergoeding. Wonen uw werknemers verder van het werk? Dan is het mobiliteitsbudget doorgaans een betere keuze voor hen. (E.L.)
(Bovenstaande bijdrage kwam tot stand in samenwerking met Acerta)
Meer info: 016/24.64.30 of www.acerta.be.
ACERTA
Voor u geselecteerd
Kort de voordelen van een abonnement...
Belangrijk nieuws te delen?
Ontvang Leads voor 19€/mnd
- Ontvang automatisch info over leads, klanten, concurrenten en partners
- Alle data en artikels staat voor u beschikbaar
- Maandelijks opzegbaar
Wilt u meer bedrijven bereiken?
Word dan dVO Reach en promoot uw bedrijfsverhaal bij 50.000 beslissers.