Moeten we de anciënniteitsverloning afschaffen?
Meer dan de helft (57,6%) van de bedrijven ziet de anciënniteitsverloning liever verdwijnen. Dat cijfer verbergt een groot verschil tussen de profit-sector en andere sectoren (social profit en overheid). In de profit-sector is 71% voor een volledige afschaffing, in andere sectoren slechts 17%.
Momenteel voorziet 66% van de werkgevers in een jaarlijkse anciënniteitsverhoging voor hun bedienden. De helft (50%) doet dat voor arbeiders. Hoewel deze vergoeding in de meeste bedrijfstakken sectoraal geregeld is, stellen we vast dat bijna 40% deze op ondernemingsvlak heeft vastgelegd.
Niet motiverend genoeg
Langer werken staat gelijk met meer prestatiejaren en dus hogere lonen voor oudere werknemers. Maar stemt de meerwaarde van de werknemer met jaren dienst dan nog overeen met het loon dat hij/zij ontvangt. Anciënniteit en productiviteit gaan niet noodzakelijk gelijk op. Veel werkgevers vinden het systeem dan ook niet motiverend voor de werknemer.
Tegenstanders van de afschaffing menen dat trouwe medewerkers een beloning verdienen. Maar ze vrezen vooral dat een volledige afschaffing zal resulteren in veel meer individuele vragen tot loonsverhoging en grotere loonsverschillen tussen werknemers in dezelfde functie. Over de gevolgen van het verloop van werknemers zijn ze het minder eensgezind: ongeveer 40% is bang dat de afschaffing zal leiden tot een hogere mobiliteit van werknemers.
Afschaffing eens de werknemer job volledig beheerst
Toch zegt 42,4% dat ze de klassieke anciënniteitsverloning niet zomaar wil afschaffen. Ruim 90% van de werkgevers die voorstander zijn van een volledige afschaffing, vindt het een goed idee om de anciënniteitsverloning pas af te schaffen wanneer de werknemer zijn/haar functie volledig beheerst. Dan rijst meteen volgende vraag: hoe lang duurt die verwervingsperiode?
Om competitief te blijven en om werknemers gemotiveerd te houden, is het immers belangrijk dat taken en functies evolueren. Wat betekent dat de werknemer zich telkens weer moet inwerken en hiervoor opnieuw een anciënniteitsverloning geniet.
Verlonen volgens prestaties
Een afschaffing van de anciënniteitsverloning is voor veel werkgevers een goede aanzet om te gaan differentiëren in het variabele én vaste loon van de werknemer. Individuele prestaties van de werknemer zullen de belangrijkste basis vormen voor deze differentiatie (86%). De vastgestelde groei van de jobrelevante competenties (60%) en een vergelijking van het loon met wat er in de markt wordt toegekend (40%), zijn eveneens belangrijke criteria.
Opvallend is dat slechts 5% van de werkgevers aangeven dat ze, indien de anciënniteitsverloning niet meer bestaat, zouden wachten met het toekennen van een loonsverhoging tot de werknemer zelf de vraag stelt. Werkgevers houden dus duidelijk zelf graag het stuur in handen.
(Bovenstaande bijdrage kwam tot stand in samenwerking met Acerta)
Meer info: 016/24.64.30 of www.acerta.be.
ACERTA CONSULT
Voor u geselecteerd
Kort de voordelen van een abonnement...
Belangrijk nieuws te delen?
Ontvang Leads voor 19€/mnd
- Ontvang automatisch info over leads, klanten, concurrenten en partners
- Alle data en artikels staat voor u beschikbaar
- Maandelijks opzegbaar
Wilt u meer bedrijven bereiken?
Word dan dVO Reach en promoot uw bedrijfsverhaal bij 50.000 beslissers.