Haven Oostende verwerft alleeneigendom over REBO

07/11/2019 OM 08:01 - Luc Willemijns
37660eefa37994d9d41642ad16228671
Het nieuwe bestuur van Haven Oostende N.V. tekende begin dit jaar een ambitieus investeringsprogramma uit. Dat stelt meer investeringen, meer dynamiek en meer tewerkstelling voorop. Binnen die context situeert zich de aankoop van de REBO-site die, zoals bekend, een sleutelrol vervult in de succesvolle diversificatie die de kusthaven in een recent verleden invoerde richting “energy port”. Het gaat om de grootste investering uit de geschiedenis van de Oostende haven en geldt als een absolute mijlpaal, aldus Dirk Declerck, ceo Haven Oostende.

Haven Oostende kocht voor een niet openbaar gemaakt bedrag zijn mede-aandeelhouders in REBO N.V. (Renewable Energy Base Ostend) uit. Binnen die vennootschap bundelden PMV (40%), Artes-Group (15%) en DEME (30%), via dochterbedrijven Offshore Wind Assistance en DEME Blue Energy, samen met de Oostendse haven, hun krachten. Het toenmalige autonoom gemeentelijk havenbedrijf Oostende (AGHO) hield een belang van 15% in REBO aan. Dat werd op 1 februari 2019 tot een N.V. van publiek recht omgevormd.

REBO baat sinds 2010 de zwaarlastkade voor de stockage, pre-assemblage en het verschepen van windturbine-onderdelen in de voorhaven van Oostende uit. Op bepaalde plaatsen kan de kade puntlasten van 20 ton/m² aan. Gondels van een offshore-windmolen wegen al snel 400 ton. Voor een volledige windmolen loopt dat gewicht tot boven de 1.000 ton op.

Sindsdien treedt REBO ook op als logistiek ontwikkelaar die investeert in infrastructuur (zwaarlastkade, kaaimuren, kantoorgebouwen, …) op de terreinen van Haven Oostende om die op huurbasis ter beschikking te stellen. Bij de transactie zijn thans overigens ook twee gebouwen op de REBO-terminal betrokken.

Grotere commerciële armslag

Met de verwerving van de integrale controle over REBO vrijwaart Haven Oostende zijn toekomstige commerciële ontwikkeling ten gunste van de offshore-windenergiemarkt, zo luidt het. PMV was, naar verluidt, geen vragende partij om zijn belang te verkopen, maar ging uiteindelijk overstag.

“Onze instap in REBO negen jaar terug was nochtans geen evidentie. Het bleek toendertijd lang niet makkelijk om kapitaal aan te trekken voor een dergelijk project”, getuigt Toon van Inghelgem, senior investment manager Infrastructure & Energy bij PMV.

De bouw van de zwaarlastkade vergde indertijd een investering van 6,5 miljoen euro. De verkoop van zijn belang levert PMV thans een meerwaarde op.

Inmiddels zijn een vijfhonderdtal werknemers in de offshore-sector in Oostende actief. Dat aantal zou in de komende jaren tot zowat achthonderd oplopen.

Havenbaas Dirk Declerck laat er weinig twijfel over bestaan dat Haven Oostende in de toekomst zelf maximaal wil investeren in zijn verdere ontwikkeling in de offshore-sector.

Met het Mermaid-project verkeert momenteel de realisatie van het vooralsnog laatste Belgische offshore-windpark in de voorbereidingsfase. Vóór 2027-2028 zou voor nog eens 1,8 GW windmolens voor de kust van De Panne kunnen worden gebouwd. Ook in Nederland, Frankrijk en Duitsland liggen bouwplannen voor offshore-windparken op de tekentafels.

“Haven Oostende heeft voortaan alle touwtjes zelf in handen om de haven aan de top te houden inzake de installatie en het onderhoud van offshore-windmolens,” zo nog Declerck.

Door de alleeneigendom over de REBO-terminal te verwerven kan Haven Oostende zich hoedanook commercieel neutraal positioneren. Uitbaters van offshore- of installatieschepen bijvoorbeeld meren niet zo graag af aan kades waarin een rechtstreekse concurrent zeggenschap heeft.

Voor u geselecteerd

Kort de voordelen van een abonnement...

Belangrijk nieuws te delen?

Cookie voorkeuren

Deze website gebruikt cookies om je een betere bezoekerservaring te bieden. Bepaal hier welke soort cookies je toestaat.