Van Damme & Partners beweegt zich aan de onderkant van de overnamemarkt. Het kantoor bemiddelt voornamelijk in de verkoop van familiale bedrijven met een omzet die tussen de 500.000 en 5.000.000 euro schommelt. Kopers zijn doorgaans natuurlijke personen of bestaande KMO’s die een opportuniteit zijn om hun actviteitenspectrum aan te vullen of regionaal te diversifiëren. Aan de bovenkant van de markt zijn de investeringsmaatschappijen en venture capitalists actief die slechts interesse betonen in bedrijven met een minimale EBITDA van 2 miljoen euro. Tussen beide segmenten zijn niet zelden de family offices bedrijvig die zich - in tegenstelling tot de VC’s - niet laten leiden door winstmaximalisatie en een “snelle” exit.

Wilt u een bedrijf kopen of verkopen, contacteer onze partner Van Damme

Tijdelijke terughoudendheid

“Sinds de eerste lockdown stellen we in ons segment een duidelijke verschraling van het aanbod vast. De instroom is met zowat 30% afgekalfd. Als er omwille van de corona-crisis al een zekere terughoudendheid optreedt kan dat zijn omdat de zaken iets minder draaien of omwille van de heersende onzekerheid, maar het geringere aanbod is in hoofdzaak toe te schrijven aan een aantal praktische beperkingen. Zo maakt Covid-19 het er niet eenvoudiger op om kandidaat-ondernemers fysiek te ontvangen. Een overnamedossier is nu niet onmiddellijk iets wat je via digitale kanalen of vanop afstand afhaspelt, althans zeker niet in de beginfase”, weet Thomas Bouckaert.

Uitstel maar geen afstel

Het gros van de overnamedossiers die Van Damme & Partners afhandelt heeft te maken met ondernemers die stilaan de pensioensgerechtigde leeftijd naderen en geen opvolging hebben. “Kandidaat-verkopers die het proces omwille van corona on-hold hebben gezet, zullen volgend jaar ongetwijfeld heropstarten. Blijven uitstellen is geen optie. Wie op zijn 65^ste afstevent, kan maar beperkt de verkoop van zijn zaak uitstellen en is in wezen verplicht actie te ondernemen. Eén à twee jaar uitstellen kan misschien, maar veel langer niet”, weet Bouckaert.

Waarderingen niet onder druk

Opmerkelijk is dat in het marktsegment van Van Damme & Partners de ondernemingswaarde niet onder druk staat.

Thomas Bouckaert: “Men moet door de corona-momentopname durven heen te kijken. De resultaten van een groot aantal bedrijven werden in 2020 negatief beïnvloed door de pandemie. Maar eens Covid achter de rug zullen de zaken snel weer oppikken en wellicht evolueren naar het niveau van het pre-coronatijdperk of misschien zelf beter zijn. Bovendien zijn er ook heel wat bedrijven die, ondanks de crisis, prima resultaten hebben neergezet. In se is de verkoopwaarde van ondernemingen, ondanks corona, intact gebleven. Bij de verkoop van goed presterende bedrijven in normale omstandigheden zal men voor het bepalen van de transactieprijs eerder 2019 als referentiejaar hanteren dan zich toe te spitsen op corona-jaar 2020”, beklemtoont onze gesprekspartner.

Invloed van e-commerce

Wel duidelijk voelbaar op de overnamemarkt is de invloed van de e-commerce die de traditionele appetijt voor groothandels ietwat heeft aangetast. De immer betere distributiepraktijken, zowel in B2C- als B2B-omgevingen, zetten een aantal groothandels steeds vaker buiten spel. De vraag naar productiebedrijven, nichebedrijven, bedrijven met internationaal groeipotentieel, IT-bedrijven van een zekere dimensie, … liggen dan weer goed in de markt. Dat is ook het geval voor ondernemingen in sectoren die aan consolidatie toe zijn. Denk aan transport- en distributiebedrijven.

Zin voor zelfstandig ondernemerschap aangewakkerd

Duidelijk is dat de inspanningen van de Vlaamse overheid ter bevordering van de zin voor zelfstandig ondernemerschap, vruchten hebben afgeworpen. “De jeugd betoont duidelijk interesse voor het runnen van een eigen business. De lage rentevoeten zijn aardig meegenomen bij een eventuele overname. Twee grote groepen kandidaat-kopers zijn te vinden bij de schoolverlaters enerzijds, de prille veertigers anderzijds. Jeugdige kandidaat-kopers komen vaak uit een zelfstandig nest en kunnen op de financiële steun van hun ouders rekenen ingeval van een bedrijfsaankoop. Indien hun middelen beperkt zijn kunnen ze terugvallen op heel wat bijkomende financieringsmogelijkheden (PMV, Win/Win, crowdfunding en -lending, …), zeker als er een goed business-plan op tafel ligt. De steeds grotere belangstelling van jeugdige kandidaat-kopers ligt mee aan de basis dat de vraag het overname-aanbod overstijgt. Een andere belangrijke groep kandidaat-kopers wordt gevormd door prille veertigers die - al dan niet noodgedwongen - op hun opgedane expertise willen kapitaliseren binnen een eigen onderneming,” duidt Thomas Bouckaert.

Net als in de vastgoedwereld vragen banken in overnamedossiers een eigen inbreng van 30%. Dat percentage ligt hoger dan enkele jaren terug maar blijft haalbaar dankzij de bijdrage van alternatieve financieringsbronnen die als eigen vermogen worden bestempeld. “Sinds een vijftal jaar is de “vendor loan” sterk aanwezig in de overnamedossiers (lees: tot 80% van de gevallen, nvdr.). Binnen dat concept stelt de verkoper een deel van de verkoopprijs terug ter beschikking van de koper in de vorm van een lening. Aldus betoont de verkoper zijn vertrouwen in de nieuwe eigenaar, wat dan weer een sterk signaal naar de andere financiers toe is”, besluit de ceo van Van Damme & Partners.