In 2023 bleef de totale uitstroom van werknemers in België stabiel op 17,6%, maar het aantal ontslagen steeg met 18,8% tot 5,4%. Tegelijk daalde het vrijwillig vertrek met 10,8% tot 11%. Deze verschuiving in vertrekredenen weerspiegelde zich in verschillende regio's, waarbij Brussel het hoogste percentage onvrijwillig vertrek had (6,4%), gevolgd door Wallonië (6,2%) en Vlaanderen (4,8%).

Kleine bedrijven ondervonden de grootste uitstroom, met 25,7% van de werknemers die hun baan verliet. Dat was vooral merkbaar in sectoren zoals bouw (22,2%) en horeca (40,1%). Het aantal contractbreuken was hoger bij kleine bedrijven, waarbij 8,9% van de uitstroom onvrijwillig was en 16,8% vrijwillig.

De economische realiteit speelde een rol bij de toename van ontslagen, vooral in kleine KMO's met beperktere buffers. De stijgende grondstofprijzen zetten werkgevers in sectoren zoals bouw onder druk, terwijl de horeca traditioneel een hoog verloop kent. Flexi-jobs kunnen een oplossing bieden om de drukte op te vangen in deze sector.

In het algemeen weerspiegelen deze cijfers een correctie na het uitzonderlijke jaar 2022, waarin het vrijwillig vertrek piekte en het aantal ontslagen daalde. Hoewel de "war for talent" voortduurt en vacatures moeilijk ingevuld raken, ervaren werkgevers ook de harde economische realiteit, vooral in sectoren met kleine bedrijven.