Het aantal beschrijvende bodemonderzoeken nam in 2024 toe met meer dan 12% ten opzichte van het voorgaande jaar. Tegelijk stegen de investeringen in bodemsaneringsprojecten op de private markt met 41%, goed voor een totaal van 226 miljoen euro. Daarnaast investeerde de OVAM 34,7 miljoen euro in honderd saneringsprojecten waarvoor geen private saneringsplichtige kon worden aangeduid.

Van de circa 85.000 risicogronden in Vlaanderen - terreinen met een verleden van potentieel verontreinigende activiteiten - zijn er inmiddels 51.665 onderzocht. In ongeveer 30% van de gevallen blijkt sanering noodzakelijk. Tot op heden werden al ongeveer 17.000 bodemsaneringsprojecten goedgekeurd of uitgevoerd. Door verontreinigde gronden aan te pakken, komen opnieuw terreinen vrij voor uiteenlopende maatschappelijke functies, zoals wonen, ondernemen, natuurontwikkeling of circulaire economie.

Bodem als sleutel tot duurzame ruimtelijke ontwikkeling

De Vlaamse overheid streeft ernaar om tegen 2036 alle risicogronden onderzocht en, indien nodig, gesaneerd te hebben. In een regio waar beschikbare ruimte schaars is, vormt bodemsanering een essentieel instrument om optimaal gebruik te maken van bestaande sites. De OVAM benadrukt deze visie in de documentaire “Oude gronden, nieuwe kansen”, die samen met een white paper en andere inspiratiebronnen beschikbaar is op de OVAM-website.

Toekomstgerichte aanpak

De toenemende saneringsinspanningen bevestigen het belang van geïntegreerde bodemzorg in het ruimtelijk beleid van Vlaanderen. Naast het ecologische en gezondheidsbelang zorgt bodemsanering ook voor economische en maatschappelijke meerwaarde. Door oude gronden te heractiveren, draagt Vlaanderen bij tot een duurzame inrichting van zijn schaarse ruimte.