"Discrete en neutrale interface tussen overheid en bedrijfsleven"
31/08/2009 OM 00:00
- Luc Willemijns
VLAO, voluit het Vlaams Agentschap Ondernemen, zag officieel op 1 januari 2006 het daglicht. Praktisch, met de inschakeling van het personeel in het nieuwe agentschap, ging de instelling pas op 1 juni van datzelfde jaar van start. Inmiddels is de nieuwe structuur zo goed als klaar. Deze maand wordt het derde échelon operationeel. Dankzij de samenwerking met een tiental private partners, krijgt VLAO immers een verlengstuk in de vorm van een vijftigtal regionale contactpunten. “Bedoeling is op termijn een 170-tal dergelijke punten in gebruik te hebben, zodat VLAO op een nog fijnmaziger netwerk in Vlaanderen kan terugvallen,” verduidelijkt Jan Callens, administrateur-generaal en voorzitter van de directieraad. VLAO staat symbool voor de wijze waarop de Vlaamse overheid in de toekomst met de lokale bedrijven, inzonderheid KMO’s, wenst om te gaan. Onder VLAO-koepel wordt een breed instrumentarium van bedrijfsbegeleidende diensten aangeboden. “Opzet van VLAO is uit te groeien tot een discrete en neutrale interface tussen de overheid en de Vlaamse bedrijven”, stelt Callens, die het in een gesprek met “de Vlaamse Ondernemer” quasi-constant over de “klanten” van de overheidsoverheidsinstelling heeft. De jonge overheidsinstelling heeft, naast Design Vlaanderen, intussen twee nieuwe bijzondere opdrachten in uitvoering, met name op het vlak van de revalorisatie van brownfields enerzijds, de preventieve bedrijfsbegeleiding anderzijds.
Binnen VLAO bundelde de Vlaamse overheid zijn aanbod bedrijfsbegeleiding. Voorheen zaten die diensten verspreid over de voormalige GOM’s (gewestelijke ontwikkelingsmaatschappijen), het VIZO (Vlaams Agentschap voor het Zelfstandig Ondernemen) en diverse export-, innovatie- en preventiecellen. “Uitgangspunt van VLAO is alle overheidsinitiatieven inzake bedrijfsbegeleiding op eenvoudige en transparante wijze ter beschikking van de (kleine) ondernemingen te stellen,” stelt Jan Callens. Het dient gezegd dat voorheen verschillende overheids- en private instellingen op dat terrein actief waren. Met als gevolg een onontwarbaar kluwen waarheen KMO-bedrijfsleiders, op zoek naar specifieke ondersteuning, vaak van het kastje naar de muur werden gestuurd.
VLAO moet hier eenduidigheid brengen. Niet onbelangrijk is dat de bestaande know-how aanwezig bij de diverse organisaties onder VLAO-paraplu werd geconsolideerd. Bij herhaling hamert onze gesprekspartner erop dat VLAO naar een maximum aan complementariteit streeft, zowel met andere overheidsinstellingen als met de private partners.
Fijnmazig netwerk
Deze maand zet VLAO een nieuwe strategische stap in de uitbouw van zijn activiteiten. In Brussel ziijn de centrale directie en de backoffice van het Vlaams Agentschap Ondernemen gehuisvest. In de Vlaamse provinciehoofdplaatsen zijn vijf regionale directies actief, waarbinnen ook de verschillende expertfuncties werden ondergebracht die in rechtstreeks verband staan met de grotere backoffices van de overheid (Flanders Investment & Trade, IWT, Vlaams Agentschap Energie, …). “In wezen werden in de provinciale uitvalsbases de initiatieven van bedrijfsbegeleiding gebundeld van de voormalige GOM’s en het gewezen VIZO, versterkt met de regionale front-offices van Flanders Investment & Trade en IWT. Die organisaties profileren zich thans als één in het kader van een zo groot mogelijke transparantie naar de ondernemingen toe,” zo nog onze gesprekspartner.
Vermits het VLAO erom te doen is zijn dienstverlening zo dicht mogelijk bij het werkveld te zetten, bouwt de overheidsinstelling een lokaal fijnmazig netwerk uit in samenwerking met een tiental private partners. Tot die erkende partners horen BIZ, Confederatie Bouw, Eunomia, HDP, KMO-direct, NSZ, SBB, Securex, UNIZO en Voka. “Deze maand starten deze partners effectief hun VLAO-werking op in vijftig lokale aanspreekpunten, die daarvoor ook op een vergoeding kunnen rekenen. Bedoeling is op termijn dat aantal contactpunten tot 150 à 170 op te voeren,” aldus Jan Callens. Van die contactpunten wordt voornamelijk verwacht dat ze de ondernemers doorverwijzen naar het VLAO-netwerk en complementair met de ondernemingsloketten optreden. “Ondernemingsloketten voorzien voornamelijk in ondersteuning op administratief en sociaal-rechterlijk vlak. Ze kunnen minder tijd vrijmaken om bedrijfsadvies te verstrekken of om in bedrijfsbegeleiding te voorzien. Wat meteen uitstekende kansen op complementariteit biedt,” luidt het. Met een 150-tal medewerkers, heeft VLAO een werkingsbudget van zowat 15 miljoen euro ter beschikking.
Drie grote taken
In het kader van deze publiek-private samenwerking spitst VLAO zich onder andere toe op die materies waar bedrijfsleiders veelal met tegenzin tegen aankijken, maar die hoedanook van vitaal belang zijn voor hun dagdagelijkse bedrijfsvoering. “Vlaanderen is nu eenmaal een ingewikkelde samenleving. Elke samenleving met een hoge levensstandaard en een grote verwachting van maatschappelijke betrokkenheid zal altijd van een hoge complexiteit getuigen. VLAO spant zich derhalve in om de administratieve rompslomp voor bedrijven te verzachten,” aldus de administateur-generaal. Belangrijk in die insteek is dat de overheidsinstelling, zoals verder blijken zal, diensten levert die ondernemers tot nieuwe ondernemingsinitiatieven aanzet, zoals export of innovatie.
VLAO splitst zijn dienstverlening op in drie hoofdpijlers. Samen met de lokale aanspreekpunten voorziet de overheidsinstelling in de eerste plaats in eerste lijnsadvies. Denk daarbij aan materies van vergunningstechnische aard, rationeel energiegebruik, milieu- en bouwvergunningen. Van VLAO wordt ook verwacht dat nieuwe ondersteunende overheidsinitiatieven, zoals bijvoorbeeld BEA (Budget voor Economisch Advies), op efficiënte wijze naar het werkveld worden vertaald. De contacten op het terrein verlenen aan de overheidsinstellingen ook een sterk adviserende functie naar de voogdijminister toe in functie waarvan bepaalde maatregelen kunnen worden bijgestuurd dan wel ontwikkeld.
Bedrijfsbegeleiding in de ware zin van het woord vormt de tweede opdracht van het Vlaams Agentschap Ondernemen. Als overheidsinstelling hanteert VLAO daarbij de insteek van het “account management”, dat symbool staat voor de nieuwe manier van dienstverlening die de Vlaamse overheid nastreeft. VLAO schuwt daarbij het opnemen van een coördinerende rol niet en legt, waar nodig, de contacten met andere belangrijke backoffices (IWT, OVAM, VDAB, ruimtelijke ordening, Participatiemaatschappij Vlaanderen, …). “VLAO valt in niets meer te vergelijken met de penaliserende insteek waarvan de overheid in het verleden vaak blijk gaf. We borduren verder op het bedrijfsvriendelijk imago dat de GOM- en VIZO-medewerkers in het verleden wist op te bouwen. De koudwatervrees die KMO’s in het verleden betoonden in hun contacten met de overheid, is zo goed als weggevlakt. Kleine en middelgrote ondernemingen beseffen steeds meer dat VLAO geen controlerende insteek hanteert,” beweert Jan Callens.
Ten slotte neemt VLAO in zijn dienstverlening ten behoeve van bedrijven zijn toevlucht tot een voor een overheidsinstelling lang niet evidente proactieve aanpak. “Dat vertaalt zich onder meer in de ondersteuning van mensen met een ondernemingsidee, die via ons toedoen, terecht kunnen bij ondersteunende overheidsmaategelen die o.m. kunnen worden verstrekt in de kader van een Winwin-lening of van het ARKimedes-fonds. In de toekomst wensen we die aanpak verder te intensiveren in nauwe samenwerking met onze private partners,” heet het.
Acht actieterreinen
Op elk van de acht domeinen waarvoor bedrijven naar de overheid kijken, houdt VLAO bijzondere competenties aan.
Voor het starten van een onderneming voorziet de overheidsinstelling in begeleiding bij het opstellen van een ondernemingsplan, gidst men de kandidaat-ondernemer naar mogelijke financiering (Winwin-lening, Participatiefonds, …) en dies meer. Op het stuk van het vestigingsadvies, stedenbouw en ruimtelijke ordening, kan men bij het Vlaams Agentschap Ondernemen terecht met vragen over de stedenbouwwetgeving, bestemmingsplannen of strategische ontwikkelingen, bemiddeling bij stedenbouwkundige vergunningen, problemen met uitbreiding of zonevreemdheid, vestigings- of herlocalisatie-advies. Vanuit de invalshoek van het bedrijf biedt VLAO desgewenst ook inzicht in de financierings- en steunmaatregelen op Europees, federaal, Vlaams, provinciaal en gemeentelijk vlak. Aan de hand van een bedrijfsdoorlichting tekent het overheidsorgaan ook voor begeleiding tijdens de groeifase van een onderneming. Tevens beschikt men over een milieu-adviesdienst waar onderneming terecht kunnen voor informatie, advies en begeleiding over alle onderwerpen rond milieuzorg (milieuvergunningen, milieureglementeringen, te betalen heffingen, subsidiemogelijkheden voor milieuvriendelijke investeringen, een milieu-checklist, …). Eventueel bemiddelen bij de bevoegde milieu-administratie voor het opbouwen van een stappenplan of het regulariseren van bepaalde zaken, hoort ook tot de mogelijkheden. VLAO biedt bedrijven ook energie-audits aan, met mogelijke doorverwijzing naar energie-adviesbureaus en -instellingen, installateurs en/of leveranciers van energietechnologie. Op het stuk van innovatie kan VLAO terecht bij een team van innovatie-adviseurs, al dan niet onder eigen dak, die bijzondere expertise aanhouden omtrent technologische of procesinnovatie. “Het genereren en selecteren van “goede” ideeën, het opstarten, structureren en in goede banen leiden van innovatieprojecten is veelal een complexe zaak met verregaande financiële en organisatorische consequenties,” aldus onze gesprekspartner, daarbij het belang van een goede ondersteuning benadrukkend. VLAO werkt ten andere heel nauw samen met het BAN-netwerk (Business Angels Network, nvdr.). Laatste competentieterrein is dat van het internationaal ondernemen, waarbij VLAO en FIT (Flanders Investment & Trade) gezamenlijk als front-office optreden, dit ter ondersteuning van prospectie- en exportinspanningen van de Vlaamse bedrijven.
“Van cruciaal belang in deze dienstverlening is dat VLAO als overheidsinstelling ondernemingen ten allen tijde van neutraal advies voorziet, wars van mogelijke commerciële belangen”, benadrukt de administrateur-generaal.
Bijzondere opdrachten
Naast zijn kerntaken, wordt VLAO door de Vlaamse overheid ook met bijzondere opdrachten belast. Twee nieuwe opdrachten bevinden zich momenteel in voorbereidende uitvoeringsfase.
Bijzondere opdracht van bij de opstart van het agentschap is Design Vlaanderen. “Kernopdracht van Design Vlaanderen is het ondersteunen van ontwerpers en het aanzetten van bedrijven tot het integreren van design in hun bedrijfscultuur en productieprocessen,” heet het.
Decretaal werd VLAO intussen ook belast met het versneld revaloriseren van brownfields, zeg maar verwaarloosde bedrijventerreinen omwille van vervuiling of een gebrekkige bereikbaarheid. Opnieuw situeert deze opdracht zich in het kader van de bedrijfsbegeleiding. Ook hier is de complementariteitsrol niet ver weg. Bekend is immers dat investeringstechnisch de Participatiemaatschappij Vlaanderen (PMV) op dit terrein activiteiten ontplooit. Impliciet geeft onze gesprekspartner ook aan dat het tot zijn opdracht hoort om grondspeculatie tegen te gaan.
Derde meest recente decretale bijzondere opdracht, nog volop in voorbereiding, is de opstart van een werking preventief bedrijfsbeleid. Daarmee borduurt de Vlaamse overheid voort op de regionale preventiecellen die in het verleden her en der werden opgezet. “VLAO zal zodoende tekenen voor bedrijfsbegeleiding tijdens alle fasen van de levenscyclus van een onderneming, eventueel ook de eindfase,” verwoordt Jan Callens het opzet.
Vraaggerichte insteek
Vraaggerichte insteek
VLAO zal enkel aanbodsgericht werken indien de Vlaamse overheid nieuwe flankerende maatregelen ontwikkelt ter bevordering van het regionale bedrijfsleven.
Jan Callens: “In hoofdzaak hanteert het Vlaams Agentschap Ondernemen echter een vraaggerichte aanpak, waarbij het initiatief van het klant-bedrijf uitgaat. De onderneming zelf moet ervan overtuigd zijn dat men nood heeft aan advies en bedrijfsbegeleiding. Als overheidsinstelling waarborgen we daarbij neutraliteit, discretie en een kostenloze aanpak. Ambitie van VLAO is zodoende op termijn uit te groeien tot interface tussen bedrijfsleven en Vlaamse overheid. Niet zelden zal dat gebeuren in de schemerzone, zeg maar het terrein dat zich bevindt tussen de voor de overheid en voor de private sector afgebakende terreinen”.
Jan Callens: “In hoofdzaak hanteert het Vlaams Agentschap Ondernemen echter een vraaggerichte aanpak, waarbij het initiatief van het klant-bedrijf uitgaat. De onderneming zelf moet ervan overtuigd zijn dat men nood heeft aan advies en bedrijfsbegeleiding. Als overheidsinstelling waarborgen we daarbij neutraliteit, discretie en een kostenloze aanpak. Ambitie van VLAO is zodoende op termijn uit te groeien tot interface tussen bedrijfsleven en Vlaamse overheid. Niet zelden zal dat gebeuren in de schemerzone, zeg maar het terrein dat zich bevindt tussen de voor de overheid en voor de private sector afgebakende terreinen”.
Waarmee duidelijk wordt dat VLAO een aanpak hanteert die door de bedrijfsmatige markt niet onmiddellijk als evident wordt ervaren. De publiek-private samenwerking binnen het VLAO-netwerk staat echter borg voor een dynamische aanpak met focus op het oplossen van bedrijfsproblemen. Opvallend in dit verband is ook het pilootproject dat VLAO lopen heeft in elke provincie waarbij medewerkers tijdens korte projecten stage lopen in bedrijfsomgeving. Kwestie van de wederzijdse verstandhouding tussen beide partijen te bevorderen, besluit Jan Callens.
(DVO37501)
(DVO37501)
Bij de foto’s:
Administrateur-generaal Jan Callens van VLAO (Vlaams Agentschap Ondernemen) legt deze maand de laatste hand aan de structuur van de nieuwe overheidsinstelling. De eerste vijftig regionale contactpunten, die door private partners worden gerund, gaan immers van start. Op termijn moet het VLAO-netwerk 150 tot 170 contactpunten in Vlaanderen operationeel hebben. (Foto W & F)
“Opzet van VLAO is uit te groeien tot een discrete en neutrale interface tussen de overheid en de Vlaamse bedrijven,” aldus administrateur-generaal Jan Callens. (Foto W & F)
Jan Callens: “Naast Design Vlaanderen, krijgt VLAO twee nieuwe decretale bijzondere opdrachten, met name de revalorisatie van brownfields enerzijds, de preventieve bedrijfsbegeleiding anderzijds”. (Foto W & F)
Citaten:
“Uitgangspunt van VLAO is alle overheidsinitiatieven inzake bedrijfsbegeleiding op eenvoudige en transparante wijze ter beschikking van de (kleine) ondernemingen te stellen”
“Ondernemingsloketten voorzien voornamelijk in ondersteuning op administratief en sociaal-rechterlijk vlak. Ze maken minder tijd vrijom bedrijfsadvies te verstrekken of om in bedrijfsbegeleiding te voorzien”
“Vlaanderen is nu eenmaal een ingewikkelde samenleving. Elke samenleving met een hoge levensstandaard en een hoge verwachting van maatschappelijke betrokkenheid zal altijd van een hoge complexiteit getuigen”
“VLAO valt in niets meer te vergelijken met de penaliserende insteek waarvan de overheid in het verleden vaak blijk gaf”
“Dankzij de inspanningen van de voormalige GOM- en VIZO-medewerkers is de koudwatervrees van KMO’s in hun contacten met de overheid zo goed als weggevlakt”
“Het genereren en selecteren van “goede” ideeën, het opstarten, structureren en in goede banen leiden van innovatieprojecten is veelal een complexe zaak met verregaande financiële en organisatorische consequenties”
“Van cruciaal belang in de dienstverlening is dat VLAO als overheidsinstelling ondernemingen kostenloos ten allen tijde van neutraal advies voorziet, wars van mogelijke commerciële belangen”
“In hoofdzaak hanteert het Vlaams Agentschap Ondernemen een vraaggerichte aanpak, waarbij het initiatief van het klant-bedrijf uitgaat. De onderneming zelf moet ervan overtuigd zijn dat men nood heeft aan advies en bedrijfsbegeleiding. Als overheidsinstelling waarborgen we daarbij neutraliteit en discretie”