Aan de wieg van L-door stond in 1997 huidig technisch directeur Nico De Smedt. Snel trad Luc De Bisschop, die over bancaire ervaring beschikte, tot het management toe. Samen leiden ze nu de onderneming. L-door ging van bij de start in Koekelberg aan de slag met de commercialisatie en de plaatsing van sectionele poorten, die niet in eigen beheer werden geproduceerd. Vrij snel hevelde de KMO zijn activiteiten over naar Ternat waar de idee om eigen productie-activiteiten aan te vatten, groeide. Plaatsgebrek deed L-door uitkijken naar een andere locatie. Die vond men in 2000 in de buurt van het station te Liedekerke, aan de Affligemsestraat.

In zowat vier jaar tijd klom de jaarlijkse productie van 1.000 tot 4.000 poorten. Nieuw plaatsgebrek was daarvan het gevolg. In 2006 kocht L-door de voormalige Denderbeton-site aan de Denderstraat te Liedekerkee. Op het 17.000 m2 grote terrein, trok de KMO een nieuwbouwpand van 8.000 m2 op. Dat omvat een geautomatiseerde werkplaats, een grote showroom en kantoren verspreid over twee verdiepingen. De vestiging aan het station bleef behouden.

Luc De Bisschop: “In de Affligemsestraat produceert L-door de sectionele poorten die voor het industriële segment zijn bestemd, in de nieuwe vestiging in de Denderstraat spitsen we ons toe op de aanmaak van sectionele poorten voor het residentiële segment. Momenteel schommelt het jaarlijks productievolume rond de 6.000 poorten. Zowat 4.500 zijn voor de residentiële markt bestemd, het saldo vindt zijn toepassing in industriële omgevingen”.

De L-door-groep telt intussen een 120-tal medewerkers.

De L-door-groep is in wezen opgebouwd rond drie vennootschappen. Zo spitst L-Door DSS B.V.B.A. zich vooral toe op de verkoop, distributie, plaatsing en vermarkting van de producten. L-Door Services focust, zoals zijn naam aangeeft, op de dienst na-verkoop. “Het service-gebeuren wordt voor de toekomst steeds belangrijker,” geeft De Bisschop aan. Ina Invest, ten slotte, overkoepelt de investeringen in het productiegebeuren en het bijhorende vastgoed.

Kernactiviteit van L-door is de productie van sectionele poorten voor zowel het residentiële als het industriële luik. Sectionele poorten zijn in wezen garage- en toegangspoorten die uit delen (secties) zijn opgebouwd en zich onderscheiden van andere poorten, zoals kantelpoorten, door het feit dat ze minder ruimte nodig hebben voor het openen en/of sluiten. Voorts worden sectionele poorten opgebouwd met behulp van isolerende panelen. Dat houdt in dat ze zowel naar geluids- als temperatuursbeheersing over niet te versmaden voordelen beschikken.

In de markt van de producenten van sectionele poorten zijn een aantal grotere, internationaal gestructureerde spelers actief. Onderaan zijn kleinere ambachtelijke spelers bedrijvig. Tussenin bevindt zich een middenpeloton van hooguit een tiental spelers. L-door hoort inmiddels tot de top van dat middenpeloton, weet onze gesprekspartner.

Luc De Bisschop: “Van in het prille begin heeft L-door steeds blijk gegeven van een sterke kwaliteitsfocus. Onze voornaamste marktdifferentiator schuilt echter in het feit dat we van maatwerk een topspecialisatie hebben gemaakt. De grote marktspelers zijn omwille van hun grote productievolumes aangewezen op een standaardisatie van hun productenassortiment. Maatwerk is bij hen dan ook niet te verkrijgen. Ze opteerden bewust voor de uitbouw van een productie-apparaat dat op grote volumes is toegesneden en bijgevolg weinig flexibiliteit mogelijk maakt”.

Vooral in het residentiële segment neemt de vraag naar esthethiek en derhalve maatwerk hand over hand toe. “In de nieuwbouwmarkt gaat de aandacht quasi-integraal naar sectionele poorten. Niet alleen omdat het product moderner oogt, ook omdat het esthetisch meer mogelijkheden biedt,” stelt De Bisschop.

Een en ander verklaart waarom L-door in de voorbije jaren een sterk groeiparcours kon neerzetten. Eerste doelgroep van L-door zijn de ramen- en deurenfabrikanten, die door hun klanten steeds meer met de vraag naar esthetische sectionele poorten worden geconfronteerd. Door zich ten volle op maatwerk te concentreren, wist L-door zich in het residentiële segment in de kijker te werken.

“Het geleverde maatwerk heeft uiteraard in eerste instantie met de afmetingen van de sectionele poort te maken. L-door gaat evenwel bijzonder ver in dat maatwerk. Door ingrepen allerhande zorgen we voor een verregaande personalisatie van de poort, conform de smaak en wensen van de klant. Dat kan gaan door het type panelen aan te passen, aluminiumsecties in te bouwen, al dan niet afgezoomd met glaspartijen, of ronde inox-raampjes in het geheel te verwerken. Ook qua kleurenaanbod schuwen we de diversiteit niet. Heel wat klanten opteren voor een sectionele poort die met de kleur van het chassis van hun ramen overeenstemt. Aluminium ramen worden echter gekleurd via de moffeltechniek, sectionele poorten via de spuitgiettechniek. We nemen, indien nodig, onze toevlucht tot de kleurenformulering om voor de klant het gewenste resultaat te verkrijgen. In bepaalde gevallen doen we zelfs aan een kleurenanalyse zodat de kleurensamenstelling naderhand naar best vermogen kan worden gereconstrueerd,” zo nog de algemeen directeur. “De meeste concurrenten beperken hun assortiment sectionele poorten tot een aantal uitvoeringen in standaardkleur,” zo luidt het.

Zowat 70% van de verkoop van L-door-poorten in het residentiële segment loopt via het kanaal van de ramen- en deurenfabrikanten, die zodoende hun aanbod met sectionele poorten verruimen. Nagenoeg alle poorten worden wel door de eigen plaatsingsdienst van L-door gemonteerd. Momenteel zijn een twaalftal ploegen dagdagelijks in de weer met de montage van de zowat 6.000 poorten die de KMO momenteel jaarlijks vermarkt.

“De industriële markt bewerken we rechtstreeks. Niet alleen spitsen we ons toe op de industriële eindklant, maar evenzeer op de projectontwikkelaars en de voorschrijversmarkt. Om op meer gestructueerde en professionele wijze die markt te bedienen, splitsten we onlangs onze verkoopsteam op in een residentiële en een industriële ploeg”, aldus onze gesprekspartner.

Zonder het met zoveel woorden te stellen, geeft Luc De Bisschop toe dat L-door in de voorbije tien jaar zich te weinig (pro)actief toespitste op het bedienen van de industriële markt. De recente herstructurering van de verkoopsploeg zegt dienaangaande veel. “De industriële markt is vooral op zoek naar een oplossing voor de laad- en losproblemen. Niet naar een producent van sectionele poorten. L-door wil zich in de toekomst sterker profileren als aanbieder van totaaloplossingen voor dergelijke projecten. Daarbij mikken we op de volledige implementatie van de laad- en losinstallatie.

Niet enkel de sectionele poort, maar ook de laadbruggen en bijhorende dockshelters. In het verleden haalden we al een aantal prestigeuze referenties op dat vlak,” aldus De Bisschop. Zo werk L-door terzake nauw samen met WDP (Wolvertem), dat als projectontwikkelaar bijzondere affinititeit met de logistieke en distributiesector vertoont. WDP is in België voorts huisleverancier van de logistieke infrastructuur van DHL. “Belangrijk is bij dergelijke projecten, indien mogelijk, al van bij de conceptfase betrokken te zijn,” stelt onze gesprekspartner.

Van bijzonder belang binnen dit alles is dat L-door dagdagelijks, en zo nodig rond-de-klok, veertig service-ploegen op de industriële markt aan de slag heeft. “Aan herstellingen van sectionele poorten heerst een grote behoefte in de markt. Soms gaat het om ouderdoms- en slijtageverschijnselen, maar vaak ook om schade of defecten als gevolg van een aanrijding. L-door Services manifesteert zich op onderhoudsvlak als merkonafhankelijke dienstverlener. Ook sectionele poorten van andere fabrikanten worden desgewenst geserviced,” klinkt het.

Door zijn sterke maatwerkfocus, beweegt L-door zich ook iets makkelijker in eventuele innovatietrajecten. De fabrikant is één van de weinige marktpartijen die enkele maanden terug uitpakte met een verlaging van de drempel van de loopdeuren in sectionele poorten van 14 naar 5 poorten. “Dat is niet alleen esthetischer, maar ook veel praktischer,” verduidelijkt onze gesprekspartner.

Nieuw is eveneens het productieprocédé waarbij sectionele poorten met houten panelen in een aluminium kader worden verwerkt. Met als resultaat een meer rigiede, maar niettemin lichtere poort. Vorig jaar verrichtte L-door heel wat research & development naar een kleur- en krasbestendige folie die eventueel met een publicitaire boodschap op de sectionele poort kan worden gekleefd. Het assortiment wordt thans uitgebreid met dergelijke sectionele poorten die af-fabriek in deze nieuwe vorm van personalisering kunnen worden toegeleverd.

L-door is er overigens als enige Belgische fabrikant in geslaagd om zijn WK2-poort succesvol te laten testen door het WTCB. Als voorlopig enige poort haalde de WK2 een Belgisch certificaat dat uitzicht biedt op een overheidstegemoetkoming wegens het plaatsen van inbraakveilige producten.

Vooralsnog is de fabrikant van sectionele poorten quasi-exclusief op zijn thuismarkt bedrijvig. “In weerwil van de conjuncturele toestand, is het L-door’s ambitie om zijn productievolume tegen eind 2010 van 6.000 tot 9.000 eenheden op te voeren. We menen dat daartoe ruim voldoende marktpotentieel voorhanden is,” aldus Luc De Bisschop. Of de Liedekerkse KMO daarvoor uitsluitend op eigen land rekent, valt te betwijfelen.

Zo meent dit blad te weten dat momenteel aftastende gesprekken worden gevoerd met bestaande contacten in het buitenland om het succesvolle maatwerkconcept ook over de landsgrenzen heen uit te dragen. Daarbij hanteert men een erg behoedzame aandacht omdat zowel de behoeften als de distributiepatronen van land tot land verschillen. Dat neemt niet weg dat L-door momenteel concrete kansen in landen als Frankrijk, Oostenrijk en Spanje meent te ontwaren. Wordt ongetwijfeld vervolgd.