Gebruik van Internet op het werk

15/03/2009 OM 00:00 - Luc Willemijns
Placeholder

Recent verscheen in de pers het bericht dat bijna de helft van de gebruikers van sociale netwerken als Facebook en Netlog ook tijdens de werkuren op één van beide sites actief is. Naar aanleiding van dit bericht stellen vele werkgevers zich ongetwijfeld de vraag welke hun mogelijkheden zijn om het gebruik van het Internet op het werk te regelen alsook of en in welke mate zij het recht hebben om dit gebruik te controleren.


De regels voor de toegang tot en/of het gebruik van het Internet zijn het prerogatief van de werkgever. De werkgever heeft m.a.w. het recht om zonder enige consensus of inspraak van de werknemers, eenzijdig richtlijnen en verplichtingen op te leggen aangaande het gebruik van het Internet.

Zo kan de werkgever bijvoorbeeld uitdrukkelijk bepalen dat het Internet enkel tijdens de verplichte middagpauze voor persoonlijke of privé-doeleinden mag worden aangewend.

De werkgever kan zich zelfs het recht voorbehouden om de toegang tot Internet-sites waarvan hij van oordeel is dat zij niet kaderen binnen de professionele activiteiten van de onderneming onmogelijk te maken.

Uiteraard is het aangewezen om de richtlijnen en verplichtingen met betrekking tot het gebruik van het Internet schriftelijk vast te leggen, hetgeen bijvoorbeeld kan gebeuren via een door de werknemers ondertekende policy.

Controle van Internet-gebruik

Het controlerecht van de werkgever op het Internet-gebruik op het werk wordt geregeld door de CAO nr. 81 van 26 april 2002. Deze CAO maakt een onderscheid tussen de regels voor de globale controle en de regels voor de individualisering van de gegevens. De globale controle is slechts toegestaan voor zover voldaan wordt aan :

* Het finaliteitsbeginsel: de controle moet gedaan worden om één van de wettelijk voorziene doeleinden na te streven, bijvoorbeeld het te goeder trouw naleven van de in de onderneming geldende beginselen en regels voor het gebruik van on-line-technologieën

* Het proportionaliteitsbeginsel: de eventuele inmenging in de persoonlijke levenssfeer moet tot een minimum beperkt worden;

* Het transparantiebeginsel: de werknemers en hun vertegenwoordigers moeten vooraf ingelicht worden. De werknemers moeten zich m.a.w. bewust kunnen zijn van het feit dat controle op het gebruik van Internet mogelijk is.

Bovendien is de werkgever verplicht om de werknemers te informeren over alle aspecten van de controle, zowel op collectieve wijze als op individuele wijze (bijvoorbeeld aan de hand van een ICT-policy).

Wanneer de werkgever de controle installeert om bijvoorbeeld te controleren of de werknemers zich houden aan het verbod tot het gebruik van Facebook tijdens de werkuren, is de individualisering van de gegevens maar toegestaan mits een voorafgaande voorlichtingsfase wordt in acht genomen.

Wanneer de werknemer in het kader van de individualisering uiteindelijk wordt verantwoordelijk gesteld voor een onregelmatigheid bij het gebruik van het Internet, dient de werknemer te worden uitgenodigd voor een gesprek, om deze de kans te bieden het gebruik van het Internet te rechtvaardigen.

Sancties

Het is mogelijk eventuele inbreuken te sanctioneren, op voorwaarde dat deze sancties opgenomen zijn in het arbeidsreglement.

(K.V.)

(Bovenstaande bijdrage kwam tot stand in samenwerking met HDP - Sociaal Secretariaat. Meer info: 09/281.14.32 of www.hdp.be).

Voor u geselecteerd

Kort de voordelen van een abonnement...

Belangrijk nieuws te delen?

Cookie voorkeuren

Deze website gebruikt cookies om je een betere bezoekerservaring te bieden. Bepaal hier welke soort cookies je toestaat.