I-Bus heeft zijn nieuwe hub in het Antwerpse havengebied officieel ingehuldigd. I-Bus, voluit Industry-bus, is een project van collectief busvervoer, dat tot stand kwam met de steun van het Pendelfonds. Op initiatief van Voka - Kamer van Koophandel Antwerpen-Waasland zetten de havenbedrijven Ineos, Bayer, LANXESS, Evonik Industries, Monsanto en Solvay hun schouders onder het project. Met andere partijen lopen onderhandelingen om I-Bus een breder draagvlak te bezorgen. I-Bus-manager Steven Dierckx mikt daarvoor niet enkel op bijkomende havenbedrijven, maar eveneens op de toeleveranciers (schoonmaakbedrijven, contractoren, onderhoudsfirma’s, …) die op de sites van de deelnemende bedrijven actief zijn.

Sinds I-Bus op 21 december j.l. van start ging, lieten er zich van de zowat 4.000 medewerkers van de deelnemende bedrijven ruim 3.000 als busgebruiker registreren. Meer dan 2.400 onder hen maakten van de I-Bus effectief gebruik. In de eerste zeven maanden van het jaar noteerde men nagenoeg 239.000 passagiers.

Dagdagelijks legt I-Bus 24 bussen op 29 dag- en 12 shift-lijnen in. In totaal doet I-Bus 253 haltes aan in de regio’s Essen, Rijkevorsel, Nijlen, Boom, Sint-Niklaas en Lokeren.

De ritten worden uitgevoerd door BusenCo (Zie “Bedrijfstelegram”) en Oostmalle Cars, dat de centrale dispatching voor zijn rekening neemt.

Door het vervoer collectief te organiseren worden dagelijks 12 bussen minder ingeschakeld, zonder dat het aantal routes werd ingeperkt.

“Maandelijks vermijden we 35.000 individuele ritten. Dat vertaalt zich in een minderuitstoot van zowat 1.750 ton CO2 per jaar,” weet I-Bus-voorzitter Walter Dechateau.

Overigens hebben alle nieuwe Temsa-bussen binnen I-Bus Euro 5-motoren aan boord. Inmiddels staat de aankoop van nog eens tien nieuwe bussen in de planning.

Vlaams minister van Mobiliteit en Openbare Werken, Hilde Crevits, zette zopas het licht op groen voor de I-Bus-bussen om gebruik te maken van de busrijstroken langsheen drukke invalsaders in Mortsel (Antwerpsebaan) en Hoboken (Sint-Bernardsesteenweg). Voorwaarde is wel dat ze worden toegerust met een systeem voor automatische verkeerslichtenbeïnvloeding.

De Lijn is het I-Bus-initiatief gunstig genegen. Aansluitend op de I-Bus-routes voorziet de openbare vervoersmaatschappij desgevallend in het voor- en na-transport. Bekend is overigens dat het voor De Lijn operationeel quasi-onmogelijk is om in een goede bediening van het Antwerpse havengebied te voorzien.

Basisinvestering van 2,7 miljoen euro

Het Vlaams Pendelfonds kende aan I-Bus een basisinvestering van 2,7 miljoen euro toe, gespreid over een periode van vier jaar. Met die middelen werd in de onmiddellijke nabijheid van de site van Evonik Industries een hub met 31 stelplaatsen aangelegd, werd het ICT-luik door studiebureau Arcadis ontwikkeld, met inbegrip van de uittekening van de routes en haltes, en wordt een deel van de operationele kosten gedekt.

Uitdaging blijft evenwel I-Bus als project zelfbedruipend te maken.

“Uitgezuiverd op de seizoensfluctuaties noteert I-Bus momenteel een gemiddelde bezettingsgraad van 30 tot 40%”, aldus Walter Dechateau.

“Dat percentage is uiteraard onvoldoende. We maken derhalve werk van de ontwikkeling van een breder draagvlak zonder dat op de kwaliteit van de dienstverlening zal worden beknot. Daarom mikken we zowel op bijkomende deelnemende bedrijven, langsheen de Scheldelaan, alsook op de onderaannemers en toeleveranciers die op de site van de deelnemende bedrijven werkzaam zijn,” luidt het tot slot.